Lesson 1&2 Flashcards
Maandagavond
Monday evening
lessen
lessons
spreken
speaking
engels
english
aanwezig
present
afwezig
absent
bericht
message
reden
reason
evaluatie
evaluation
schrijven
writing
grammatica
grammar
woordenschat
vocabulary
elke
each
altijd
always
boek
book
huiswerk
homework
communicatie
communication
iedereen
everybody
tennissen
playing tennis
hardlopen
to run
Mijn naam is
My name is
Ik ben
I’m
aardbei
strawberry
aardappel
potato
appel
apple
banaan
banana
bomen
trees
boom
tree
bus
bus
chocolade
chocolate
cijfers
numbers
dier
animal
docent
teacher
dag
day
dankjewel
thank you
ei
egg
eindelijk
finally
eigenlijk
actually
fiets
bicycle
fietsen
bicycles
fijn
fine
geleden
past/ago
goed
good
gezellig
cozy
helemaal
totally
handhaving
patrol
honden
dogs
ijsje
icecream
ja
yes
jammer
bummer/too bad
kaas
cheese
konijnen
rabbits
kaart
card
lekker
nice/delicious
Leraren
teachers
Maandag
Monday
meisje
girl
markt
market
nacht
night
Goedenacht
good night
naam
name
nee
no
olifant
elephant
olie
oil
ontvangen
to receive
paard
horse
punt
point (point.com)
recht
right/straight
regels
rules
raar
weird
sinterklaas
holiday on december 5th
stuur
send
tafel
table
tot
till
uit
out
dankuwel
thank you
vragen
to ask
vraag
question
wandelen
to stroll
weten
to know
ziekenhuis
hospital
zaterdag
saturday
zonnebloem
sunflower
zondag
sunday
zand
sand
zomer
summer
Ik heet
My name is
voornaam
first name
achternaam
last name
leeftijd
age
jaar
year
Mijn leeftijd is
My age is
Ik ben 29 jaar oud
I am 29 years old
afkomst
origin (country where you are from for example)
Ik kom uit Costa Rica
I’m from Costa Rica
woonplaats
residence (as to where do you live)
Ik woon in Amsterdam
I live in Amsterdam
Mijn hobby’s zijn tennissen
My hobbies are tennis
zijn
to be
goedemorgen
good morning
goedemiddag
good afternoon
goedenavond
good evening
ochtend
morning
vandaag
today
middag
afternoon
avond
evening
nacht
night
Alles goed?
Everthing okay?
Alles goed met jou?
Everything alright?
Hoe gaat het?
How are you?
slecht
bad
niet zo goed
not so good
het gaat wel
it’s ok
goed
good
heel goed
very good
prima
fine
uitstekend
excellent
Heel veel
a lot
geweldig
awesome
En met jou?
and you?
Het gaat ook goed
It is also going well
waar kom je vandaan?
where are you from?
uit welk land kom jij?
which country are you from?
de
the
jongetjes
boys
het meisje
the girl
de meisjes
the girls
de tafeltjes
the tables
noord
north
oost
east
zuid
south
west
west
Hoe lang ben jij al in Nederland?
How long have you been in the Netherlands?
Ik ben al 1 maand in nederland
I’ve been in the Netherlands for 1 month