Pre-operatief Flashcards

1
Q

Pre-operatief

Welke drie categorieën chirurgie onderscheiden we?

A
  1. Directe = peracuut
  2. Spoedeisende
  3. Electieve
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pre-operatief

Wat begrijpen we onder peracute chirurgie?

Voorbeeld

A

Zo snel mogelijk uitvoeren want elke minuut telt

Leverruptuur na een ongeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pre-operatief

Wat begrijpen we onder spoedeisende chirurgie?

Voorbeeld

A

Best binnen enkele uren > pt in acute toestand ev. doorverwezen door huisarts

Acute appendicitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pre-operatief

Op welke 3 manieren krijgt een pt toegang tot het ziekenhuis?

A
  1. Outpatients
  2. Emergency patients
  3. Inpatients: (un)scheduled
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pre-operatief

Wat verstaat men onder outpatients?

A
  • Polikliniek
  • Dagkliniek
    > zonder opname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pre-operatief

Wat verstaat men onder emergency patients?

A

Onmiddellijke zorg nodig > directe opname noodzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pre-operatief

Wat verstaat men onder scheduled inpatients?

A

= electieve pt
Geen onmiddellijke zorg nodig > op afspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pre-operatief

Wat begrijpen we onder electieve chirurgie?

Voorbeeld

A

Kan uitgesteld worden > hogere slaagkans tijdens & na de ingreep

Totale knieprothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pre-operatief

Wat verstaat men onder unscheduled inpatients?

A

Onmiddellijk opgenomen door specialist polikliniek/dagkliniek of via spoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Hoe verloopt de pre-opname bij outpatients & scheduled inpatients?

A
  • Chirurg geeft alle informatie
  • Huisarts neemt taak deels over
  • Informatiebrochures
  • Screening risicopatiënten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Hoe verloopt de opnamedag bij outpatients & scheduled inpatients?

A
  • Afgesproken tijdstip
  • Identificatie patiënt
  • Verpleegafdeling: anamnese aanvullen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Emergency patients & unscheduled inpatients

Hoe verloopt de opname bij emergency patients & unscheduled inpatients?

A

Via spoed:
Pt onmiddellijk gezien door opnameverpleegkundige > quick look > triage (urgentiegraad: acuut/niet-acuut)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Emergency patients & unscheduled inpatients

Wat gebeurt er met acute patiënten?

A
  • Rechtstreeks naar onderzoekskamer, later inschrijven
  • Verpleegkundige staat in voor opvang & verzorging
  • Identificatie door opnameverpleegkundige
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emergency patients & unscheduled inpatients

Wat gebeurt met niet-acute patiënten?

A
  • Inschrijven onthaalbalie, dan wachtkamer
  • Verpleegkundige vult dossier aan & verleent zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke gegevens moeten aangevuld worden/informatie bij geplande opname?

A
  1. Informed consent
  2. Opvolging chronische medicatie
  3. Premedicatie
  4. Rookstop (30d pre-operatief > minder wondinfecties)
  5. Routine darmlediging: geen consensus
  6. Douchen wel, scheren niet (postoperatieve infecties vermijden) & mondhygiëne
  7. Nuchter (8-6-2 regel)
  8. Administratie: pre-operatieve fiche
  9. Screening MRSA (Staphylococcus aureus)
  10. Kledij/ piercing/ valse nagels
  11. Pre-operatieve oz
  12. Psychische voorbereiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Wat begrijpen we onder opvolging chronische medicatie?

A
  • Afhankelijk van soort ingreep en pathologie
  • Steeds in overleg met chirurg en anesthesist
  • Antidiabetica
  • Cardiovasculaire medicatie
  • AH
  • Psychofarmaca
  • Antitrombotische behandeling
  • Analgetica
  • Andere: corticosteroïden, schildklier, voedingssupplementen
17
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Wat begrijpen we onder premedicatie?

