Possessive Pronouns Flashcards
1
Q
Mijn
A
my
2
Q
Het huis is van mij
A
The house is mine
3
Q
Jouw
A
your
4
Q
Dit is jouw kopje koffie
A
This is your cup of coffee
5
Q
Dit kopje koffie is van jou
A
This cup of coffee is yours
6
Q
uw
A
your (pero cuando se usa āUā, algo mas formal)
7
Q
Dit is uw woordenboek
A
This is your dictionary
8
Q
Dit woordenboek is van u
A
This dictionary is yours
9
Q
Dit is zijn hond
A
This is his dog
10
Q
De hond is van hem
A
The dog is his
11
Q
Haar
A
her
12
Q
Dit is haar broek
A
These are her pants
13
Q
De broek is van haar
A
These pants are hers
14
Q
Onze
A
our
15
Q
Het is onze auto
A
It is our car