Principles and Practices of Surgery Flashcards

1
Q

Welke hormonale veranderingen in de respons op surgical stress ken je?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf proteïnenood bij katabolisme - starvation - gecompenseerde starvation

A

Normaal zo’n 80-120g prot per dag nodig (12-20g nitrogen), waarvan 2g N verlies faecaal en 10-18g urinair.

Igv katabolisme kan dit verlies oplopen tot 20-30g afh van ernst trauma / surgery. De N-intake is ook minder. Deze negatieve balans duurt typisch 5-8 dagen, maar bij sommige patiënten echt pak langer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn redenen van hyper- dan wel hypoNa bij een gedaald ECV?

A

Hyper: diarree, braken, verminderde PO intake, onmeetbaar verlies, diurese, brandwonden

Hypo: diarree, salt-loosing nefropathy, diuretica, bijnierschorsinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn redenen van hyper- dan wel hypoNa bij normaal ECV

A

Hyper: diabetes insipidus (centraal dan wel nefrogeen)

Hypo: SIADH, hypothyroïdie, polydipsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn redenen van hyper- dan wel hypoNa bij gestegen ECV?

A

Hyper: gestegen Na-load (bv TPN, hypertone NaCl), gestegen mineralocorticoïde activiteit (Conn, Cushing)

Hypo: teveel H20 toediening, sec hyperaldosteronisme, nierfalen, TURP-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef mogelijke etio’s van hyperK.

Wat is de eerste aanpak?

A
  • teveel intake
  • transcellulaire shift bij acidose, massieve TF, rhabdomyolyse, medicatie, …
  • verminderde excretie bij bv renaal falen

Eerste aanpak: monitor, ECG, calciumgluconaat IV, dextrose en short-actin insulin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef mogelijke etio’s van hypoK

A
  • Verhoogd GI K-verlies door braken, diarree, ileus, fistel, obstructie
  • Verhoogd urinair K-verlies door metabole alkalose, diuretica, RTA, …
  • Transcellulaire shift bijv bij metab alkalose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf pathofys refeeding syndrome

A

Chronisch ondervoede pt -> start (par)enterale voeding -> insulinetoename -> intracell opname glucose, P, mg, K -> vochtretentie en ECV toename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke oorzaken voor metabole acidose ken je?

A

Gestegen anion gap = zuuraccumulatie

-> lactaat (shock, hemorragie, leverfalen), ketonen (diabetes), nierfalen, methanol

Normale anion gap: HCO3- verlies bij diarree, fistel, hyperchloremische acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke oorzaken voor metabole alkalose ken je?

A
  • Hypochloremie ihkv GI verlies (lagere Cl induceert verhoogde HCO3-productie thv nier
  • HypoK (transcell shift)
  • Diuretica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke oorzaken voor respiratoire acidose ken je?

A
  • Respiratoire depressie en hypoventilatie
  • Zz pulmonale complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke oorzaken voor respiratoire alkalose ken je?

A
  • Pijn
  • Pneumonie
  • CZS-aand
  • Longembolie
  • Sepsis
  • Leverfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de qSOFA score

A

Quick sepsis-related organ failure assessment. Methode om snel over te gaan naar sepsisbeleid igv 2 vd 3 pos bij een infectie gezien dan wss sepsis.

  • veranderde mentale status
  • MAP < 100
  • RR > 22/min

! Septische shock: persisterende hypotensie met nood aan vasopressoren om MAP > 65 te houden en met serum lactaat > 2 mM ondanks adeq resuscitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Klassen hypovolemische shock obv klinische kenmerken.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Globale aanpak hypovol shock

A
  • Bloeding stoppen
  • Resuscitatie tot net voelbare radialispols
  • Igv massieve hemorragie: idealiter PRBC’s
  • Stollingsfactordef: FFP aan 10-15ml/kg
  • Trombocytopenie / plaatjesdysfunctie: 1 pool BP
  • Fibrinogeendef: cryoprecipitaat of FFP
  • Bij elke majeure hemorragie tranexaminezuur: 1g 10’, dan 1g over 8u
  • Targets: fibrinogeen > 1.5g/L , plaatjes > 75 , INR < 1,5
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Globale aanpak septische shock

