26 Tm 50 Familia Flashcards
1
Q
Res familiaris
A
Gaat volgens res
Vermogen geld
2
Q
Res
A
Gaat volgens res
Zaak ding
3
Q
Re
A
In werkelijkheid, inderdaad
4
Q
Re vera
A
In werkelijkheid, inderdaad
5
Q
Verus
A
Gaat volgens servus
Waar echter
6
Q
Verum
A
Gaat volgens bellum
Waarheid
7
Q
Verum
A
1werkelijk
2 maar
8
Q
Vero
A
1 werkelijk
2 maar
9
Q
Falsus
A
Gaat volgens servus
Vals
10
Q
Liberi
A
Gaat volgens servus mv
Kinderen
11
Q
Liber
A
Gaat als servus
Vrij
12
Q
Libenter
A
Graag, met plezier
13
Q
Libertas
A
Gaat als lex is F
Vrijheid
14
Q
Libero + abl
A
Ik ben bevrijd van
Stt- liberare liberavi liberatus
Bevrijden- ik heb bevrijd - bevrijd
15
Q
Libertus
A
Gaat als servus
Vrijgelatene