Probleem 2 Flashcards
Overeenkomst in strijd met de wet (onderscheid)
Wettelijk verbod heeft betrekking tot:
1. het sluiten van de overeenkomst is zodanig bij wet verboden (het verrichten)
2. de prestaties waartoe partijen zich verplichten zijn verboden (de inhoud)
3. de voor beide partijen kenbare en voorzienbare gevolgen en motieven zijn verboden( de strekking)
Onderscheid tussen verrichten, inhoud en strekking art. 3:40 BW
Lid 2 alleen van toepassing als de wet het verrichten van de rechtshandeling verbiedt.
Lid 1 van toepassing als de wet de inhoud of strekking verbiedt
Altijd eerst lid 2 toetsen en dan 1!!
Vereisten voor toepassing van art. 3:40 lid 2 BW
- Wet in formele zin
- Dwingend recht
- De wet verbiedt het sluiten van de overeenkomst (verrichten)
Als hier niet aan wordt voldaan kan er worden overgestapt naar lid 1
Rechtsgevolgen van toepassing art. 3:40 lid 2 BW
Volgt uit de strekking van de wet dat nietigheid wordt beoogd?
- Ja? nietigheid, tenzij de meerzijdige handeling strekt tot bescherming van een der partijen. Dan vernietigbaar.
-Nee? rechtshandeling wordt geldig verklaard –> art. 3:40 lid 3 BW
Art. 3:40 lid 1 Rechtstreeks in strijd met goede zeden/openbare orde
Deze situaties zien voornamelijk op moraliteit, dus zelf beargumenteren
Art. 3:40 lid 1 de strekking/ inhoud van de rechtshandeling is via de wet in strijd met de goede zeden/ openbare orde
- Welke strekking heeft de rechtshandeling voor de handelende persoon zelf?
- Zijn de motieven of voorzienbare gevolgen kenbaar voor de ander of behoorden de motieven voor de ander redelijkerwijze kenbaar te zijn?
- Esmilo/Mediq toets
- Welke belangen worden door de regel beschermd?
- Zijn er door de inbreuk fundamentele beginselen geschonden?
- Waren de personen zich van de inbreuk bewust?
- Voorziet de regel de sanctie?
Uitleg van een overeenkomst
Er moet worden gekeken naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan het overeengekomene mocht toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten –> Haviltex formule
Rechtsgevolgen van een overeenkomst voor derden
Wanneer een derde afgaat op een akte, kan hij zich beroepen op bescherming van art. 3:36 BW.
Een geslaagd beroep zorgt ervoor dat wat tussen de partijen op grond van de Haviltex-norm geldt, tegenover de derde geen beroep kan worden gedaan.
Cao-norm
objectieve uitleg –>wat bedoelen dergelijke partijen in een dergelijke situatie, dus geabstraheerd van de desbetreffende individuele partijen
Samenhang Haviltex-norm en Cao-norm
Een gemeenschappelijke grondslag bij de uitleg van een schriftelijk contract: alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen
Overige gevolgen
Art. 6:248 lid 1 BW
- Wet
- Gewoonte
- Eisen redelijkheid en billijkheid
Redelijkheid en billijkheid
Verwijst naar ongeschreven objectief recht.
Art. 3:12 BW geeft richtlijnen hiervoor
Beperkende werking redelijkheid en billijkheid
art. 6:248 lid 2 BW en art. 6:2 lid 2 BW
Wanneer het naleven van een overeenkomst zou leiden tot een dermate ongunstig effect voor een van de partijen, dat het afdwingen van naleving van die overeenkomst onaanvaardbaar zou zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Exoneratieclausule
Er wordt getracht een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, ontstaan door een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad uit te sluiten of te beperken.
Of een je beroep er op kan doen hangt af van een waardering van de omstandigheden van het geval.
Gezichtspunten voor beroep exoneratie clausule
- Zwaarte van de schuld
- De aard en de ernst van de bij de gedraging betrokken belangen
- De aard en de verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt
- De maatschappelijke positie en onderlinge verhoudingen van partijen
- De wijze waarop het beding tot stand is gekomen
- De mate waarin de wederpartij zich van de strekking van het beding bewust is geweest