psychologische stromingen Flashcards
Welke psychologische stromingen zijn er?
gedragspsychologie, cognitieve psychologie, psychodynamische psychologie, biologische psychologie, humanistische psychologie en systeemtherapie
Wat zijn belangrijke concepten in de gedragspsychologie ?, k
- klassieke conditionering (neutrale stimulus herhaaldelijk word aangeboden met ongecoditioneerde stimulus die automatisch een reactie oproept, na verloop van tijd zal de neutrale stimulus zelf de reactie oproepen zonder de geconditioneerde stimulus (pavlov)
- operante conditionering: het versterken van gedrag door middel van belonen of straffen. volgens skinner worden gedragingen die gevolgd worden door positieve consequenties versterkt en gedragingen die gevolgd worden door negatieve consequenties zullen afnemen. (Skinner)
- observatie leren: suggereert dat mensen leren door het observeren en imiteren van anderen. Dit toont aan dat niet alleen directe ervaring zoals belonen of straffen belangrijk zijn, maar ook observatie van het gedrag anderen beinvloed ons eigen gedrag.
Hoe word gedragspsychologie toegepast in het dagelijkse leven?
Gedragspcyhologie wordt breed toegepast, bijvoorbeeld in het onderwijs (belongsystemen in de klas) ouderschap ( het gebruik van postieve bekrachting bij kinderen) verslavingsbehandeling (bijv beloningsysteem bij afkicken.
Wat betekend cognitieve psychologie?
Cognitieve psychologie is een stroming binnen de psychologie die zich richt op mentale processen, zoals denken, waarnemen, onthouden en probleemoplossen. cognitieve psychologie beschouwd de mens als een soort informatieververwerkingsysteem die informatie opvangt en opslaat, vergelijkbaar met een computer.
Wat zijn belangrijke concepten in de cognitieve psychologie?
- Aandacht: aandacht is een process van het richten op mentale energie op specivieke stimuli. hoe verdelen en selecteren we aandacht, hoe werkt afleiding en waarom hebben we soms moeite met concentratie?
- perceptie: manier waarop we informatie waarnemen en interpeteren, en hoe verwachtingen, kennis en ervaring de perceptie beinvloeden.
- geheugen: Geheugen is een centraal punt in de cognitieve psychologie, het omvat processen als coderen, opslaan en ophalen van informatie. korte termijn, lange termijn en werkgeheugen.
- probleemoplossen en beslissing maken: hoe analyseren mensen problemen en hoe lossen ze ze op, gebruik van logica, redeneren en herkennen van patronen.
- taal: taal is een belangrijk middel voor communicatie en denken
Wat is psychodynamische psychologie?
Psycyodynamische psychologie richt zich op onbewuste processen, innerlijke conflicten en de invloed van vroegere ervaring op huidige gedrag en denken.
Wat zijn belangrijke concepten in de psychodynamische psychologie
- Het onbewuste: volgens freud speelt het onbewuste een centrale rol in de psychodynamische psychologie. Het omvat gedachten, herinneringen en verlangens die we ons niet bewust herinneren, maar die ons gedrag en onze emoties sterk beinvloeden.
- Persoonlijkheidsstructuren:
- Id: het primitieve deel van de persoonlijkheid, dat gericht is op directe bevrediging van behoeften en verlangers, zonder rekening te houden met sociale normen. (het lust principe)
- Ego: het ego ontwikkeld zich om de eisen van de realiteit te voldoen. Het ego probeert het id te beheersen. (realiteitprincipe)
- Superego: dit is het morele kompas en vertegenwoordigd de normen en waarden die we tijdens onze opvoeding hebben geleerd. Het superego kan in conflict komen met het id, en het ego bemiddeld daartussen. - Afweermechanismen: Om innerlijke conflicten en angst de beheersen, maakt het ego gebruik van afweermechanismen zoals ontkenning, rationalisatie en verdringing. Deze als ze te veel worden gebruikt of de realiteit verdraaien.
- Psychoseksuele ontwikkelingsfasen: Freud introduceerde het idee dat kinderen verschillende fases doorlopen waarin zij zich concentreren op specifieke erogene zones. Problemen of fixaties in 1 van deze fasen kan volgens freud later in het leven voor problemen zorgen.
- Overdracht en tegenoverdracht: Binnen de psychodynamische therapie zijn overdracht en tegenoverdracht belangrijke concepten. Bij overdracht projecteert een client onbewuste gevoelens en verwachtingen van eerde relaties (zoals met ouders) op de therapeut. Tegenoverdracht gebeurt wanneer de therapeut zijn of haar eigen gevoelens projecteert op de client.
Hoe wordt psychodynamische psychologie toegepast?
Psychodynamische principes worden vooral toegepast in psychotherapie, waar de focus ligt op het begrijpen en verwerken van onbewuste conflicten en onopgeloste ervaringen uit het verleden.
