Probleem 5 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is transfer?

A

Iets leren in 1 situatie beïnvloed het leren in een andere situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is transfer belangrijk?

A

Zonder transfer weet je niet hoe je je moet gedragen in nieuwe situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de relatie van transfer met school? Gebruik het begrip: insert knowlegde

A

Transfer is belangrijk voor learners om te leren –> learners maken op school vooral gebruik van insert knowlegde = kennis wat je op school leert kan je niet buiten school toepassen

  • Ideaal = kennis wat je leert op school ook toepassen buiten school voor dagelijkse problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen positieve transfer en negatieve transfer?

A

Positieve transfer helpt wat je geleerd hebt in de ene situatie in de volgende situatie –> e.g. als je weet hoe schakel rijdt dan kan dit voordelen hebben voor automatisch rijden op gebieden, zoals voertuigbeheersing (wel zelfde)

Negatieve transfer belemmert wat je hebt geleerd in de ene situatie in de volgende situatie –> e.g. als je weet hoe je schakel rijdt dan kan dit nadelen hebben voor automatisch rijden op gebieden, zoals te hard drukken op de gas (niet zelfde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen verticale transfer en laterale transfer?

A

Verticale transfer moet je eerst de basiskennis hebben om verder hierop voort te bouwen, het is hiërarchisch –> e.g. eerst +, -, x en : kennen voordat je formules gaat uitrekenen

Laterale transfer heb je geen basiskennis nodig voor het leren van iets nieuws, maar basiskennis kan het wel makkelijker maken –> e.g. om duits te leren hoef je geen nl te kunnen, maar het kan het wel makkelijker maken door de overlappingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen nabije transfer en verre transfer?

A

Nabije transfer hebben de situaties vergelijkbare karaktristieken en structuur –> e.g. als je weet hoe je een auto moet rijden dan kan je deze kennis transferen voor het rijden van een klein busje

Verre transfer hebben de situaties op bepaalde onderliggende karaktristieken (dus niet oppervlakkig) vergelijkingen –> e.g. als je weet hoe je in de keuken een mes moet gebruiken om te snijden dan kan je deze kennis transferren voor het gebruik van gelijksoortige messen om mee te snijden in de jungle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen specifieke transfer en algemene transfer?

A

Specifieke transfer hebben de situaties overlappende kenmerken –> e.g. dierenarts kan de kennis die hij heeft voor de autonomie van de mens transferen op het leren van de autonomie van dieren

Algemene transfer hebben de situaties verschillende inhoud en structuur –> e.g. je leert zelfregulatie op school en dit kan in andere contexten ook toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Komt nabije of verre transfer vaker voor?

A

Nabije transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onder welke transfer vallen zowel nabije als verre transfer bij en waarom?

A

Specifieke transfer –> nabije en verre transfer hebben allebei te maken met vergelijkbare elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Over welke soort transfer twijfelen sommige theoriën over het bestaan?

A

Algemene transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het uitgangspunt van de Formal Discipline?

A

Leren in één situatie verbeterd altijd het leren in de volgende situatie, ongeacht de verschillen tussen de situaties –> transfer door mentale oefeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van welke soort transfer gaat de Formal Discipline van uit?

A

Algemene transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het uitgangspunt van de Identical Elements Theory (Thorndike)

A

Alleen transfer wanneer beide situaties identieke elementen (= zelfde specifieke stimulus-respons associaties) bevatten –> transfer door identieke elementen en niet mentale oefeningen (formal discipline)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het uitgangspunt van de Similarity of Stimuli and Responses Theory?

A

Transfer door hoe vergelijkbaar de stimulus en response is tussen de 2 situaties, 3 principes:
1. Maximale pos. transfer: stimuli & response = response & response
2. Beetje pos. transfer: stimuli = stimuli OF response = reponse
3. Neg. transfer: stimuli & response ≠ stimuli & response

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het uitgangspunt van de Importance of Retrieval Theory?

A

Transfer kan alleen opgehaald (retrieval) worden wanneer het geleerd is tijdens een kritieke periode –> hierdoor niet mogelijke om alle relevante info. op te halen in een situatie waar het handig kan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat beïnvloedt welke info. wordt opgehaald uit de working memory bij de Importance of Retrieval Theory?

A

Aan- of afwezigheid van algemene cues in de transfer situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het uitgangspunt van Situated Learning?

A

Geleerde info is context gebonden = associaties met omgeving & interactie met omgeving –> veel school leren is dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het uitgangspunt van de Learning How to Learn?

A

Algemene transfer bestaat, maar specifieke transfer komt vaker voor –> leren in 1 situatie kan invloed hebben op leren in een andere situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is er nodig voor het individu om te leren hoe het moet leren?

