Celonderzoek Flashcards
1
Q
Wat gebruiken we om cellen te onderzoeken?
A
Microscopen.
2
Q
Hoe veel groter kun je voorwerpen bekijken met een lichtmicroscoop?
A
40 tot 1500x
3
Q
Welke structuren kun je waarnemen met een lichtmicroscoop?
A
Het celmembraan en -wand, de kern, het celplasa, de vacuole en plastiden.
4
Q
Wat betekent submicroscopisch?
A
Dat de deeltjes niet kunnen waargenomen worden met een lichtmicroscoop.
5
Q
Met wat zijn celstructuren van 1 nanometer goed zichtbaar?
A
Met de elektromicroscoop.