A
  • Sedatie & ongewenste reacties van het vegetatief stelsel bekomen > 1u pre-operatief
  • Voordien: toilet, scherpe voorwerpen ontdoen
  • Nadien: bed niet meer verlaten
18
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Op welke manieren kan een patiënt geschoren worden?

A
  • Scheermesje (droog scheren) > vlak voor ingreep ok
  • Ontharingscrèmes (huidreactie?)
  • Clipper (Off- & on-skin)
19
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Wat houdt de psychische voorbereiding in?

A
  • Procedurespecifieke info
  • Zintuiglijke info: hoe voelt het?
  • Gynaecologische behandelingen > ingrijpender?
  • Cognitieve technieken: wat denkt u?
  • Emotiegerichte technieken: angst?
20
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Wie ondergaat pre-operatieve onderzoeken?

A
  • 18+
  • Geplande ingreep
  • Uitz. transplantatie- hart,- en longchirurgie
21
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke pre-operatieve onderzoeken vinden plaats?

Schema

A
22
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welk pre-operatief onderzoek bepaalt de graad van gezondheid van de patiënt voor de ingreep?

A

ASA-classificatie
= American Society of Anesthesiologists

23
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Uit welke klassen bestaat de ASA-classificatie?

A
  • ASA klasse 1
  • ASA klasse 2
  • ASA klasse 3
  • ASA klasse 4
  • ASA klasse 5
  • ASA klasse 6
24
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 1?

A

Zorgvrager met een normale gezondheid

25
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 2?

A

Zorgvrager met een niet-ernstige systemische aandoening

(bv. roker, sociale drinker, zwangerschap, obesitas [BMI 30-40 kg/m²], goed gecontroleerde diabetes of hypertensie, een niet-ernstige longaandoening).

26
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 3?

A

Zorgvrager met een ernstige systemische aandoening

(bv. slecht gecontroleerde diabetes of hypertensie, chronisch obstructief longlijden [COPD], morbide obesitas [BMI ≥40 kg/m²], actieve hepatitis, alcoholafhankelijkheid of -misbruik, pacemaker, matige vermindering van ejectiefractie, eindstadium nierfalen met regelmatige dialyse, historiek [>3 maanden] van myocard infarct, cerebrovasculair incident, transiënte ischemische aanval of coronaire aandoeningen/stents).

27
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 4?

A

Zorgvrager met een ernstige systemische aandoening die continu levensbedreigend is

(bv. recent [< 3 maanden] myocardinfarct, cerebrovasculair incident, transiënte ischemische aanval of coronaire aandoeningen/stents, continue cardiale ischemie of ernstige disfunctie van de hartklep, ernstige vermindering van ejectiefractie, sepsis, diffuse intravasculaire coagulatie, acute aandoening van de luchtwegen of eindstadium nierfalen zonder regelmatige dialyse.

28
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 5?

A

Stervende zorgvrager die zonder de operatie zal overlijden

(bv. gescheurd abdominaal/thorax aneurysma, zwaar trauma, intracraniale bloeding met massa effect, ischemische darm door een ernstige hartaandoening of multipel orgaan/systeemdisfunctie).

29
Q

Outpatients & scheduled inpatients

Welke patiënt zien we bij ASA klasse 6?

A

Zorgvrager die hersendood werd verklaard en wiens organen worden verwijderd voor donordoeleinden

30
Q

Emergencty patients & unscheduled inpatients

Wat moet gebeuren bij ongeplande opname?

A
  1. Informed consent vs wilsverklaring
  2. Medicatie op voorschrift arts + IV-infuus
  3. Operatieschort ipv kledij/ piercing/ valse nagels
  4. Scheren met clipper (sneller)
  5. Nuchter > ev. bij niet nuchter maagsonde of medicatie
  6. Pre-operatieve oz: labo, RX,…STOLLING!
  7. Administratie: pre-operatieve fiche