Psychologische stoornissen Flashcards
3 aspecten voor abnormaal gedrag
- Distress
- Dysfunctional
- culturally deviant ( afwijkend van de norm)
Betekenis Global Assessment of Functioning (GAF)
Maat voor de vaardigheid voor zich zelf te zorgen.
hoger = beter
Wat kan uit een lage niveau GABA resulteren?
Hoge gevoeligkeit - snel angstig
-> angststoornissen kunnen erfelijk zijn
Freud: uitleg neurotic anxiety
sterke onbewuste drijven winnen tegen verdedingsmechanismen van ego -> persoon raakt in paniek
Relatie tussen angst en lichamlijke reactie (Clark)
lichamelijke reacite -> omgezet van hersenen -> angst
-> versterken lichamelijke reactie
3 soorten phobias
- agoraphobia: angst voor openbaare ruimte waar het moeilijk is te ontkomen
- social phobias: angst voor situaties met evaluering van anderen (mogelijk negatief)
- specifieke phobias: angst voor bepaalde dingen - spinnen, honden etc
Generalized anxiety disorder
kronische, langdurende angst die niet an iets specifiek is gerelateert
panic disorder
abrupt en zonder voorspelling, heel intensief
Uitleg: obsessive compulsive disorder
2 componenten:
- obsessions: herhaalende, ungecontroleerde negatieve gedachten, beelden of impulse
- compulsion: gevolg van obsessions, herhaalde gedragingen die zeer zwaar kunnen worden gestopt
uitleg : post traumatic stress disorder (PTSD)
4 symptomen
gevolg van traumatische ervaring
symptomen:
- nieuwe angst, distress, opwinding
- flashbacks van trauma
- persoon ongevoelig en ontwijkt stimulus die an trauma herinneren
- “survivor guilt”
Symptomen depressie
emotioneel/motivationeel/cognitief/somatic
emotioneel: rouw, hopelosheid, angst, geen bespeuren van plezier
motivationeel: geen motivatie, geen drijven, moeite iets te starten
cognitief: negative gedachten over zichzelf, de wereld en de toekomst
somatic: geen honger, geen energie, slaapproblemen, afvallen
3 soorten depressie
- major depressie - unipolair
- dysthymia: minder intensief, maar kronischer - unipolair
- manische depressie - bipolair disorder
Denkwijze depressie
3 aspecten
- depressive cognitive triad: egatieve gedachten over de wereld, zichzelf en de toekomst
- depressive attributional pattern: negatief gebeurtenis als gevolg van persoonlijke failen, positief gebeurtenis als gevolg van externe invloeden
- learned helplesness theory: slechte dinge gaan gebeuren, onvermogen voor te komen of te verwerken