Probleem 6 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is een Formatieve Assesment? + voorbeeld

A

Tijdens de lessen verzamelen leraren constant info. over de voortgang van de sutdenten d.v.m. kleine toetstjes –> hierop passen ze de instructies aan.
E.g. tutor of chair die verdiepende vragen stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een Summatieve assesment? + voorbeeld

A

Na het einde van een periode krijg je een toets om te beoordelen of je de lesstof snapt
E.g. tentamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bevordert de constant aangepaste instructies/begeleidingen van de FA voor studenten?

A

Meer motivatie en prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een Low-Level FA? + voorbeeld

A

Het is een basis toets die alleen een paar FA karakteristieken bevatten –> e.g. MC quiz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een High-Level FA? + voorbeeld

A

Toets die meerdere FA karakteristieken bevatten en een dieper inzicht in het leren van studenten tonen –> e.g. verslag van practicum en daarover een presentatie voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet “Attributions for succes’’ eruit bij de Low-Level FA?

A

Komt door externe factoren, zoals de leraar of geluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet ‘‘Attributions for succes’’ eruit bij de High-Level FA?

A

Komt door interne, instabiele factoren, zoals inspanning van student

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet ‘‘Attributions for succes’’ eruit bij de High-Level FA?

A

Komt door interne, instabiele factoren, zoals inspanning van student

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet ‘‘Type of motivation’’ eruit bij de Low-Level FA?

A

Meestal extrinsieke motivatie, zoals een voldoende halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet ‘‘Type of motivation’’ eruit bij de High-Level FA?

A

Meestal intrinsieke motivatie, zoals de leerstof willen begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet een uitvoering van Low-Level FA eruit?

A

FA is meestal na instructies en opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet de uitvoering van High-Level FA eruit?

A

FA is meestal gedurende de instructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie zijn betrokken bij Low-Level FA?

A

Leraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie zijn betrokken bij High-Level FA?

A

Leraar en leerlingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe worden instructionele aanpassingen uitgevoerd bij Low-Level FA?

A

Meestal zijn de aanpassingen al geschreven/voor gepland en hier houdt de leraar zich aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden instructionele aanpassingen uitgevoerd bij High-Level FA?

A

Meestal zijn de aanpassingen flexibel en niet gepland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Benoem de 5 stappen van de Formative Assesment Cycle

A
  1. Voortdurende assesment: leraar verzamelt info. over de voortgang van studenten
  2. Voortdurende feedback: op basis van de verzamelde info. geven leraren feedback aan de studenten over hun leren en werk
  3. Gebaseerd op de verzamelde info. en feedback van leraar maken leraren aanpassingen in hun instructies/begeleiding gebaseerd op de behoeften van de studenten
  4. De aanpassingen zorgen voor een toename van motivatie bij de studenten
  5. De motivatie zorgt ervoor dat studenten voortdurend betrokken zijn bij de lessen en dit leidt tot verbeteringen in hun werk en prestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de 5 key practices van FA?

A
  1. Leraren moeten studenten voorzien van duidelijke leerdoelen –> als studenten weten wat ze moeten doen is FA het meest effectief
  2. Leraren moeten studenten feedback geven over hun werk, zodat zij hun eigen leren kunnen verbeteren
  3. Leraren tonen aan dat positieve resultaten te maken heeft met de inspanning van studenten
  4. Leraren moedigen zelfevaluatie aan voor metacognitieve vaardigheden (belangrijk voor leren)
  5. Leraren helpen de studenten om haalbare doelen op te stellen die hun leren verbeteren
19
Q

Studenten hebben een voorkeur aan een approach, welke 2 zijn dit?

A

Deep en surface approach

20
Q

Waar ligt de focus bij deep approach?

A

Op betekenis en begrijpen

21
Q

Waar ligt de focus op surface approach?

A

Op het herhalen en reproduceren

22
Q

Wat is de deep strategy en bij welke approach hoort het?

A

Strategieën die gebruik maken van zowel de theorie als praktijk onderdelen van het leermateriaal –> deep approach

23
Q

Wat is de deep motive en bij welke approach hoort het?

