Aristoteles Flashcards
Wat zijn de verschillende gebieden van het kennen?
- Productieve kennis: kennis die je gebruikt bij het maken over uitvoeren (medische kennis om mensen te genezen)
- Praktische kennis: Ethiek (kennis gericht op het handelen van een individu)
- Theoretische kennis: Metafysica, Logica etc. (instrument dat op alle gebieden kan worden ingezet)
Wat zijn de vier soorten proposities?
- Universeel bevestigend
- Universeel ontkennend
- Particulier bevestigend
- Particulier ontkennend
Hoe ontstaat kennis volgens Aristoteles?
- Door waarnemingen te generalisen, abstraheren (oftewel: d.m.v. inductie)
Wat zijn de 10 categoriën?
- Substantie (deze man, dit paard)
- Kwantiteit (zo lang)
- Kwaliteit (wit, geletterd)
- Relatie (dubbel, groter)
- Plaats (op de markt)
- Tijd (gisteren)
- Houding (apatisch)
- (aan)hebben (schoenen aanhebben)
- Doen (snijden)
- Ondergaan (gesneden worden)
Wat zijn accidenten en wat is substantie?
- accidenten zijn toevallige of veranderlijke eigenschappen
- substantie is de enige categorie dit op zichzelf kan bestaan; is de dragen van de accidenten
Wat zijn de eerste en tweede substantie?
- De eerste substantie is een particulier ding (een mens, jan)
- De tweede substantie is de algemene klasse waartoe de eerste substantie behoort (mensen/de mens)
Wat zijn de onderdelen van de eerste substantie en welke eigenschappen hebben ze?
De onderdelen zijn:
- De vorm: dat was materie bepaaldheid, actualiteit verschaft (klei is klei omdat het formeel zo bepaald is: het had ook metaal of hout kunnen zijn)
- de materie: is volstrekt onbepaald; volstrekt bepaalbaar; potentie
Leg kort uit wat Aristoteles bedoelt met act en potentie:
- Elke bestaande substantie (combinatie van materie en vorm) is een act.
- Deze act draagt de ‘volmaakte act’ (verwezenlijking/doel) in zich en beschikt daarom over een potentie om die volmaakte act te worden.
- Omdat elke act doelgericht is is het altijd in beweging richting dat doel (dit is actualisering)
Wat zijn de vier oorzaken?
- De materiële oorzaak (de materie/potentie die volledig bepaalbaar is )
- De formele oorzaak (dat aan iets tot iets kan vormen/bepaaldheid kan geven)
- De bewerkende oorzaak (een maker)
- De doeloorzaak (alles bestaat vanwege een doel)
Leg kort uit wat teleologie is:
Dit betekend dat alles wat bestaat doelgericht is. Het is altijd ‘onderweg’ om een doel te bereiken.
- Dit doel bepaald tevens ook wat de dingen zijn (een specht is op zo’n manier gebouwd/gevormd dat hij eten uit een boom kan pikken)
Wat zijn de drie gradaties van de ziel
- Puur vegetatief (plant)
- Vegetatief en sensitief (dier)
- Vegetatief-sensitief en rationeel (mensen)
Wat zijn de vijf elementen en wat is hun beweging?
- aether (cirkelbeweging)
- vuur (omhoog)
- lucht (omhoog)
- water (omlaag)
- aarde (omlaag
Wat zijn de kenmerken van het hoogste zijnde/het goddelijke?
- Het is pure vorm:het is het enige dat volledig los van materie kan bestaan
- Het is pure act: het volmaakte moet alles wat potentie is namelijk volledig geactualiseerd hebben, wil het volmaakt zijn.
- Het is de hoogste act: dit is het realiseren van het hoogste vermogen
- Het hoogste vermogen is het denken (het goddelijke is dus een zuivere denkact)
- Die denkact kan alleen volmaakt zijn als het, het hoogste object denkt.
- Het goddelijke zelf is dit hoogste object
- God is dus: het zichzelf denkende denken
Wat is het menselijke geluk volgens Aristoteles?
- Het is de hoogst mogelijke actualisering van de hoogst mogelijk vermogens van de mens (dus: het ontplooien van de rede in een polis)
Wat houdt het onderscheid tussen praxis en poièsis in?
En wat wil Aristoteles met dit onderscheid zeggen?
- Praxis: een handeling waar het doel in zichzelf ligt (dansen)
- Poièsis: iets ‘maken’ om een doel dat buiten zichzelf ligt te bereiken (stoel maken om te verkopen)
- Hij wilt laten zien dat het geluk nooit in de categorie van poièsis kan vallen. Geluk is bij uitstek van de orde van de praxis: het dient geen verder doel dan zichzelf.