A
  • Lactaat monitoring, hemocultuur
  • Resuscitatie dmv cristalloid aan 30ml/kg, bv plasmalyte 148
  • BreedspectrumAB IV
  • Noradrenaline zo MAP < 65 blijft
  • Igv serumlactaat >2 blijft en ScVO2 < 70%: TF en/of inotropica in een ITE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Globale aanpak cardiogene shock

A
  • Oorzaak zoeken: ECG, labo tropo’s, RX thorax, soms TTE
  • Hoog geconc zuurstof, evt CPAP
  • Pijnstilling ovv opioïden igv AMI
  • Resuscitatie acuut HF: voorzichtige IV resuscitatie +/- dobutamine
  • Resuscitatie chronisch HF: typisch hypervolemisch
  • Evt intra-aortische ballonpomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke acute transfusie reacties ken je?

A
  • Acute hemolyse: ABO-incomp. Reactie binnen enkele min: rillingen, koorts, hyptensie, …
  • TRALI: HLA As in donorplasma reageren met WBC acceptor -> binnen de 4u dyspnee, hoest, koorts (ARDS). Ondersteuning -> in 80% op 2-4dd verbetering
  • Febrile non-hem TF reaction: neutrofiel As in donorbloed aan basis. Mild.
  • Allergisch op plasmaprod: snel urticaria/jeuk, freq anafylaxis
  • Bact contaminatie: snel sepsis
  • Overtransfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke late transfusie reacties ken je?

A
  • Late hemolyse: tgv non-ABO incomp. Asympt versus icterus en hemoglobinurie
  • Alloimmunisatie: As tegen donor Ag, meestal toevallige vondst
  • PostTF purpura: plaatjes spec As in acceptor waardoor secundaire respons leidt tot destructie donorplaatjes -> trombocytopenie en bloeding na 5-12dd
  • GvHD: T-lymfocyten mee getransfundeerd, tpisch reactie in immuungecompr
  • Infectie (bv hepA)
  • Ijzer overload bij chr TF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Trombocytopenie: wat geef je?

A

Plaatjes, normaal 20-40 stijging te verwachten

Doel is boven de 50 of igv acuut trauma / CZS schade > 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Coagulopathie: wat geef je?

A

Freq tgv verbruik / DIC / dilutie.

Indien bloeding en APTT/PT > 1.5: FFP 10-15ml/kg

Indien ook fibrinogeen < 1: cryoprecipitaat bijgeven

  • FFP en RBC geef je in 1:1 of 1:2 verhouding

Overigens in massieve hemorragie ook 1g tranexaminezuur over 10’ met nadien 1g over 8u!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hypocalcemie bij massieve TF: waarom en wat doe je?

A
  • Citraat anticoagulant bindt geïoniseerd Ca
  • Enkel belangrijk in neonaten en leverprobl
  • Calciumgluconaat 5ml onder ECG-geleide
23
Q

Acute hemorragische shock: wat is zowat standaard toediening qua resuscitatie?

A
  • 1000mL plasma lyte 148
  • gevolgd door 1000mL colloïd
  • Dan RBC

Bij ouderen of cardiale impairment: vroeger RBC geven om zeker zuurstoftoevoer adequaat te houden zonder vocht overload te veroorzaken.

24
Q

Gem nutritionele nood, normale situaties vs onder kritische situatie

A

Normaal:

  • 25 kcal/kg/dag
  • 1g proteïne/kg/d
  • Prot gedeeld door 6,25 = N nood (ong 10g / 200kcal)

Stress:

  • 30-35 kcal/kg/dag
  • 1,3 - 1,5 g prot / kg / dag
  • 18-20 N / 200kcal (meestal max 18g / 200kcal gegeven)
25
Q

Welke types necrotiserende fasciitis ken je?

A

Type 1: polymicrobiele etiologie = synergistisch bacterieel gangreen. Fournier is een specifiek type thv perineale area.

