Postmortale veranderingen - lijkstijfheid en afkoeling Flashcards

1
Q

Hoe ontstaat lijkstijfheid?

A

Voor de ontspanning van een spier is energie nodig. De ATP is de energiedrager in ons lichaam en kan je beschouwen als een soort spierverslapper, en levert energie na omgezet te zijn naar ADP. Als er na de dood geen energie meer is, werkt de aanmaak van ATP niet meer. De normale omzetting van suikers etc. naar energie zal niet meer doorgaan en er ontstaat lactaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek ‘verslapping - verstijving - verslapping’

A

Na de dood, wanneer er geen hersenactiviteit meer is, zal er ook geen sturing meer zijn van de contractie.

1) In eerste instantie ga je nog spierverslapping hebben omdat er nog energie is (pre rigor)
2) Eenmaal er geen energie meer is, zal spierverslapping niet meer kunnen doorgaan en krijgen we ‘rigor mortis’ of ook wel spierverslapping.
3) Deze spierstijfheid blijft van toepassing tot het ogenblik dat heel het systeem van de eiwitten in de cellen zelf kapot gaan door de ontbinding. Eenmaal de spiercellen kapot zijn ga je terug een verslapping krijgen (autolyse).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek de eerste fase (verslappingà

A

Aanwezige ATP wordt opgebruikt: spierverslapping (openvallen mond, open blijven ogen en urine en ontlastingsverlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de tweede fase (verstijving)

A

Als 85 procent van de energie van het ATP verdwenen is (na een uur of drie), dan treed er lijkstijfheid op. De toename aan melkzuur zorgt ook voor verstijving. De lijkstijfheid zal toenemen tot max. een dag om dan terug te verzwakken. Na 2-3 dagen is de lijkstijfheid weer helemaal weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De Regel van Nysten

A

De lijkstijfheid gaat van boven (craniaal) naar beneden (caudaal), van centraal naar perifeer. De spiergroepen kan eerst in het gelaat, kaak en hals samentrekken, vervolgens de armen en benen. De lijkstijfheid verdwijnt weer in dezelfde volgorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn uitzonderingen op de lijkstijfheid?

A

1) De lijkstijfheid kan worden gebroken
2) lijkstijfheid van de organen
3) lijkstijfheid van de kleine haarspiertjes (koudere of vochtigere omstandigheden)
4) lijkstijfheid van de scrotale spieren (zaadvocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aan welke elementen is lijkstijfheid afhankelijk bij het bepalen van een post mortaal interval?

A

1) In een warmere situatie waarin je energie sneller is opgebruikt zal er sneller lijkstijfheid optreden, in een koudere duurt het langer om lijkstijfheid te bekomen
2) als je voor het overlijden veel energie hebt gebruikt (bv. vechtpartij, marathon,..) dan kan er ook sneller lijkstijfheid optreden
3) als je weinig spieren hebt (bejaard/kind) zal lijkstijfheid minder dominant zijn.
4) Bij heel koude temperaturen mag lijkstijfheid niet verward worden met het vervriezen van lichaamsdelen
5) Bij bepaalde intoxicaties of elektrocutie is er zeer snelle lijkstijfheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is cataleptische rigor?

A

Er ontstaan Kadaver-spasmen, meestal op een beperkt deel van een lichaam. Lijkstijfheid treed hierbij onmiddellijk op, dit door zeer hevige fysieke of emotionele stress vlak voor het overlijden.

Epilepsie? Elektrocutie, schotwonden in het hoofd, verdrinking,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee elementen zorgen voor lijkafkoeling?

A

De stop van de thermoregulatie en de warmteproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan een invloed hebben op de lichaamstemperatuur post mortem?

A

Toxicologische intoxicatie kan een invloed hebben (MDMA verhoogt bv. de lichaamstemperatuur)., lichaamsgebonden factoren (mager zijn,..) en omgevingsfactoren (bv. dekens op het lijk).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de 3 fasen van lijkafkoeling

A

1) plateaufase: eerste drie uur na het overlijden. De temperatuur blijft ongeveer gelijk ( daalt 0,5 graden per uur) door de resterende energieproductie en de stop van warmteafvoer doordat bloed niet meer circuleert.
2) nadien daalt de temperatuur ongeveer 1 graad per uur: afkoelingsfase (35 tot 27 graden)
3) vertragingsfase: daling van 0,5 graden per uur tot omgevingstemperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Regel van Moritz

A

Postmortaal interval = 37 - rectale temperatuur + 3
Dus bv. 37-28 + 3 = 12 uur geleden overleden.

Houdt echter geen rekening met omgeving en lichaamsgewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Regel van Knight

A

Lijk warm en slap = < 3 uur geleden overleden
Lijk warm en stijf = tussen 3-8 uur overleden
Lijk koud en stijf = tussen 8-36 uur overleden
Lijk koud en slap = > 36 uur geleden overleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nomogram van Hench

A

Kijken naar de juiste omgevingstemperatuur en de juiste tabel nemen. Dan naar de temperatuur van het lichaam kijken die we rectaal hebben gemeten. Deze twee parameters verbinden met elkaar. (les kijken hiervoor)

hiernaast zijn een corrective factors: in bed met meerdere dekens, bepaalde kleren aan, in rivier,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Computersysteem voor postmortaal interval

A

Bovenaan moet je uw correctiefactor ingeven, dan temp. van uw omgeving, dan de initiële temperatuur en de rectale temperatuur. Tot slot nog het gewicht en je krijgt je ‘estimation of time of death’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly