Quasselecke Flashcards
1
Q
de ober, ‘Ober!’
A
der Ober, ‘Herr Ober!’
2
Q
Goedemiddag.
A
Guten Tag.
3
Q
bestellen
A
bestellen
4
Q
alstublieft
A
bitte, bitte schön
5
Q
de menukaart
A
die Speisekarte
6
Q
het appelsap met mineraalwater
A
die Apfelschorle
7
Q
het voorgerecht
A
die Vorspeise
8
Q
het hoofdgerecht
A
die Haubtspeise
9
Q
het nagerecht
A
die Nachspeise
10
Q
de vermicelli soep
A
die Nudelsuppe
11
Q
de patat, de friet
A
die Pommes Frites
12
Q
aanbevelen
A
empfehlen
13
Q
de fruitsalade
A
der Obstsalat
14
Q
het dagmenu
A
das Tagesmenü
15
Q
afrekenen
A
zahlen