Type 2: single-organism, typisch b-hemolyt groep A strept (S. pyogenes)

26
Q

Wat verstaan we onder “the Bolam case”

A

Een dokter is niet schuldig van nalatigheid als hij handelde op een volgens een panel specialisten correct geoogde manier.

27
Q

Wanneer iemand vermeldt langdurig corticoïden te nemen, waar moet je dan perioperatief op letten?

A

Bijnierschorsinsufficiënt, dus geen stressreactie mogelijk. Bijgevolg heeft de persoon nood aan extra cortisolsubstitutie, zeker igv complicaties met bijkomende stress zoals sepsis.

Igv Addisoncrisis (acute bijnierschorsinsuff): hypotensie / shock, hypoNa, hyperK

28
Q

Welke RF voor PONV ken je?

A

Vrouw, VG van PONV, niet-roker, opioïden

Preventie:

  • Kortwerkende anesthetica
  • Opioïden vermijden
  • Krachtig centraal werkend antiemeticum

R/ ondansetron, dexamethasone

29
Q

Wat kan je perioperatief doen bij mensen met cardiovasculaire ziekte?

A
  • Over alg wordt medicatie doorgenomen en zsm herstart
  • Betablokkers: igv chronisch gebruik doornemen, maar niet perioperatief zomaar starten gezien wel minder periop MI maar wel hogere overall mort
  • ACE-I: hoger peri- en intraoperatief risico hypotensie
  • Igv chr aHT: best enkele weken vooraf proberen verminderen, omdat lichaam anders niet goed reageert qua perfusie op lagere drukken peri- en intraoperatief
  • Uitstel ingreep bij DBP > 110 (of bv regionaal doen)

(soms periop hemodynamische therapie)

30
Q

Wat kan je perioperatief doen bij respiratoire ziekte?

A
  • Opletten voor zuurstofsuppletie bij chronisch hypoxische mensen: hangen sterk af van hun hypoxie voor AH-drive.
  • Regionale anesthesie geniet de voorkeur
  • Longprotectieve ventilatie: laag teugvolume en PEEP recrutering
  • Postop adequate analgesie en AHkine
31
Q

Principes diabetes en perioperatieve periode

A
  • Voorbeschikkend tot hyperglyc en ketoacidose
  • Hypo gevaarlijker dan hyper
  • Bij insulinetoediening: K zeker volgen / supplementeren!
  • Alberti regimen: dextrose + insuline + KCl, herdosage elke 4-6u via titrage
32
Q

Igv obstructieve geelzucht en hepatocellulaire dysfunctie: coagulopathie omwille van …

A

.. vit K deficiëntie

Hierdoor verlengde PT en deficiënte SF II, VII, IX, X.

R/ IV vitK of igv urgentie FFP

33
Q

Periop risicostratificatie levercirrose

A

Child Pugh (obv albumine, aPTT, ascites, encefalopathie, bili)

A: 10% peri-op mortaliteit

B: 30%

C: 80%

34
Q

Quid anticoagulantia type vitK

A
  • Minstens 5 dagen stop nodig om INR < 2 voor mineure en < 1,5 voor majeure HK te krijgen
  • Bridging NIET igv VKF zonder RF ; DVT > 6mm geleden ; cerebrovasc ziekte zonder isch events ; nieuw type hartklep
  • Igv dringend stop antico effect is vitK / FFP mogelijk
  • Anders bridgen, en van zodra periode van hemorragisch risico voorbij is herstarten met antico. Pas met LMWH stoppen van zodra INR therapeutisch
35
Q

Wat zijn veilige maximale doses van freq gebruikte LA?

A

Lidocaïne + A: 7 mg/kg

Lidocaïne - A: 3 mg/kg

Bupivacaïne +/- A: 2 mg/kg

Prilocaïne: max 600mg

36
Q

Bespreek ASA

A

ASA 1: normaal gezond -> quasi geen extra risico

ASA 2: systeemziekte als aHT, DM, gecontr astma -> minimaal extra risico

ASA 3: ernstige systeemziekte met invloed op act bv insuline-afh DM, AMI of CVA >6mm -> eerst medical input nodig

ASA 4: ernstige systemische aandoening met impact op act en levensbedreigend bv instabiele DM, epilepsie of zeer recent AMI -> geen electieve HK

ASA 5: niet verwacht 24u te leven zondre HK

37
Q

Wat is de Revised Trauma Score?

