Performing, Zone van naaste ontwikkeling en contextmanipulatie Flashcards

1
Q

Kenmerken van de performingsfase zijn:

A
  1. Een groep streeft ernaar om zelfstandig en taakgericht aan de slag te gaan.
  2. Groepsleden worden geaccepteerd.
  3. Groepsleden voelen zich een groep, zonder dat het opgelegd is
  4. Er is veel ruimte om aan de slag te gaan met de taak en de doelstelling na te streven
  5. Er wordt planmatig gewerkt
  6. Er wordt geïnvesteerd in een goede werksfeer, en het creëren van rust en duidelijkheid
  7. Er is vertrouwen in elkaar
  8. Er is een individuele bijdrage van elk groepslid, waardoor persoonlijke betrokkenheid en
    zelfrealisatie gevoeld wordt.
  9. Problemen die ontstaan gaan over de taak, niet over de onderlinge relaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vygotsky

A
  1. Sociale interactie en cultuur
  2. Bij het leren is een bekwamere ander nodig,
  3. Leren vindt plaats in de zone van de naaste ontwikkeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bewegingsprobleem:

A
  • binnen beleving en afgepast buiten bereik (lukken&raquo_space; geluk)
  • binnen beleving en ver buiten bereik (mislukken&raquo_space; frustratie)
  • binnen beleving en nauwelijks buiten bereik (geen lukervaring&raquo_space; frustratie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De zone van de actuele ontwikkeling

A

De zone van de actuele ontwikkeling omvat alles wat je al weet en kan, inclusief de vermogens om
kennis te verwerven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De

zone van naaste ontwikkeling

A

De zone van naaste ontwikkeling omvat datgene wat je binnenkort zal kunnen en kennen.

Met de hulp van een bekwamere ander bereik je de zone van de naaste ontwikkeling. Zodra dat stadium is bereikt,
verandert de zone van de naaste ontwikkeling in de zone van de actuele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sociaal-constructivisme.

A

Leren van en met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

directe contextmanipulatie

A

Als de begeleider expliciet maakt waarom hij een bepaalde contextverandering toepast, dan
noemen we dat directe contextmanipulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indirecte contextmanipulatie

A

Het niet van te voren aangeven waarom er voor een activiteit gekozen wordt, Niet expliciet uitleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly