Pv Woorden Flashcards
1
Q
Accendo + stt
A
Accendere, accendi, accensum -aansteken
2
Q
Apud + nv
A
+acc bij
3
Q
Auxilium
A
1 hulp 2 hulptroepen
4
Q
Aqua
A
Water
5
Q
Bene + grad comp
A
Melior, optime - goed, op goede wijze
6
Q
Consilium
A
1 plan 2 raad 3 besluit
7
Q
Crudelis
A
Wreed
8
Q
Cultus + gen
A
Cultus - 1 bebouwing 2 verzorging 3 levenswijze, bschaving
9
Q
Deus
A
God
10
Q
Do + stt
A
Dare dedi datum - geven
11
Q
Edo + stt
A
Edere, esi esum - eten
12
Q
Et
A
En
13
Q
Ex + nv
A
+abl 1 uit 2 sinds
14
Q
Facio + stt
A
Ferre tuli latum - brengen, dragen 2 verdragen
15
Q
Ferrum
A
1 ijzer 2 zwaard
16
Q
Ferus
A
Woest
17
Q
Filius
A
Zoon
18
Q
Genus + gen
A
Generis - 1 geslacht, afkomst 2 soort
19
Q
Homo + gen
A
Hominis - mens, man
20
Q
Humanus
A
Menselijk, humaan
21
Q
Ignis m + gen
A
Ignis - vuur
22
Q
Invenio+ stt
A
Invenire, inveni, inventum - vinden
23
Q
Iratus
A
Woedend
24
Q
Itaque
A
Dus
25
Iussu + nv
+ gen - op bevel van
26
Legio + gen
Legionis - legioen
27
Lumen + gen
Luminis - 1 licht, lamp 2 oog
28
Mecum
- cum me - met mij
29
Mereor + stt
Mereri, meritus sum - + abl - zich verdienstelijk maken (tegenover: de + abl)
30
Miles + gen
Militis - soldaat
31
Mons m + gen
Berg
32
Nam
Want
33
Neco, necare
Doden
34
Nolo + stt
Nolui - niet willen
35
Notus
Bekend
36
Omnis
Elk, ieder, geheel
37
Quod
1 omdat 2 (het feit) dat
38
Saepe + grad comp
Saepius, saepissime - vaak
39
Saxum
Rots
40
Sol m + gen
Solis - zon
41
Terra
Aarde
42
Usus + gen
Usus - 1 gebruik 2 nut
43
Vincio + stt
Vincire, vinxi, vinctum - boeien
