probleem 2: external forces Flashcards
Klassieke conditionering (Pavlov)
= reacties kunnen worden verkregen door 1 stimulus met een andere stimulus te associëren
Een neutrale stimulus wordt geconditioneerd doordat deze wordt verbonden aan een ongeconditioneerde stimulus (is van nature krachtig, geen speciale conditie nodig).
Elementen nodig voor classical conditioning:
- De persoon/organisme moet een reflex hebben
Reflex: een bestaande connectie tussen een stimulus en een reactie, waarbij het eerste het tweede veroorzaakt (onbewust/automatisch). - Stimulus in de reflex moet geassocieerd worden met tijd en plaats van een andere stimulus deze 2e stimulus is vaak eerst neutraal, geen gevoel/reactie erbij.
Fases van classical conditioning:
- Before conditioning: alleen de reflex bestaat, een stimulus zorgt voor een reactie.
Stimulus: unconditional stimulus (US)
Reactie: unconditional response (UR) er is geen speciale conditie nodig om de reactie te laten ontstaan, reactie komt automatisch. - Neutrale stimulus treedt op samen met/iets voor de US associatie.
- Conditioneren: neutrale stimulus: conditional stimulus (CS) reactie ontstaat alleen bij specifieke omstandigheden, US moet ook aanwezig zijn want dan is de UR ook aanwezig.
De CS begint een reactie op zichzelf te vormen, omdat de UR altijd komt als de US er ook is. - Reactie: conditional response (CR). CR is bijna hetzelfde als UR, minder intens.
Koppeling van de neutrale stimulus aan de conditional stimulus
US en CS vaak gepaard, er komt er een verandering. Als CS zelf een reactie oproept, zonder de US, is er conditionering plaatsgevonden, hoe vaker CS en US samen zijn geweest, hoe sneller conditionering zal plaatsvinden. Sterke US intense UR
Als conditionering heeft plaatsgevonden, is de combinatie CS-CR een reflex geworden (bijv. het kaarslicht zorgt voor seksuele arousal)
Generalisatie:
reageren op eenzelfde manier op stimuli die lijken op de andere stimuli maar niet identiek zijn (bijv. geen kaarslicht maar gedempte lampen). Hoe groter het verschil hoe minder arousal.
Discrimination
anders reageren op andere stimuli je discrimineert tussen de stimuli en vindt deze niet hetzelfde als de andere stimuli, reactie zal afvallen.
Generalisatie en discriminatie zijn complementair aan elkaar: als de stimuli meer verschillend worden, gaat generalisatie over in discriminatie.
Extinction
CS komt vaak voor zonder de US. De CS zorgt eerst vaak voor de CR, maar als de CS vaker en vaker voorkomt wordt de CR zwakker, maar de CR kan niet helemaal verdwijnen. Conditional response gaat nooit geheel weg, maar kan wel zwakker worden, laat iets permanent achter in het zenuwstelsel.
Spontane herstel
CR kan ondanks extinction zomaar terugkeren bij het zien van CS, maar wel minder heftig
Emotionele conditionering
Classical contioning waarbij de CRs emotionele reacties zijn.
Een neutrale stimulus linken aan een leuke gebeurtenis Like (hoop, genot, opwinding)
Een neutrale stimulus linken aan een stomme gebeurtenis Dislike (angst, woede, pijn)
Zoals studenten de kleur rood als de emotie die wordt geassocieerd met falen (rode pen op tentamens). Dit speelt een grote rol in het creëren van een unieke persoonlijkheid.
Higher-order conditioning
Wanneer de CR-CS relatie er is, kan deze combinatie als een reflex gaan werken voor ander exemplaar voor conditionering. De nieuwe geconditioneerde stimulus kan later weer de US worden. Waarbij de US weer voor nieuwe conditionering zorgt. (vb naast horen bel ook zien lichtflits, tweede cs, waarna hond ook gaat kwijlen).
Aversieve conditionering
hierbij wordt er een andere conditionering in de plaats geleerd, zodat de originele conditionering verdwijnt. Vb: elastiekje om je pols doen en elke keer als je scheldt, dit elastiekje omhoogtrekken schelden wordt geconditioneerd met pijn vermindering.
Vacarious conditionering
Vacarious conditionering: heeft te maken met verwachtingen. Als je iemand iets ziet doen wat wordt gevolgd door reinforcement, zal je het gaan herhalen omdat je dezelfde reactie verwacht. Zo ook bij straffen.
Emotionele conditionering tegengaan (counter, exposure, direct)
- Counterconditioning: (tool die gebruikt wordt in het plan) een persoon leert een andere respons aan die fysiologisch gezien onverenigbaar is met bestaande respons. Dit wordt gebruikt in therapie systematic desensitization. Dit wordt gedaan om angst te verminderen. De patiënt leert zich te relaxen en daarna opstellen van anxiety hiërarchie. Dan begint dessensitization zelf cliënt in diepe ontspanning zijn en denkt aan de angst die het laagst in de hierarchie staat. Als patiënt aan deze angst kan denken zonder echte angst stapje omhoog ect.
- Exposure treatment: hierbij wordt iemand direct blootgesteld aan de stimulus die de angst opwerkt.
- Directe conditionering: angst wordt omgezet in een positief gevoel door de aanwezigheid van positieve stimulus. Vb: iemand is bang voor honden, elke keer als persoon hond ziet zal hij een snoepje eten associatie snoepje met hond (positief).
Operant Conditioning (Skinner)
Leren aan de hand van consequenties. Conditionering waarbij gedrag aannemelijker wordt, omdat het wordt gevolgd door een wenselijke gebeurtenis. Stimulus control: concept dat de stimulus de reactie beheerst.
The law of effect:
Als een gedrag gevolgd wordt door een betere stand van zaken (state of affairs) zal het gedrag sneller weer worden uitgevoerd in een soortgelijke situatie, maar ook andersom (slecht resultaat).
Habit Hierarchy
Het ordenen van potentiële reacties naar waarschijnlijkheid. Sommige reacties zijn heel waarschijnlijk, omdat ze vaak gevolgd worden door een meer bevredigde stand van zaken (hoog op de hiërarchie). Anderen zijn minder aannemelijk en dus lager op de hiërarchie. Door tijd en ervaring heeft bepaald gedrag een betere uitkomst dan ander gedrag en zal dat vaker gedaan worden.