A

Metacognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke 3 dingen kunnen ook getransferd worden naar een andere situatie?

A

Emotionele reacties, motivaties en attitudes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het uitgangspunt van de Theory of Low and High Road transfer?

A

Er zijn 2 manieren waarop je kennis kan transferren op nieuwe situaties:
1. Low road: automatische transfer, omdat je al veel ervaring met een vergelijkbare taak heb –> e.g. je kan al vanaf kind je bed opmaken dus deze taak gaat automatisch
2. High road: bewust nadenken over een taak, omdat je weinig tot geen ervaring hebt met vergelijkbare taken –> e.g. psycholoog die een computer game ontwikkeld

22
Q

Wat is het uitgangspunt van de Theory of Analogy and Abstraction?

A

Door middel van analogieën en abstractie kan je nieuwe kennis begrijpen en toepassen –> maar je moet de onderliggende principes wel goed begrijpen om een analogie of abstractie te maken

23
Q

Welke 7 factoren kunnen zorgen voor een betere transfer?

A
  1. Betekenis vol leren (= nieuwe info. linken aan voorkennis)
  2. Grondig en zorgvuldig leren
  3. Vergelijkbaarheid van situaties
  4. Principes leren i.p.v specifieke feitjes
  5. Voorbeelden en oefeningen een taak
  6. Zo min mogelijk tijdsinterval tussen situaties
  7. Cultuur stimulatie
24
Q

Wat is adaptieve expertise?

A

Wat je op school leert kan je ook toepassen buiten school voor dagelijkse taken/problemen

25
Q

In welke soort expertise falen studenten vaak in?

A

Adaptieve expertise (= info. geleerd op school kunnen toepassen in situaties buiten school)

26
Q

Welke 15 suggesties zijn er voor het toepassen van adaptieve expertise in het onderwijs?

A
  1. Studenten betekenisvolle info. leren en grondig leren studeren
  2. Studenten probleemoplossende strategieën leren op betekenisvolle manieren
  3. Studenten ontdekkende activiteiten en verklarende instructies aanbieden voor probleemoplossende vaardigheden
  4. Studenten een mental set laten ontwikkelen door aanmoediging van culture of transfer
  5. Studenten veel laten oefenen met vereiste vaardigheden totdat ze automatisch worden
  6. Studenten laten oefenen met het identificeren van problemen in de klas
  7. Leraren moeten de verschillen tussen ideeën benaderukken i.p.v. de overeenkomsten om neg. transfer te minimaliseren
  8. Studenten algemene probleemoplossende vaardigheden (zowel cognitief als metacognitief) leren voor het verbeteren van probleemoplossende vaardigheden
  9. Studenten strategieën leren voor het definieren van ill-defined problemen
  10. Studenten scaffolding aanbieding bij het oplossen van moeilijke problemen
  11. Probleemoplossende activiteiten in kleine groepen aanmoedigen –> samenwerken = scaffolding
  12. Studenten authentieke/real-world activiteiten aanbieden
  13. Studenten digitale technologieën aanbieden waarmee ze real-world problemen kunnen oplossen
  14. Oefeningen in klas moeten transfer en probleemoplossende vaardigheden kunnen meten
27
Q

Wat is lokale kennis?

A

Kennis die specifiek is voor een specifieke context

28
Q

Wat is lokale kennis?

A

Kennis die specifiek is voor een specifieke context –> e.g. huisarts heeft lokale kennis over de protocollen van de praktijk in NL

29
Q

Wat voor soort kennis maakt transfer makkelijk en wat voor soort maakt het moeilijker?

A

Lokale kennis = beperking & algemene kennis = voordelig

30
Q

Is lokale kennis nodig voor algemene of expertise prestaties en waarom?

A

Expertise prestaties, want die zijn afhankelijk van een grote kennisbasis van de gespecialiseerde kennis

31
Q

Onder welke 5 omstandigheden vindt transfer plaats?

A
  1. Grondige en diverse oefeningen
  2. Expliciete abstractie
  3. Actieve zelfmonitoring
  4. Opwekken van mindfulness
  5. Metaforen en analogieën gebruiken
32
Q

Wat houdt transfer door affordances in?

A

Door het herkennen en begrijpen van de mogelijkheden voor acties in een bepaalde context –> kan je de affordances transferen op een andere context met vergelijkbare affordances

33
Q

Wat zijn affordances?

A

Alle mogelijkheden in een omgeving die het makkelijker maken om bepaalde vaardigheden of prestaties te verkrijgen

34
Q

Welke 4 mechanismen kunnen transfer bevorderen?