Een bekende vorm van therapie is psychoanalyse, waarin cliënten worden aangemoedigd om hun gedachten vrij te uiten, dromen te analyseren en overdracht te onderzoeken. Deze benadering helpt om onbewuste motieven en onderliggende problemen bloot te leggen en te verwerken.
Wat betekend humanistische psychologie ?
De humanistische psychologie is een stroming die zich richt op de unieke kwaliteiten van het individu, zoals persoonlijke groei, zelfactualisatie, en het streven naar betekenis en vervulling in het leven. De humanistische psychologie ziet de mens als een vrij en positief wezen dat zelf verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn keuzes en gedrag.
Wat zijn belangrijke concepten in de humanitische psychologie ?
- Zelfactualisatie: Het begrip is ontwikkeld door maslwo, verwijst naar het proces waarin iemand zijn of haar volledige potentieel bereikt. Volgens maslow streven mensen ernaar om te groeien en hun talenten en capiciteiten volledig te ontwikkelen. Dit proces wordt pas mogelijk als aan basisbehoeften, zoals veiligheid en verbondenheid is voldaan. (de pyramide van maslow)
- Maslow’s hierachie van behoeften: Maslow stelde een piramide op waarin hij de behoefte van de mens ordende, van basisbehoeften tot zelfactualisatie aan de top. Volgens maslow moeten de lagere behoeften worden vervuld voordat iemand zich kan richten op zelfactualisatie.
- Zelfbeeld en zelfwaardering
- Onvoorwaardelijke positieve acceptatie
- Persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid
Wat is de volgorde van de piramide van maslow?
- lichamelijke behoeften - veiligheid en zekerheid - sociaal contact - waardering, erkenning en zelfrespect - zelfactualisatie.
Wat is biologische psychologie ?
biologische psychologie is een stroming in de psychologie die zich richt op de biologische basis van gedrag en mentale processen. Deze benadering onderzoekt hoe genetische factoren invloed uitoefenen op gedrag. het doel is om te begrjipen hoe het brein, zenuwstelsen en andere biologische systemen samenhangen met onze gedachten, emoties en gedrag.
Wat zijn belangrijke concepten in de biologische psychologie?
- de neuroanatomie: stuctuur van het zenuwstelsel,
- neurotransmitters: de chemische boodschappers die de communciatie tussen zenuwcellen mogelijk maken (dopamine, serotonine)
- genetica (hoe genen en erfelijkheid invloed hebben op persoonlijkheid, gedrag en kwetsbaarheid voor psychische aandoeningen.
Wat is systeemtheorie?
De systeemtheorie is een benadering binnen de psychologie en sociale wetenschappen die stelt dat indivuen en hun gedrag het beste kunnen worden begrepen in de context van de systemen waar zij in functioneren. (het gezin, de gemeenschap, maatschapij) in plaats van focussen op het individu als geisoleerde eenheid, bekijkt de systeemtheorie het geheel van onderlinge relaties en interacties binnen deze systemen.
Wat zijn belangrijke concepten van systeemtheorie?
- Systeem: Een systeem is een verzameling van met elkaar verbonden delen die als een samenhangend geheel functioneren. Voorbeelden zijn families, organisaties en zelfs de samenleving als geheel. Binnen een systeem beïnvloeden de leden elkaar continu door interactie en feedback.
- Onderlinge afhankelijkheid: Elk onderdeel van een systeem is afhankelijk van de andere onderdelen. Een verandering in een deel van het systeem heeft vaak invloed op andere delen. In een gezinssysteem kan bijvoorbeeld het gedrag van een kind invloed hebben op de dynamiek tussen ouders en andere gezinsleden.
- Feedback: Systemen gebruiken feedback om zich aan te passen en te reguleren. Positieve feedback versterkt bepaalde gedragingen of patronen, terwijl negatieve feedback juist probeert deze te corrigeren of in balans te houden. Zo kan het gedrag van een gezinslid een reactie uitlokken van een ander gezinslid, wat vervolgens het gedrag van de eerste persoon weer beïnvloedt.
- Homeostase en aanpassing: Systemen streven naar stabiliteit en balans, ook wel homeostase genoemd. Als er een verstoring is, zoals een crisis, zal het systeem proberen terug te keren naar een evenwicht. Systemen hebben echter ook het vermogen om zich aan te passen aan veranderingen om hun functioneren te waarborgen.
- Hiërarchie en grenzen: Systemen bestaan uit subsystemen (bijvoorbeeld ouders en kinderen binnen een gezin) die elk hun eigen regels en grenzen hebben. Gezonde systemen hebben duidelijke maar flexibele grenzen, terwijl starre of onduidelijke grenzen kunnen leiden tot problemen, zoals ongezonde afhankelijkheid of isolatie.
- Circulariteit en wederzijdse beïnvloeding: In de systeemtheorie wordt gedrag vaak gezien als een gevolg van circulaire interacties, waarbij geen enkel gedrag of patroon een duidelijke oorzaak of gevolg heeft. In plaats daarvan beïnvloeden mensen elkaar voortdurend in een eindeloze lus van acties en reacties.