Probleem 3.1 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is een digital native?

A

De term digital natives werd bedacht door Prensky (2001). Deze groep van digital natives, de groep die geboren is na 1984, wordt steeds groter en wordt gekenmerkt door het feit dat zij geen leven kennen zonder digitale technologie. Prensky bedacht de term gebaseerd op waarnemingen van gedragingen van deze generatie en niet op wetenschappelijk onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke veronderstellingen had Prensky over digital natives?

A

Digitale natives zouden specifieke en unieke kenmerken hebben die hen anders maakt dan de generaties voor hen;
Digitale natives zouden geavanceerde technische digitale vaardigheden en leer voorkeuren hebben waar het traditionele onderwijs niet voor geschikt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer we ervan uitgaan dat digital natives niet bestaan, heeft dit enkele consequenties. Welke consequenties zijn dit?

A

Leraren moeten niet aannemen dat hun leerlingen vaardigheden en capaciteiten hebben die ze eigenlijk niet hebben. Vaardigheden moeten eerst worden aangeleerd voordat ze kunnen worden toegepast;

De kloof tussen digitale natives en digitale immigranten is mindergroot dan wordt beweerd. Daarnaast kan deze kloof worden overbrugd.

Digitale geletterdheid is een belangrijk onderwerp in het onderwijs. Leraren en toekomstige leraren moeten leren omgaan met (online) informatie en ook anderen onderwijzen hierover;

Omdat digital natives niet bestaan, moet het onderwijs ook niet worden veranderd. Het veranderen van het onderwijs mag niet digital natives als excuus hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is multitasken?

A

Multitasking betekent dat een persoon in staat is gelijktijdig twee
of meer informatieverwerkingsprocessen uit te voeren die allemaal kennis en informatieverwerking vereisen.

Het probleem is dat het menselijke brein één kern is van het cognitieve systeem. Hierdoor moet een persoon snel kunnen schakelen. Hierdoor lijkt het alsof twee informatieprocessen tegelijk plaatsvinden, maar dit is eigenlijk het resultaat van snel schakelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn negatieve gevolgen van multitasking?

A

Zelfs als iemand in staat is om te multitasken of snel tussen taken te schakelen, is dit misschien niet gunstig voor het individu, voor het leren of voor hun nauwkeurigheid.

Een lagere Grade Point Average (GPA). Door multitasken gaat er namelijk tijd verloren die ook aan het leerwerk kon worden besteed.

Minder gevoelig voor visuele veranderingen, vatbaarder waren voor valse herinneringen en langzamer waren in het wisselen van een taak.

Daarnaast kunnen ze minder goed vrijwillig
hun aandacht beperken tot taakrelevante informatie;

Minder goed in staat om afleiding te blokkeren en zich op een enkele taak te richten. Studenten die hiervoor gevoelig zijn, hebben vaker een lagere GPA;

Uit onderzoek bleek ook dat degenen die meer tijd op sociale-mediaplatforms doorbrengen, een kleinere dichtheid van grijze stof bleken te hebben in de anterieure cingulate cortex -
het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het regelen van de uitvoerende functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor consequenties en maatregelen zijn er nodig door multitasken?

A

Het is nodig om leerlingen, studenten en docenten te leren over de negatieve effecten van multitasking;

Doordat we weten wat de negatieve gevolgen zijn, kunnen we gedrag van multitasken elimineren. Zo kunnen leraren ervoor kiezen geen laptops te gebruiken in de klas;

Technologie moet niet volledig worden verwijderd uit het onderwijs, maar er moet gebruik worden gemaakt van de juiste tools op het juiste moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het multimedia principe?

A

Men leert beter van tekst met afbeelding dan van alleen teskt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 variaties van afbeeldingen zijn er?

A

Instructive graphics, seductive graphics, decorative graphics en geen afbeeldingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn instructive graphics?

A

Afbeeldingen relevant voor het leerdoel. Ze vergemakkelijken de leerstof te begrijpen. Bijvoorbeeld foto van de pony expres in een les over vroege postbezorgingssystemen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn seductive graphics?