A
  1. Abstractie
  2. Affordances
  3. Hugging - low road
  4. Bridging - high road
35
Q

Wat houdt hugging bij Low Road in? + voorbeeld

A

De instructies/begeleiding betrekt de leerlingen direct bij de benadering van de gewenste prestaties –> e.g. leraar praat niet alleen over examenstrategieën, maar geeft de leerlingen ook oefenexamens

36
Q

Wat is het voordeel van hugging (low road)?

A

Vergroot de kans dat er later automatische transfer plaatsvindt

37
Q

Wat houdt Bridging van de High Road in? + voorbeeld

A

Het aanmoedigen van abstracties, zoeken naar mogelijke verbindingen, mindfullness en metacognitie –> e.g. leraar vraagt de leerlingen om een examenstrategie te bedenken op basis van hun voorkennis

38
Q

Wat zijn instructional practices en noem 4 voorbeelden ervan

A

Het zijn methoden/technieken die worden gebruikt om kennis en vaardigheden over te dragen aan learners
1. PBL
2. Communities of Practice (COP)
3. Cognitive Apprenticeship (CA)
4. Game based learning (GBL) & Stimulations

39
Q

Wat is het voordeel van effectieve instructional practices?

A

Ze kunnen bijdragen aan het bevorderen van transfer van kennis en vaardigheden in nieuwe situaties

40
Q

Wat is Communities of Practice (COP)? + voorbeeld

A

Een groep mensen die een gemeenschappelijk doel hebben en samenwerken hieraan –> delen kennis en ervaringen, stellen vragen, geven feedback
E.g. leraren die samenwerken om de lesmethoden te verbeteren

41
Q

Wat is Cognitive Apprenticeship (CA)? + voorbeeld

A

Learners en experts werken samen om de taak te begrijpen en deze toe te passen in een authentieke context. De experts zijn de coach/modeling.
E.g. piano leren met behulp van een piano leraar

42
Q

Wat is Game Based Learning (GBL) & Simalutations? + voorbeeld

A

Educatieve spellen om kennis en vaardigheden te verbeteren op een leukere en interactievere manier
E.g. Robbies speelland om met taal en rekenen te oefenen

43
Q

Welke context is voor situated learning het meest effectief?

A

Authentieke, real-world settings

44
Q

Welke context is voor situated learning niet effectief?

A

Abstracte omgevingen of omgevingen die niks met de context te maken hebben

45
Q

Eén van de claims van situated learning is: ‘‘De omgeving beïnvloedt hoe en wat we leren’’. Zijn de auteurs van het artikel hier mee eens of niet? Beargumenteer dit

A

Mee eens, maar de implicatie van deze claim is in het onderwijs vaak overdreven toegepast. Omgeving heeft een belangrijke invloed in het leren, maar transfer is nog steeds mogelijk.
- Context dependency effect: transfer is het sterkst in dezelfde omgeving

46
Q

Eén van de claims van situated learning is: ‘‘Er is geen transfer tussen taken’’. Zijn de auteurs van het artikel hier mee eens of niet? Beargumenteer dit

A

Niet mee eens. Transfer tussen taken is wel mogelijk en de mate van transfer wordt beïnvloed door de verschillen en overeenkomsten tussen de taken –>
Veel vergelijkingen = transfer
Weinig vergelijkingen = beperkte transfer

47
Q

Eén van de claims van situated learning is: ‘‘Abstracte manier van leren is niet effectief’’. Zijn de auteurs van het artikel hier mee eens of niet? Beargumenteer dit

A

Niet mee eens. Abstracte manier van leren kan effectief zijn wanneer de nadruk op algemene situatieszijn i.p.v. specifieke situaties.

48
Q

Eén van de claims van situated learning is: ‘‘Instructies moeten plaatsvinden in sociale omgevingen’’. Zijn de auteurs van het artikel hier mee eens of niet? Beargumenteer dit

A

Eens. Leren is het meest effectief in sociale omgevingen, omdat het samenwerking bevordert. Maar de implicaties van de claim in het onderwijs is vaak overdreven –> er zijn ook andere manieren.

49
Q

Waarom zijn nabije en verre transfer deel van specifieke transfer?

A

Nabije en verre transfer hebben overlappingen in inhoud of structuren, zoals bij specifeke transfer

50
Q

Welke factor heeft de grootste kans om High-Road transfer aan te moedigen?

A

Betekenisvol leren –> want je begrijpt de onderliggende relaties dan

51
Q

Waarom moedigt analogieën geen High-Road transfer?

A

Analogieën zijn beperkt en hebben verdere uitleg nodig om het te snappen