Publieke economie Flashcards

1
Q

Wat is consequentialisme?

A

Een actie wordt beoordeeld enkel op basis van de gevolgen die ze heeft -> iets is moreel goed of slecht als het goede of slechte gevolgen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is intentionalistisme/deontologie

A

Een actie wordt beoordeeld op basis van de intenties waarmee ze is gerealiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Pareto-verbetering?

A

Een verandering die ertoe leidt dat één individu erop vooruit gaan zonder dat er iemand anders erop achteruitgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Pareto efficiënte allocatie

A

Een toestand in de economie of de samenleving is Pareto-efficiënt indien het niet mogelijk is Paretoverbeteringen door te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen een positieve en normatieve analyse

A
  • Positief: oorzaak-gevolg, vaak model nodig
  • Normatief: gebaseerd op positieve analyse ‘dit zou moeten gebeuren’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom heeft men vaak een model nodig bij een positieve analyse?

A
  • Experimenteren niet mogelijk/wenselijk
  • Verleden is soms niet betrouwbaar
  • Economisch systeem is groot en complex
  • Model laat toe ‘logisch en consistent’ te redeneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het eerste welvaartstheorema?

A

Als er geen marktmacht is e er is een markt voor alle goederen en diensten, dan is het evenwicht Pareto-efficiënt –> competitief evenwicht leidt automatisch tot efficiëntie, zonder OH ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt het tweede welvaartstheorema?

A

Als voorkeuren en technologie convex zijn, dan kan elke Pareto efficiënte allocatie bereikt worden na herverdeling van endowments/resources (=decentralisatie), waarna de markt kan werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan men decentraliseren?

A
  • Startsituaties/endowments aanpassen
  • Lump-sum transfers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorwaarden waaronder de markt de beste uitkomst levert:

A
  • Afwezigheid van marktfaling (geen marktmacht, geen externe effecten, geen pg-
  • Perfecte en symmetrische informatie
  • Rationaliteit (behavioural)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Twee manieren om externaliteiten te analyseren

A
  1. Pigou
  2. Een markt voor de ‘externaliteit’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn Marginale Externe Kosten?

A

Externe kost geleden door de gedupeerden van extra eenheid vervuiling: stijgt naarmate er meer schade is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Marginale ReductieKosten?

A

Kost voor vervuiler om extra eenheid vervuiling te reduceren: stijgt naarmate meer vervuiling wordt gereduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil effectiviteit en efficiëntie?

A

Effectiviteit: wordt het doel (V) bereikt?
Efficiëntie: wordt vervuiling gereduceerd aan minimale kost?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ‘command an control’?

A

De OH legt een norm op waaraan men zich moet houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘cap and trade’?

A

Een recht om een bepaalde hoeveelheid te mogen uitstoten. Het is verboden meer dan deze hoeveelheid uit te stoten

17
Q

Voordelen ‘cap and trade’?

A
  • Hoeveelheid vervuiling wordt beperkt
  • De markt bepaalt de prijs
18
Q

Waarom EU Emission Trading System?

A

Om een prijskaartje op vervuilde lucht te plakken zodat de markt wordt gestimuleerd om emissiereducties te realiseren waar dat het goedkoopst is

19
Q

Wat zijn alternatieven om externaliteiten op te lossen?

A
  • Ze zijn van alle tijden: OH niet noodzakelijk
  • Morele en sociale normen
  • Vrijwilligers en liefdadigheid
  • Patenten en Octrooien
  • Coase theorema
20
Q

Wat zegt het Coase-theorema?

A

Ken eigendomsrechten toe over het milieu; op voorwaarde :
- eigendomsrechten zijn goed omschreven
- er kan onderhandeld worden zonder transactiekosten
- schade moet meetbaar zijn, transactie moet waardeerbaar zijn
- aantal partijen is beperkt

21
Q

Wat zijn ‘internaliteiten’?

A

5 kenmerken: beslissingen met kleine tijdsintervallen, gevolgen zijn klein, ver weg in de tijd en vandaag nog vermijdbaar

22
Q

Het verschil tussen merite en demeritegoederen?

A
  • Meritegoederen: verdienstegoederen, consument onderschat de waarde
  • Demeritegoederen: onverdienstegoederen, consument overschat de waarde
23
Q

2 kenmerken van goederen + betekenis

A

Rivaliteit: als de consumptie v/h ene individu de consumptie v/e ander individu vermindert
Uitsluitbaarheid: als een consument kan uitgesloten worden v/d consumptie v/e goed

24
Q

Wat is het probleem bij publieke goederen?

A

Vrijbuitergedrag: niet-uitsluitbaarheid zorgt ervoor dat het niet mogelijk is iemand uit te sluiten (free-riding)

25
Q

Onder welke voorwaarden werken sociale normen het best als oplossing?

A
  • Bij lokale PG
  • Als de bijdagers elkaar kennen
  • Als de bijdragers kunnen communiceren
  • Als vrijbuiters bestraft kunnen worden
26
Q

Probleem bij common pool goederen

A

Rivaliteit -> vrijbuitersgedrag: incentive tot gebruik zo lang winstmogelijkheid -> overgebruik

27
Q

Wat is de ‘tragedy of the commons’?

A

Bij gemeenschappelijk eigendom is er een tendens tot overgebruik -> individueel belang <-> collectief belang

28
Q

Bijdrage van Elinor Ostrom aan de tragedy of the commons?

A

Publiek en privaat beheer zijn uitersten op een continuüm -> polycentrisch beheer van gemeenschappelijke bronnen - vertrouwen en reciprociteit!

29
Q

Hoe beslissen tot voorziening van een publiek goed?

A
  • Kosteneffectiviteitsanalyse
  • Maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA)
30
Q

Wat is de kosteneffectiviteitsanalyse?

A

Voer die projecten uit die een bepaald doel aan minimale kost bereiken

31
Q

Wat is de maatschappelijke kosten baten analyse?

A

Een analyse van een publiek goed waarbij de monetaire kosten vergeleken worden met de monetaire baten (voor de maatschappij)
-> voer die projecten uit waar het verschil tussen maatschappelijke baten en kosten het grootst is

32
Q

Twee manieren om naar kosteneffectiviteit te kijken:

A
  • Nagaan hoe hetzelfde niveau kan bereikt worden op een goedkopere wijze
  • Nagaan hoe met dezelfde middelen meer bereikt kan worden
33
Q

Voor- en nadelen v/d kosteneffectiviteitsanalyse:

A

+ Goed toepasbaar principe: minder informatie vereist dan voor MKBA, enkel vereist: effect van bestedingen op de doelstelling
- Moeilijk uitlegbaar
- Politiek soms gevoelig
- Vergelijking over sectoren/bedrijven/beleidsniveaus… heen

34
Q

4 criteria voor het stijgen van de sociale welvaart:

A
  • Pareto criterium
  • Kaldor-Hicks compensatiecriterium (utilitarisme)
  • Gewogen Kaldor-Hicks m
  • Rawl’s criterium
35
Q

Wat is het Kaldor-Hicks compensatiecriterium?

A

Het is beter als de begunstigden ‘in principe’ de benadeelden kunnen vergoeden - som van nutsniveaus

36
Q

Wat is het gewogen Kaldor-Hicks compensatiecriterium?

A

Idem als gewone maar met gewichten voor bepaalde groepen
- Gewogen som van nutsniveaus