Probleem 6: Emotions Flashcards

1
Q

cognitie

A

perceptie van situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevoelens

A

gevoelsmatige ervaring van een situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

acties

A

reactie op een situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

principle of antithesis

A

tegengestelde boodschappen worden over het algemeen gekenmerkt door tegenovergestelde bewegingen en houdingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

display rules

A

ongeschreven regels in samenlevingen over het uiten van emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

common sense benadering

A

emotie > gedrag > autonome activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

james lange theorie

A

autonome activiteit > gedrag > emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cannon bard theorie

A

emotionele stimuli hebben twee onafhankelijke effecten: emotie en autonome activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moderne bio-psychologsiche theorie

A

alle 3 de kenmerken beïnvloeden elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sham range

A

de overdreven en ongerichte agressieve reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

facial feedback hypothese

A

onze gezichtsuitdrukkingen kunnen onze emoties beinvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

micro expressies

A

korte gezichtsexpressies van de echte emotie doorbreken vaak de valse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

supressie paradigma

A

emoties moeten onderdrukt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reappraisal paradigma

A

emoties moeten heropgeroepen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rechterhersenhelft model

A

stelt dat de rechterhersenhelft gespecialiseerd is in alle aspecten van emotionele verwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

valentie model

A

stelt dat de rechterhersenhelft gespecialiseerd is in het verwerken van negatieve emoties en dat de linkerhersenhelft gespecialiseerd is in het verwerken van positieve emoties.

17
Q

behavioral activation system

A

linkerhersenhelft

gemiddelde autonome opwinding, neiging tot actie

18
Q

behavioral inhibition system

A

rechterhersenhelft

remt acties en stimuleert emoties zoals angst en walging

19
Q

spiegelneuronen

A

spelen een rol bij de controle van bewegingen en zijn betrokken bij het leren om acties van anderen te imiteren.

20
Q

angst

A

emotionele reactie op dreiging

21
Q

startle reflex

A

respons op een onverwachte stimuli

22
Q

laterale nucleus

A

is verantwoordelijk voor de verwerving, opslag en expressie van angst.

23
Q

basale nucleus

A

stuurt informatie vanuit te laterale nucleus door naar de prefrontale cortex en de centrale nucleus.

24
Q

centrale nucleus

A

stuurt informatie door naar de hypothalamus, ponsen en medulla die verantwoordelijk zijn voor de uitdrukking van bepaalde onderdelen van een emotionele respons.

25
Q

defensief gedrag

A

gedrag waarbij de primaire functie is om jezelf te beschermen

26
Q

agressief gedrag

A

gedrag waarbij de primaire functie is om te schaden of te bedreigen

27
Q

target site concept

A

het idee dat het agressieve en defensieve gedrag van een dier zijn ontwikkeld om bepaalde kanten van het lichaam van een prooi aan te vallen terwijl bepaalde kanten van het eigen lichaam worden beschermd.

28
Q

triple imbalance hypothese

A

de reden dat de effecten van testosteron niet indrukwekkend zijn is dat agressie ook afhankelijk is van andere chemicaliën.