A

Deze afbeeldingen zijn interessant, maar niet relevant voor het
leerdoel. Bijvoorbeeld een foto van populaire filmster in een les over vroege postbezorging systemen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn decorative graphics?

A

Neutrale afbeeldingen niet relevant voor het leerdoel. De
afbeeldingen zijn cognitief neutraal en zijn bedoeld om een aangename sfeer te creëren zonder storend te zijn. Bijvoorbeeld een foto van een waterval in een les over vroege postbezorging systemen;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke invloed bleken de afbeeldingen te hebben op performance?

A

Instructive graphics zorgen voor betere performance;

Seductive graphics zorgen voor een slechtere performance;

Decorative graphics hebben geen invloed op performance.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke invloed bleken de afbeeldingen te hebben op cognitieve belasting?

A

Instructive graphics zouden relevante cognitieve belasting stimuleren.

Daarentegen zouden seductive graphics externe cognitieve belasting stimuleren. Hierdoor hebben leerlingen meer aandacht voor de omgeving waardoor een beperkte aandacht voor de leerstof ontstaat.

Ten slotte zouden decorative graphics geen invloed hebben op leerprestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke invloed bleken de afbeeldingen te hebben op tevredenheid?

A

Afbeeldingen hebben een positief effect op leer tevredenheid. Studenten waren het meest tevreden bij decoratieve graphics.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is media multitasken?

A

Met media multitasking wordt het wisselen van aandacht tussen media (zoals telefoon, laptop, televisie) en leerstof bedoeld. Er wordt gekeken naar de effecten op verschillende gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat stelt de bottleneck theory of attention?

A

Volgens de bottleneck theory of attention kan aandacht slechts op één taak tegelijk worden gericht. Deze theorie zegt dat stimuli binnenkomen via een ‘flessenhals’ waarin slechts één item per keer kan worden verwerkt.

17
Q

Welke 2 theorieën zijn er over de consequenties van media multitasking?

A

Scattered attention hypothesis: stelt dat het brein mentale resources beheert om taken af te ronden. Aandacht is een gelimiteerde resource. Media multitasken zorgt voor het versneld uitputten van deze resource, waardoor performance vermindert op de oorspronkelijke taak;

Trained attention hypothesis: stelt dat frequent mediagebruik cognitieve controle kan trainen en verbeteren.

18
Q

Wat zijn de effecten van multitasken binnen het klaslokaal?

A

De ‘high text messaging groep een verminderde score van 10,6%.

Bij de ‘moderate text messaging’ groep werd geen verschil gevonden. Echter hoe langer het duurde voor een bericht werd beantwoord, hoe beter de performance.

Deze onderzoeken ondersteunen de bottleneck theory of attention en de scattered attention hypothesis.

De onderzoeken tonen aan dat het proberen te volgen van de lesstof terwijl men tegelijk bezig is met media een nadelig effect heeft op leren.

19
Q

Wat zijn de effecten van multitasken buiten het klaslokaal?

A

Junco en Cotten ( 2012) vermoedde dat Facebook of sms’en tijdens het voltooien van schoolwerk de capaciteit van studenten voor cognitieve verwerking kan belasten, waardoor dieper leren wordt belemmerd.

Het gebruiken van media tijdens school-gerelateerd werken buiten het klaslokaal zorgt voor lagere cijfers, lagere self-efficacy voor zelf-gereguleerd leren en lagere self-efficacy voor academische prestaties.

De effecten van media multitasken voor binnen en buiten het klaslokaal zijn dus vergelijkbaar.

20
Q

Wat zijn de implicaties uit onderzoek over invloed van multitasken op studenten?

A

De klasomgeving heeft invloed op multitasken. In een klaslokaal met gestructureerde / specifieke taken komt multitasken minder vaak voor.

Ten tweede, complexe taken moedigen het gebruik van laptops aan. Daarnaast doen studenten met een duidelijk doel en voldoende motivatie minder aan multitasken. Ook kan een duidelijk beleid media-multitasken in de klas verminderen. Daarbij moeten studenten worden geadviseerd zorgvuldig met het gebruik van technologieën om te gaan.

Als laatste zal het informeren van studenten over media-multitasken het zelfbewustzijn en zelfregulering bevorderen.