probleem 3 Flashcards
fasen in het strafprocesrecht in grote lijnen
- de opsporing van strafbare feiten.
- de vervolging van eventuele verdachten
- de berechting en veroordeling van eventuele dader
- de tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie.
voorbereidend onderzoek
het onderzoek dat voorafgaat aan de behandeling ter terechtzitting.
Tijdens het voorbereidend onderzoek zal worden onderzocht of er een strafbaar feit is gepleegd en of een verdachte kan worden gevonden. Tevens wordt bewijsmateriaal tegen de verdachte verzameld.
Op welke twee punten is het voorbereidend onderzoek “voorbereidend”?
- de officier van justitie bepaalt of de verdachte voor de rechter zal worden gedagvaard, een strafbeschikking worden opgelegd of dat de zaak zal worden geseponeerd.
- Tijdens dit onderzoek wordt er bewijsmateriaal verzameld aan de hand waarvan de rechter de vragen van art. 350 Sv kan beantwoorden.
verkennend onderzoek
speelt in de meeste fasen geen rol, het is namelijk vooral bedoeld om een beeld te krijgen van een bepaalde sector waarvan wordt vermoed dat er georganiseerde criminaliteit plaatsvindt.
opzporingsonderzoek
tijdens dit onderzoek wordt er, naar aanleiding van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, een onderzoek gestart onder de verantwoordelijkheid van de officier van justitie. Is erop gericht strafbare feiten aan het licht te brengen.
Ook wanneer men geen verdachte is, kan men alsnog worden gecontroleerd. Dit is geregeld in de bijzondere bevoegdheden, die controlebevoegdheden worden genoemd. Wat houdt de controle in?
Toezicht op de naleving van een wet.
Tijdens de controle is er geen sprake van een verdachte, maar tijdens de controle kan wel een verdenking ontstaan. Wat gebeurt er met de verdachte?
de verdachte wordt vervolgens onderworpen aan een opsporingsbevoegdheid.
vaak gaan controle en opsporing hand in hand. in dit geval is er sprake van de constatering van een strafbaar feit, strafbaar gesteld in de wet, op grond waarvan werd gecontroleerd.
voortgezette toepassing van bevoegdheden
Indien er sprake is van een strafbaar feit dat wordt geconstateerd in een andere wet dan in de wet op grond waarvan werd gecontroleerd.
de controle gaat dan immers ook probleemloos over in de opsporing, zij het op basis van een andere wet. Medewerking aan controles is tevens verplicht en de weigering hiervan is strafbaar gesteld.
hoewel opsporing en controle prima op elkaar kunnen aansluiten, mogen controlebevoegdheden niet worden misbruikt om de opsporing te vereenvoudigen. Hoe noemen dat wanneer dit wel gebeurt?
détournement de pouvoir.
welke twee categorien opsporingsambtenaren kunnen worden onderscheiden
- algemene opsporingsambtenaren (zijn bevoegd tot opsporing van alle strafbare feiten, bijv officier van justitie)
- buitengewone opsporingsambtenaren ( boa’s -> zijn functionarissen die zijn bevoegd tot de opsporing van bepaalde, meestal een beperkt aantal of een specifieke groep, strafbare feiten, bijv. leerplichtambtenaren en conducteurs)
Wat is de functie van de rechter-commissaris?
dient als rechter die tijdens het onderzoek beslissingen neemt over zaken waarover de officier van justitie geen bevoegdheden heeft.
zijn toestemming voor ingrijpende onderzoeksactiviteiten is noodzakelijk.
is geen partij in het onderzoek ter terechtzitting(OM wel), waardoor hij een onafhankelijke instantie is.
wat is het doel van de de participatie van de rechter-commissaris?
een minder partijdige en een meer onafhankelijke instantie dan het OM bij de zaak betrekken.
wat zijn de redenen om een opsporingsonderzoek te starten?
aangifte
klacht
heterdaad
melding of tip
de soorten opsporingsbevoegdheden
- bevoegdheden ten aanzien van personen ( staande houden, aanhouden, inverzekeringsteliing, voorlopige hechtenis en DNA-onderzoek)
- bevoegdheid ten aanzien van voorwerpen (inbeslagneming)
- steunbevoegdheden (betreden van plaatsen, doorzoeking van plaatsen, onderzoek aan de kleding en onderzoek aan en in het lichaam)
- bijzondere opsporingsbevoegdheden (infiltratie, pseudo-koop en pseudo-dienstverlening, stelselmatige observatie en opnemen van telecommunicatie en vertrouwelijke communicate)
wat wordt er bedoeld met “terstond”
dat er geen al te lange tijd mag zijn verstreken tussen het tijdstip waarop het strafbare feit is begaan en het moment waarop het wordt ontdekt. Het gaat hierbij om de ontdekking van het feit en dus niet altijd op het betrappen van de dader.