Plastiden Flashcards

1
Q

Wat zijn plasten (of plastiden)?

A

Plasten zijn grote organellen in plantencellen, omgeven door twee membranen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij wie komen plasten enkel voor?

A

Bij planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen plasten?

A

Ze maken belangrijke stoffen voor de cel en slaan die op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste plasten?

A

Chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten (amyloplasten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn leukoplasten (amyloplasten)?

A

Korrelvormige organellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Door wat worden leukoplasten gekenmerkt?

A

Door de afwezigheid van pigmenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat slaan leukoplasten (amyloplatsen) vooral op?

A

Ze slaan vooral zetmeel op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar vind je amyloplasten voornamelijk?

A

In de wortels van planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een ander naam voor chloroplasten?

A

Bladgroenkorrels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar komen chloroplasten talrijk voor?

A

In bladcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In de chloroplasten vindt er fotosynthese plaats…Wat bevatten chloroplasten daardoor?

A

Chlorofyl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is chlorofyl?

A

Een groen pigment dat licht en enzymen opvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn chromoplasten?

A

Korrelvormige organellen met rode, oranje of gele pigmenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat bevatten de chromoplasten?

A

Pigmenten die bloemen en fruit hun kleur geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly