Latijn Gemene Woordjes Voor Vertaling Flashcards
1
Q
In + abl
A
1 in, op, bij 2 tijdens
2
Q
Cum + ind.
A
Wanneer, toen
3
Q
Cum + coni.
A
1 toen 2 omdat 3 hoewel
4
Q
Cum+nv
A
+ abl (Samen) met
5
Q
In + acc
A
1 naar (binnen), in 2 jegens, tot
6
Q
Ut + ind
A
Zodra,zoals
7
Q
De+ nv
A
+abl 1 van (af) 2 over
8
Q
Ut+coni
A
1 opdat 2 zodat 3 dat