Natuurlijk/niet natuurlijke dood Flashcards
Natuurlijke dood
ieder overlijden dat uitsluitend het gevolg is van een spontane ziekte, inclusief een complicatie van een lage artis uitgevoerde medische behandeling.
per exclusionem
Ga je vanuit bij natuurlijke dood en niet-natuurlijke dood. Je gaat uitsluiten dat het geen niet-natuurlijke dood is.
Niet-natuurlijke dood
ieder overlijden dat (mede) het gevolg is van uitwendig (fysisch of chemisch) geweld, ook wanneer dit niet door menselijk toedoen is veroorzaakt, alsmede overlijden waarbij sprake is van opzet of schuld
Wie controleert in het ziekenhuis dat iemand dood is
de behandelende arts
Wie schakelt de arts in als hij een vermoeden heeft van een niet-natuurlijke dood?
de gemeentelijke lijkschouwer
Aan wie geeft de gemeentelijke lijkschouwer het door als het om een niet-natuurlijke dood gaat?
aan de officier van justitie.
mors subita
acute dood
wiegendood
algemene term voor kindersterfte in een wieg.
syndroom van Waterhouse-Friederichsen
Veroorzaakt door infecties. Bloeding in de bijnieren. Komt vaak bij kinderen voor.
Reye syndroom
infectie ziekte. Schade aan lever en hersenen. Afkomstig van aspirines.
Acute hartdood
Als er ook maar iets met het hart gebeurd, wordt het bijna altijd gezien als acute hartdood.
harttamponnade
Wordt vaak gezien als acute hartdood. De vloeistof om je hart verzamelt en je hart kan je niet meer samentrekken en ontspannen, omdat hij de vloeistof opneemt.
strangulatie sporen
krijg je bij verhanging of wurging
protrusie
als iets uitsteekt, bv. ogen of tong
Blauwe verkleuring tong
komt door zuurstoftekort