Presocraten Flashcards

1
Q

Wat zijn de thema’s waarover de presocratische filosofen nadenken?

A
  • Eerste beginsel of oorsprong (archê)
  • Elementen (stoicheia)
  • Ontstaan en vergaan
  • beweging en verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vertelt het de hoofdpunten van Thales van Milete:

A
  1. Alles komt uit water voort.
  2. Succesvol voorspellen van een zonsverduistering
  3. Meetkundige ontdekkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vertel de hoofdpunten van Anaximander :

A
  1. Alles komt uit het onbepaalde voort
  2. Het onbepaalde in onsterfelijk
  3. Het onbepaalde is goddelijk
  4. Het onbepaalde bepaalt alles wat er gebeurt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vertel de hoofpunten van Anaximenes:

A
  • Alles is lucht en alles is gemaakt door lucht.
  • Hij verschilt hier met zijn voorgangers door te stellen dat lucht niet alleen de oorsprong van alles is, maar ook dat alles lucht is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vertel de hoofdpunten van Pythagoras:

A

1) De ziel is onsterfelijk (hierdoor ontstond een ethisch stelsel > je mocht namelijk geen dieren eten omdat dat mensen konden zijn in een vorige leven)
2) Alles in de kosmos is mathematiseerbaar (de kosmos= getal&harmonie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vertel de hoofdpunten van Xenophanes:

A
  • Xenophanes had kritiek op antieke religies: Als dieren handen hadden zouden ze hun goden in hun gelijkenis afbeelden
  • Oersubstantie zijn aarde en water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vertel de hoofdpunten van Heraclitus:

A
  • Kerngedachte: eenheid der tegendelen, er is wrijving (oorlog) tussen de tegendelen waardoor er een balans ontstaat. (twee kaarten blijven slechts overeind staan door de druk die ze op elkaar uitoefenen)
  • Alles vloeit niet is blijven (panta rhei kai ouden menei)
  • Alles is ontstaan uit vuur: De onderlinge strijd tussen alles is als het uitdoven en opwaaien van een vlam. (Oorlog is de vader van alles)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee cognitieve keuzemogelijkheden van Parmenides?

A
  • De ene, dat (het) is en dat het niet (mogelijk) is dat (het) niet is. - is de weg der overtuiging
  • De ander, dat (het) niet is en dat het noodzakelijk is dat (het) niet is. - is het onbekende pad

DUS: wat is, is, en wat niet is, is niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de eigenschappen van het ‘zijn’ volgens Parmenides?

A
  1. Het is eeuwig en onvergankelijk (kan niet ontstaan: dan was het eerst niet(s); kan niet vergaan: dan wordt het niet(s))
  2. Het is niet deelbaar (er zijn namelijk geen gradaties: het is of het is niet)
  3. Het is onbeweeglijk en begrensd (het zijnde kan niet het niet zijnde binnendringen en vise versa)
  4. Het zijnde is volmaakt (het is namelijk geen wordingsproces)
  5. Het is bolvorming (het is overal identiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de hoofdpunten van Anaxagoras:

A
  • Alles bestaat uit zaden: in elk object zit een beetje van elk soort zaad (in water zit vuur) Welke soort zaad het vaakst voorkomt in een object zorgt dat voor dat het ons zo toeschijnt
  • Er is geen sprake van ontstaan en vergaan dingen mengen en scheiden zich slechts.
  • Het universum wordt bestuurd door een alwetend verstand (nous) die beweging veroorzaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillen tussen Empedocles en Anaxagoras?

A
  • Zaden worden vervangen door de elementen (aarde,water,vuur en lucht)
  • Nous wordt vervangen door haat en liefde (liefde trekt aan; haat stoot af)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de hoofdpunten van Democritus:

A
  • Er bestaat geen oerkracht slechts atomen en lege ruimte
  • Atomen zijn altijd in beweging (dus geen noodzaak aan een kracht die beweging veroorzaakt)
  • Er is geen begin (dus geen noodzaak voor een eerste beweger)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly