Post mortum aftakeling Flashcards

1
Q

ante mortem

A

voor de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

post mortem

A

na de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

taphonomische processen

A

processen die post mortem plaats vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 fasen van ontbinding zijn er?

A

vers. bloat (opzwellen). putrification (vergaan). purid dry remains (voor skeletvorming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

algor mortis

A

de koud van de dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hypostasis

A

Paars tot rode verkleuring van de huid op plaatsen waar het bloed naar toe vloeit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

rigor mortis

A

veranderingen in spierspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Adipocire

A

verzeping van het lijk (lijkwas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mummificatie

A

Ontstaat onder droge condities gekoppeld aan extreme hitte of kou (gebrek aan bacterie-activiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt je PMI bepaald?

A

Aan de hand van chemische veranderingen en temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet de forensisch patholoog?

A

Doodsoorzaak vaststellen. Onderliggende ziektes vaststellen. Eigenschappen van persoon bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly