Practicum 1 - Embryogenese (herhaling HL1) Flashcards

1
Q

LET OP: Niet alle vragen van het practicum staan er in. Het is meer een herhaling van wat (moeilijke) termen die je snel weer vergeet maar nodig hebt voor op het tentamen.

A

Okidoki :)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet de voorloper van het centraal zenuwstelsel?

A

De neurale buis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door welke andere structuur wordt de voorloper van het CZ geïnduceerd?

A

Door de chorda dorsalis, deze induceert de neurale plaat om de neurale buis te worden. De chorda is axiaal mesoderm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier induceert de chorda dorsalis de ontwikkeling van de voorloper van het CZ?

A

De chorda dorsalis induceert de neurale buis met behulp van paracriene signaalstoffen, FGF, SHH en BMP4 remmers, namelijk Chordin, Noggin en Follistatin. Deze factoren specialiseren het overliggende ectoderm tot neuroectoderm en verhinderen specificatie van ectoderm tot huid. Ver weg van de chorda dorsalis is de concentratie van deze factoren te laag en kan wel huid ontstaan uit ectoderm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Naast het centrale zenuwstelsel, moet ook het perifere zenuwstelsel gevormd worden. Uit welke cellen en via welk proces ontstaat het perifere zenuwstelsel?

A

Het perifere zenuwstelsel wordt gevormd door neurale lijst cellen via het Epitheliale-Mesenchymale transitie (EMT).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vormen van mesoderm zijn er?

A

Axiale, paraxiale, intermediare en laterale mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke organen/structuren ontstaan er uit deze onderdelen van het mesoderm?

A

Axiale mesoderm: hieruit ontstaat de chorda dorsalis

Paraxiale mesoderm: hieruit ontstaan somieten die uiteindelijk uiteenvallen in het sclerotoom (hieruit ontstaan wervels, ribben), het dermomyotoom (bestaande uit dermatoom (lederhuid, onderhuidsbindweefsel) en myotoom (skeletspieren).

Intermediair mesoderm: hieruit ontstaat het urogenitaal stelsel (nieren en geslachtsorganen)

Laterale mesoderm: hieruit ontstaat de bekleding van het coeloom, hart en bloedvaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat het coeloom?

A

Het coeloom ontstaat door amnion expansie waarbij de laterale-mesodermbladen centraal-centraal naar elkaar gekromd (transversale kromming) en snoeren hiermee een deel van de chorionholte af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kiemlaag die het coeloom omgeeft is het……

A

Laterale mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van weke extra-embryonale ruimte maakte het coeloom voorheen deel uit?

A

De chorionholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verandert het hart van positie gedurende de ontwikkeling van het embryo?

A

Het hartbuis ligt eerst uiterst craniaal; door longitudinale kromming van het embryo (expansie amnion, kromming craniale zijde neurale buis) wordt het hart naar de ventrale zijde geduwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noem je de eerste delingen van de bevruchte eicel en wat valt je op aan het volume tijdens aan deze delingen?

A

Klievingsdelingen, het volume blijft gelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de naam van het eindstadium van deze klievingsdelingen?

A

Morula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Na dit eindstadium vindt differentiatie plaats en vormt er een holte. Welke twee celtypen zijn dan te onderscheiden? En hoe heet de holte die dan onstaat?

A

De twee celtypen zijn trofoblast en embryoclast. De holte die dan ontstaat is de blastocoel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke celtypen ontstaan uit de embryoblast en trofoblast?

A

Uit de embryoblast ontstaan de hypoblasten en epiblasten
Uit de trofoblast ontstaan de cytotrofoblasten en syncytiotrofoblasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem in chronologische volgorde de drie extra-embryonale holten die ontstaan tijdens differentiatie van cellen.

A

Dooierzak –> Amnionholte –> Chorionholte

17
Q

Wat zijn de posities van deze holtes t.o.v. het zich ontwikkelde embryo? Gebruik hiervoor de anatomische vlakken en termen.

A

Blastocoel (later dooierzak): ligt ventraal t.o.v. van embryo

Amnionholte: ligt dorsaal t.o.v. embryo, later volledig in het embryo omringt

Chorionholte: omringt het embryo volledig

18
Q

Wat is de niet wetenschappelijke naam van de amnionholte en wat bevat het en wat is de functie?

A

De niet wetenschappelijke naam van de amnionholte is: vruchtwaterzak.

Het bevat: embryonale en moederlijke vloeistoffen en later uitgeplast vocht van embryo.

Functie: voornamelijk bescherming van het embryo tegen uitdroging en stoten. Het biedt tevens ook ruimte voor de foetus om zijn skeletspieren te oefenen en zorgt ervoor dat de foetus niet samengedrukt wordt (wat belangrijk is voor de longontwikkeling). Verder vormt het vruchtwater ook volumereservoir waaruit de foetus kan drinken (belangrijk voor ontwikkeling van de tractus digestivus).

19
Q

*Beschrijf hoe de vier holten (blastocoel, amnionholte, dooierzak en chorionholte) zijn ontstaan.

A

Blastocoel: cavitatie

xxx

20
Q

Wat is de functie van de hechtsteel?

A

De hechtsteel zal onderdeel gaan uitmaken van de navelstreng.

21
Q

Aan welke zijde van het embryo bevinden zich de primitiefstreep en knop?

A

Dorsaal-caudaal. De primitiefstreep en uiterst craniaal darvan, de primitiefknop ontstaan aan de caudale kant van de kiemschijf, groeien eerst naar craniaal en vervolgens weer caudaal.

22
Q

Wat is gastrulatie?

A

Uitgebreide uitleg:

  1. Tijdens de gastrulatie wordt uit de tweelagige structuur die een embryo heeft (bestaand uit: hypoblast- en epiblastcellen), een drie-lagen kiemschijf gevormd (bestaand uit: endoderm, mesoderm, ectoderm). Gastrulatie vindt voornamelijk plaats in de derde ontwikkelingsweek en het laatste caudale gedeelte in de vierde ontwikkelingsweek.
  2. Bij gastrulatie migreren de epiblastcellen naar het midden waardoor er een verdikking wordt gevormd. Hieruit ontstaat craniaal de primitief knop en caudaal de primitief streep. Vanuit de primitief knop komt het TGFB-eiwit, Nodal, tot expressie die de primitief streep in stand houdt.
  3. De primitief streep ontwikkelt zich in een groeve waardoor de epiblastcellen naar de binnenkant van het embryo kunnen bewegen. De primitiefgroeve wordt eerst caudaal gevormd, gaat dan craniaal omhoog en trekt dan weer in de caudale richting.
  4. Er vindt dan invaginatie plaats waarbij de epiblastcellen die als eerst invagineren het embryonaal endoderm vormen. Ze vervangen hierbij grotendeels de hypoblastcellen.
  5. De volgende epiblastcellen die invagineren vormen het embryonaal mesoderm, die zitten tussen de epiblastcellen en hypoblast cellen.
  6. De bovenste cellen die niet invagineren worden het ectoderm genoemd.
  7. Bij de epiblastcellen (prenotochordale cellen) die invagineren bij de primitief knoop wordt de chorda dorsalis gevormd, ofwel axiale mesoderm. Deze groeit ook eerst caudaal en gaat dan craniaal.
  8. De paracriene factor die deze beging teweegbrengt is FGF8 groeifactor die vrijkomt uit de primitief streep. Deze zorgt namelijk voor een verminderde expressie van e-cadherine waardoor er losmazige cellen ontstaan en er beweging kan plaatsvinden. Dit wordt ook wel epitheliaal mesenchymale transititie genoemd (EMT).
23
Q

Waarom verplaats de primitiefknop in de caudale richting?

A

Wanneer de chorda dorsalis aan de craniale kant is aangelegd tot op het punt van de primitiefknop, schuift deze naar caudaal om nieuwe cellen craniaal te kunnen plaatsen.