Psychopathologie Flashcards
Met welke stoornissen wordt cluster B geassocieerd?
Borderline, narcisme, anti-sociale of theatrale persoonlijkheid.
In cluster B is er vaak weinig zelfinzicht en een groot appel op anderen. Wat is er dan vooral belangrijk bij de hulpverlening?
In de relatie met deze clienten buiten de strijd te blijven en diegene het gevoel te geven naast hem te staan. Laverend tussen sterke reacties, tegenoverdracht, overmatige zorg of grensoverschrijdend gedrag.
Wat zijn volgens de DSM basiskenmerken van borderline?
Verwoed verlating proberen te voorkomen, instabiel zelfbeeld en idem relaties, impulsiviteit, suicidaliteit of automutilatie, affectieve instabiliteit en chronisch gevoel van leegte, woede.
Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van borderline?
Onvoorspelbaar en onduidelijk opvoedingspatroon, temperament, trauma en verwaarlozing, sekse. Uitmondend in verlatingsangst, en het idee dat onbetrouwbaar zijn en zeuren zin heeft.
Wat zijn voor hulpverleners kenbare trekken van borderline?
Eisend of woedend zijn, mensen tegen elkaar uitspelen, zwart/wit denken.
Wat kunnen stappen zijn voor borderliners?
Disfunctionele schema’s en overtuigingen aanpassen, en een vertrouwensrelatie opbouwen waar de ander fouten mag maken.
Wat zijn volgens de DSM basiskenmerken van een anti-sociale persoonlijkheid?
Een gebrek aan respect voor anderen en hun rechten. Niet conformeren aan sociale normen, onbetrouwbaar zijn, impulsief, prikkelbaar en agressief, onverschillig en onverantwoordelijk. Normoverschrijdend gedrag al voor het vijftiende levensjaar.
Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van een anti-sociale persoonlijkheid?
Er is een gedeelte dat aanleg heeft. Verder geweld, chaos en ellende in hun jeugd. Daardoor het idee van ‘eten of gegeten worden’, en wantrouwen.
Wat zijn voor hulpverleners kenbare trekken van een anti-sociale persoonlijkheid?
Misleiding en manipulatie, het negeren van (behoeftes van) de ander, impulsief handelen, alles bij de ander leggen en geen empathie.
Wat kunnen stappen zijn voor iemand met een anti-sociale persoonlijkheid?
Gewetenloosheid is vaak lastig te behandelen, met cognitieve therapie kan wel groei in gevolgen van gedrag en functioneren in de maatschappij plaatsvinden.
Wat zijn dus de globale kenmerken bij cluster B?
Dramatische en emotionele elementen. Heftige wisselingen in stemming en gedrag, impulsiviteit en prikkelhonger.
Welke vaardigheden zijn voor een hulpverlener bij cluster B van belang?
Een consequente en zekere houding, grenzen stellen en niet teveel meebewegen, empathie en begrip, bewust zijn van tegenoverdracht, de overtuiging dat zij ander gedrag zouden vertonen als zij wisten hoe dat moest, bewust zijn van trauma’s, lichamelijke klachten op waarde schatten.
Wat is het kernmechaniek bij automutilatie?
Diegene heeft weinig zelftroostend vermogen en probeert ondraaglijke pijn te reguleren of hanteren door naar binnen te slaan, krijgt ook veel endorfines en voelt weer iets.
Wat zijn vaak de eigenschappen van mensen die aan automutilatie doen?
Het zijn vrouwen die vroeger een trauma hebben opgelopen. Impulsief, slecht probleemoplossend vermogen, gevoel van afwijzing en schuld.
Wat zijn belangrijke houdingsaspecten om met mensen die automutileren om te gaan?
Een veilige omgeving creëren, helpen met verantwoordelijkheid voor gedrag te nemen, luisteren naar wat er in hun hoofd speelt. Ondersteunen, geruststellen, helpen zoeken naar manieren van zelfzorg en zelftroost. Tegenoverdracht met collega’s bespreken.
Middels welke stappen kan er verbetering optreden bij automutilatie?
Verhelderen van welke pijn, gedachten en gevoelens eraan ten grondslag liggen, hoe zij een volgende keer niet hun toevlucht erin nemen. Een gevoel van eigenwaarde, bekwaamheid en controle ontwikkelen.
Manipulatie komt vaak voor vanuit negatieve opvoeders, als reactie op een vijandige omgeving, of als projectie van lage eigenwaarde of angst voor regressie. Hoe kan een hulpverlener hierin helpen verbeteren?
Door een goede vertrouwensband, vergroten van eigenwaarde, cliënt mee laten beslissen over de leefomstandigheden.
Hoe werkt splitting bij teams?
Cliënten kunnen de ambivalentie niet toelaten, denken zwart/wit en zoeken hun heil bij ‘goede’ sociaal werkers. Vervolgens kun je dan in teams sceptici of aanklagers krijgen, die zich storen aan collega’s die deze cliënten willen redden met overmatige aandacht.
Wat zijn in de hulpverlening aandachtspunten bij suicidaliteit?
Dit moet altijd bespreekbaar blijven. Interventies richten zich op het ontwikkelen van probleemoplossende vaardigheden, versterken van kwetsbaarheden en vergroten beschermende factoren. Bij crisis moet de focus liggen bij adequate bescherming.
Wanneer wordt gesproken van een paniekaanval?
Komt zeer plotseling op, bereikt een hoogtepunt binnen tien minuten en neemt daarna in heftigheid af. Intense angst, o.a hart- en ademklachten, zweten en trillen, controleverlies.
En wanneer wordt gesproken van een paniekstoornis?
Bij onverwachte en herhalende paniekaanvallen, minimaal een maand bezorgdheid over een nieuwe aanval, en maladaptieve gedragsverandering.
Wat is agorafobie?
Vermijdingsgedrag voor specifieke plaatsen en situaties, veiligheidsgedrag.
Wat is een sociale angststoornis?
Diegene is bang om in sociale situaties zichzelf belachelijk te maken, kritiek te krijgen of niet aan eisen te kunnen voldoen. Aanval bij paniekstoornis is anders, bij deze is het altijd gerelateerd aan een situatie.