A

GCS 13-15 / syst BD >89 / RR 10-29 per min

= 4 punten per

GCS 9-12 / syst BD 76-89 / RR > 29

= 3 punten per

GCS 6-8 / syst BD 50-75 / RR 6-9

= 2 punten per

GCS 4-5 / syst BD 1-49 / RR 1-5

= 1 punten per

GCS 3 / syst BD 0 / RR 0

= 0 punten per

38
Q

Bespreek acroniem voor overdracht trauma patiënt.

A

Fase I ATLS:

(ATMIST)

Age - Time - Mechanism - Injuries - vital Signs - Treatment given prehospital

39
Q

Bespreek primary trauma survey.

A

Fase II ATLS:

Airway and cervical spine control - Breathing - Circulation and hemorrhage control - Disability (neurological) - Exposure and environment

40
Q

Bespreek secondary trauma survey.

A
  • Ond van kop tot teen
  • AMPLE history: Allergies, Medications, Past medical history, Last ate/drank, Events related to injury
  • Beeldvorming

(tertiary survey = herh prim en sec <24u)

41
Q

Wanneer verwijder je nietjes?

A
  • Hoofd, nek: 4dd
  • Scalp: 7dd
  • Abd, thorax, LM: 7-10dd
  • Voeten: 10-14dd
42
Q

Quid thoraxdrain voor pneumothorax? Quid voor effusie?

Quid pleurale aspiratie?

A

Pneumothorax:

14-16 Fr, lateraal midaxillair IC 6

Effusie / hemothorax:

20-26 Fr, posterior axillair, IC 7/8/9

Pleural aspiration:

IC 7/8 thv inferior lijn scapula

43
Q

Wat zegt de Sengstaken tube je

A

Een nasogastrische aspiratietube met een opblaasbare ballon ter overbrugging vooraleer HK oplossen van oesofagale bloeding mogelijk is.

Additie: Sengstaken - Blakemore / Minnesota met 2e lumen waarlangs aspiratie boven de ballon mogleijk.

44
Q

Wat is Beck’s triade?

A
  • Gestegen CVD
  • Hypotensie
  • Verminderde harttonen

=> Harttamponade

45
Q

Wat zijn typische Hounsfield Units voor vss weefsels?

A

Lucht - 1000

Vet -120

Water 0

Spier 40

Bot > 400

46
Q

Wat kan je geven indien in recovery room nog erg opp AH en je een overcurarisatie vermoedt?

A

Neostigmine

47
Q

Wat kan je geven voor hik?

A

Chlorpromazine

48
Q

Wat kan anesthesiologische oorzaak myalgie zijn thv thorax / abdomen / nek?

A

Suxamethonium

-> tot 7dd

49
Q

Vochtbalans onmiddellijk postop

A

2L dextrose 5% + 1L NaCl voor volw

  • Eerste 24u nog geen NaCl owv Na-retentie respons
  • Eerste 24u nog geen KCl owv K-release tgv operatie
50
Q

Normale urinaire output

A

> 0.5 ml / kg / u

51
Q

Wat is triade van Virchow

A
  • Hypercoagulabiliteit
  • Veneuze stase
  • Endotheelschade
52
Q

Redenen post-op koorts obv POD

A

0-2: fysiologisch, atelectase, bloedTF, tromboflebitis

3-5: pneumonie, sepsis van wondinfecties, biliaire of urinaire infectie, collectie

6-7: DVT, anastomoselek

>7: collectie, septicemie, DVT

53
Q

Wat is verschil ITT en PP analysis

A

Intention to treat analysis: probl met RCT is compliance en missing outcomes. ITT houdt geen rekening met noncompliance etc -> minder type I fout

PP analyse: alle protocol violators excluded