grote namen 2 Flashcards
jean piaget
de cognitieve ontwikkeling
Wat zijn piaget´s fases van cognitieve ontwikkeling
- sensorimotorische fase (0-2 jaar)
- preoperationele fase (2-7 jaar)
- concreet - operationele fase (7-11 jaar)
- formeel - operationele fase (12 + jaar)
Sensoritomotische fase piaget
(0-2 jaar) In deze fase verkennen baby’s de wereld door hun zintuigen en motorische acties. Het belangrijkste kenmerk van deze fase is de ontwikkeling van objectpermanentie, het besef dat objecten blijven bestaan, zelfs als ze niet zichtbaar zijn. Dit vermogen ontstaat meestal rond de 8-12 maanden. Kinderen leren in deze fase vooral door directe interactie en experimenteren met oorzaak-gevolgrelaties.
preoperationele fase piaget
(2-7 jaar) In de preoperationele fase ontwikkelen kinderen symbolisch denken; ze beginnen woorden, beelden en gebaren te gebruiken om objecten en gebeurtenissen te vertegenwoordigen. Deze fase wordt gekenmerkt door egocentrisme, waarbij kinderen moeite hebben om het perspectief van anderen te begrijpen. Een ander kenmerk is conservatie: het besef dat eigenschappen van objecten, zoals hoeveelheid, hetzelfde blijven ondanks veranderingen in vorm of uiterlijk. Kinderen in deze fase begrijpen conservatie vaak nog niet volledig.
concreet-operationele fase piaget
(7-11 jaar) In de concreet-operationele fase beginnen kinderen logischer te denken en begrijpen ze concepten als conservatie en reversibiliteit (dat dingen teruggedraaid kunnen worden). Ze kunnen nu logische redeneringen gebruiken, maar alleen met betrekking tot concrete, tastbare dingen. Egocentrisme vermindert in deze fase, waardoor kinderen beter in staat zijn om zich in anderen te verplaatsen en perspectieven van anderen te begrijpen.
formeel - operationele fase piaget
(vanaf ongeveer 12 jaar) In deze fase ontwikkelen adolescenten het vermogen tot abstract en hypothetisch denken. Ze kunnen zich bezighouden met complexe concepten zoals moraliteit, ethiek en wiskundige problemen die geen fysieke representaties hebben. Ze kunnen hypothetisch redeneren en “wat-als”-situaties analyseren, wat hen in staat stelt complexe problemen op te lossen.
John bowlby
hechtingstheorie
hechting als basisbehoefte john bowbly
Delfos legt uit dat Bowlby hechting zag als een fundamentele basisbehoefte. Hij beschreef hoe kinderen van nature de neiging hebben om nabijheid en veiligheid te zoeken bij hun primaire verzorgers, meestal de ouders, om zich veilig te voelen en zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
veilige en onveilige hechting john bowlby
Delfos bespreekt hoe volgens Bowlby een veilige hechting essentieel is voor een gezonde emotionele en sociale ontwikkeling. Wanneer kinderen zich veilig gehecht voelen, ontwikkelen ze vertrouwen in anderen en in zichzelf. Onveilige hechting kan ontstaan wanneer een kind onvoldoende consistentie en emotionele beschikbaarheid ervaart, wat kan leiden tot angst, wantrouwen en problemen in latere relaties
interne werkmodellen john bowbly
Delfos bespreekt Bowlby’s idee van interne werkmodellen, mentale representaties die kinderen ontwikkelen op basis van hun hechtingservaringen. Deze werkmodellen beïnvloeden hoe een kind zichzelf en anderen ziet en vormen de basis voor toekomstige relaties. Kinderen met veilige hechting ontwikkelen doorgaans positieve werkmodellen, terwijl onveilige hechting kan leiden tot negatieve verwachtingen van relaties.
gevoeligheidsperiode john bowbly
Delfos legt uit dat Bowlby geloofde in een kritieke of gevoeligheidsperiode voor hechting, meestal in de eerste paar levensjaren. Tijdens deze periode is het kind extra gevoelig voor de hechtingsrelatie met de verzorger. Als hechting in deze periode verstoord raakt, kan dit langdurige gevolgen hebben voor de emotionele ontwikkeling.
hechting en verlies john bowlby
Delfos bespreekt ook Bowlby’s werk over de effecten van scheiding en verlies op kinderen. Hij beschreef hoe kinderen emotioneel en gedragspatronen ontwikkelen als reactie op verlies of afwezigheid van een verzorger, variërend van verdriet en angst tot terugtrekking of boosheid.
Sigmund Freud
psychosexuele ontwikkeling
Wat zijn de psychosexuele stadia Freud
orale fase (0-1 jaar)
anale fase (1-3 jaar)
fallische fase (3-6 jaar)
latente fase (6-12 jaar)
genitale fase (pubertijd en daarna)
orale fase freud
: In deze eerste fase ligt de nadruk op de mond. Zuigen en bijten zijn hier belangrijk, en volgens Freud kunnen problemen in deze fase leiden tot een “orale fixatie” (bijvoorbeeld roken of overeten in het latere leven).