A

Intentie van het leren is om de leerstof te begrijpen of betekenis te geven –> deep approach

24
Q

Wat is de surface strategy en bij welke approach hoort het?

A

Strategieën om de afzonderlijke stukjes info. te stampen –> surface approach

25
Q

Wat is de surface motive en bij welke approach hoort het?

A

Intentie om te reproduceren voor de toets en de toets te behalen –> surface approach

26
Q

Hoe werd het onderzoek van Schouller over MSQ vs. Essay gemeten?

A

3 vragenlijsten over: approaches, percepties en voorkeuren + resultaten van MSQ + essays toetsen

27
Q

Wat blijkt uit de resultaten (approach, prestatie, perceptie en voorkeur) van het onderzoek van Schouller over de MSQ?

A
  • Surface approach: meest gebruikt en geeft betere resultaten
  • Prestatie: surface approach zorgt voor hogere resultaten bij MSQ
  • Perceptie: alleen kennis en lagere lvls van cognitieve processen
  • Voorkeur: als je MSQ als toetsmethode als voorkeur heeft –> heb je een voorkeur aan surface strategy, maar niet surface motive
28
Q

Wat blijkt uit de resultaten (approach, prestatie, perceptie en voorkeur) van het onderzoek van Schouller over de essay assignment?

A
  • Deep approach: meest gebruikt en geeft betere resultaten
  • Prestatie: deep approach zorgt voor hogere resultaten bij essay
  • Perceptie: hogere lvls van vaardigheden en competenties
  • Voorkeur: als je essays als een voorkeur van toetsmethode hebt –> heb je een voorkeur voor deep approach
29
Q

Welke 2 educatie implicaties benoemt het artikel van Schouller

A
  1. Keuze van toetsing aanpassen aan het leerdoel –> essays = deep approach & MSQ = surface approach
  2. Percepties van studenten van de assessment is belangrijk bij het bepalen van welke approach ze gaan toepassen bij het leren
30
Q

Wat zijn High-stakes testings? + voorbeeld

A

Assesments die grote gevolgen hebben voor studenten, de school of systemenen
E.g. CITO, 21+ toelatingstoets

31
Q

Wat is het doel van het artikel van Jones over high-stakes testing?

A

Kijken naar de onbedoelde gevolgen van high-stakes testing op de volgende 4 gebieden
1. De toetsen gebruiken als middel om docenten verantwoordelijk te houden
2. De effecten van de toets op de instructies/begeleiding
3. De effecten van de toets op de motivatie van leraren en studenten
4. De effecten van de toets op studenten die het risico lopen op schooluitval

32
Q

Wat zijn de neg. resultaten (2) van high-stakes testing als middel om docenten verantwoordelijk te houden?

A
  1. De toetsen beperken zich alleen tot wat er geleerd moet worden, maar les geven en leren is veel complexer dan dat
  2. Grote beslissingen mogen niet genomen worden alleen op basis van de scores van een toets
33
Q

Wat is de pos. resultaat (1) van high-stakes testing als middel om docenten verantwoordelijk te houden?

A

Er wordt gehouden aan academische standaarden en dit zorgt ervoor dat leraren de focus leggen het leren van de vereiste standaarden

34
Q

Wat zijn de neg. resultaten (6) van high-stakes testing op instructies/begeleiding?

A
  1. Gestandaardiseerde testen focussen alleen op een paar onderwerpen en de andere onderwerpen worden vergeten
  2. Het ontwikkelen van basis academische en cognitieve vaardigheden wordt beperkt
  3. Studenten zijn minder betrokken bij de lessen
  4. Studenten ervaren minder diepgaand leren en begrijpen doordat er zoveel onderwerpen worden getoetst dat er geen tijd is voor diepgang per onderwerp
  5. Leraren voelen zich gedwongen om les te geven van het vereiste curriculum –> dit leidt tot lage levels van kennis en vaardigheden (stampen i.p.v. begrijpen)
  6. Leraren worden beperkt in het lesgeven, creativiteit en het vervullen van de behoeften van de leerlingen
35
Q

Wat zijn de neg. resultaten (5) van high-stakes testing op de motivatie van studenten en leraren?

