Psychodynamische psychotherapie Flashcards

1
Q

Freud maakte onderscheid tussen pre-bewuste en onbewuste mentale content

A

topografische theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fenomenen als versprekingen, onbedoelde acties en namen/woorden vergeten en vervangen

A

Parapraxen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onthulling van onbewuste wensen of gevoelens

A

Freudian slip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mensen zijn bewust verward en onbewust gecontroleerd

A

Psychisch determinisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cliënt ervaart de clinicus als een significant persoon uit het verleden

A

overdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

overdracht van de behandelaar op de client

A

counter transference

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een psychotherapeutische interventie kan een repressie van herinneringen verlichten volgens Freud

A

abreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onbewuste verplaatsing van gevoelens van de ene bron naar de andere

A

displacement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onacceptabele wens afweren door een tegenovergestelde eigenschap

A

reactieformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

loskoppelen van affect

A

isolatie van affect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

magisch denken met symbolische actie om onacceptabele gedachte of actie ongedaan te maken

A

undoing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

overdracht van pijnlijke gevoelens naar lichaamsdelen

A

somatisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symbolische representatie van intra-gysiek conflict

A

conversie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onbewust tegenstrijdige gevoelens splitsen

A

splitting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aspecten van jezelf ontkennen en toekennen aan een ander

A

projectieve identificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

onbewust een extern object symbolisch opnemen als deel van jezelf

A

introjectie

17
Q

ontwikkeling van id en superego

A

ontwikkelingsmodel van mentalisatie