A
  1. High-stakes testing zijn altijd extrinsieke motivatoren, omdat het vooral gaat om de toets te behalen (grote beslissing)
  2. Op korte termijn kunnen high-stakes testing wel een motivatie zijn voor extrinsieke beloningen (e.g. eindexamens halen), maar op lange termijn ervaren studenten minder plezier in het onderwerp
  3. De toetsen zorgen voor een stressvolle omgeving
  4. Er is een kans dat studenten stoppen met school –> leraren geven studenten die de toetsen niet zullen halen minder aandacht
  5. Leraren ervaren meer stress –> dit leidt tot een negatieve attitude naar hun beroep, minder plezier in beroep
36
Q

Wat zijn de neg. resultaten (2) van high-stakes testing op andere effecten van het onderwijs?

A
  1. De toetsen zijn duur en daardoor is er minder geld voor andere benodigdheden
  2. Zorgen voor een negatief beeld van publieke onderwijs
37
Q

Wat zijn de neg. resultaten (4) van high-stakes testing op studenten met leer- of gedragsproblemen?

A
  1. Mindere prestaties vergeleken met studenten die geen problemen ervaren, ongeacht de extra steun
  2. De sample voor de onderzoeken die worden gebruikt om het gemiddelde score van een toets te berekenen zijn vaak exclusief studenten met problemen –> er wordt geen rekening met ze gehouden, dus lagere scores
  3. De negatieve effecten komen bovenop de negatieve effecten die studenten zonder problemen ook ervaren
  4. Toename van anxiety
38
Q

Wat zijn de neg. resultaten (5) van high-stakes testing op studenten van lage SES families?

A
  1. Vaak behoren ze ook tot minderheidsgroepen en/of hebben ze een lagere lvl van Engels –> deze groepen scoren allemaal lager op gestandaardiseerde toetsen
  2. Vaker les krijgen van leraren van mindere kwaliteit
  3. Geen/minder bronnen van thuis om voor de toets voor te bereiden
  4. Scholen met veel lage SES families hebben beperkte toegang tot educationele diensten
  5. Vaak afhankelijk van voorzieningen van school voor relevante ervaring (r.g. cultureel, beroep) —> als dit wegvalt dan is er een gebrek aan kennis die relevant kunnen zijn bij de toetsen
39
Q

Wat zijn de neg. resultaten (1) van high-stakes testing op studenten van minderheidsgroepen?

A
  1. African-Americans: door stereotype threat (= angst om de negatieve stereotype te bevestigen) –> lager scoren op toetsen
40
Q

Wat zijn de neg. resultaten (2) van high-stakes testing op studenten met beperkte/verminder Engelse taalvaardigheden?

A
  1. Vaak behoren zij tot minderheidsgroepen en/of komen van lage SES families –> deze groepen scoren al lager
  2. De toetsen zijn geen goede representatie van de vaardigheden en kennis die studenten met beperkte/verminderde Engelse taalvaardigheden bezitten
41
Q

Waarom is het voor hoog presterende learners beter om uitgestelde feedback te krijgen?

A

Ze kunnen beter terugkijken naar voorkennis en foute info. heroverwegen –> uitgestelde feedback kan hun tijd geven om info. actief te verwerken

42
Q

Waarom is het voor laag presterende learners beter om onmiddellijke feedback te krijgen?

A

Ze kunnen minder goede basis info. begrijpen –> onmiddellijke feedback laat het toe om conceptuele fouten te verbeteren

43
Q

Wat is Constructive Alignment?

A

Op het elkaar afstemmen van de opgestelde leerdoelen, de leer- en onderwijsactiviteiten en de evaluaties

44
Q

Welke 4 algemene assesment methoden zijn er?

A
  1. Selected-response assesment –> e.g. meerkeuze
  2. Constructured-response assesment –> e.g. essays
  3. Performance methode –> e.g. presentaties
  4. Portoflio