PEDIATRIE H20 Flashcards

1
Q
  1. Noem 3 manieren waarop gele verkleuring bij pasgeborenen kan verlopen (=wanneer wat), plus de betekenis van ieder
A

a. Gewone icterus (geel na 2 dagen)
b. Versterkte icterus (de eerste dag al geel)
c. Gecompliceerde icterus (de icterus wordt na een week sterker in plaats van minder)
d. Borstvoedingsicterus (geelzien bij volledige borstvoeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat gebeurt er als de geelzucht bij pasgeborenen te sterk is?
A
  • bilirubinegehalte te hoog, hersenbeschadiging en dat leidt weer tot spasticiteit
  • verborgen aangeboren afwijkingen van galwegen
  • verborgen rhesusantagonisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Waarnaar moet zeker gevraagd worden als een zuigeling diarree heeft?
A

Of de baby nog natte luiers heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Hoe ernstig is dehydratie bij zuigelingen?
A

Kan levensbedreigend zijn. Kunnen binnen een halve dag overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Waarom kan een kind een vergroting van het hoofd krijgen (bij verhoogde druk binnen de schedel) en een volwassene niet?
A

De beenderen zijn nog niet vergroeid zoals bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat is de meest voorkomende aangeboren afwijking aan het hart?
A

Ventrikelseptumdefect (VSD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Waarom moet vooral bij kinderen met een verhoogde bloeddruk ook de bloeddruk aan de benen gemeten worden?
A

Omdat Coarctatie (vernauwing) van de aorta een verhoogde bloeddruk aan de armen geeft maar niet aan de benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Noem 2 symptomen die horen bij pylorusstenose
A

a. Projectielbraken
b. Zichtbare maagcontracties over de bovenbuik
c. Onvoldoende gewichtstoename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wat kun je zien aan een pasgeborene met hernia diafragmatica?
A

Kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Hoe is de manier van lopen als een congenitale heupluxatie niet behandeld wordt?
A

Waggelend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Noem 4 symptomen die kunnen passen bij meningitis
A

a. Nekkramp
b. Lichtschuw
c. Later: bewustzijnsdaling of verlies
d. Soms: huiduitslag
e. Soms: convulsies
f. Koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Wat is de waarde van medisch onderzoek door een ervaren arts bij kinderen met middenoorontsteking?
A

Die kan beoordelen of er mogelijk ook sprake is van meningitis door het testen van nekkramp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Noem 4 symptomen die horen bij Acute Lymfatische Leukemie
A

a. Bleek en vermoeid
b. Blauwe plekken zonder stoten
c. Opgezette lymfeklieren
d. Zweren in mond en keel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Noem een aantal complicaties van middenoorontsteking met hun mate van ernst
A
  • meningitis - ernstig
  • mastoïditis (ontsteking rotsbeen)
  • hersenabces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Noem 3 mogelijke complicaties van meningitis
A

a. Overlijden
b. Blijvende invaliditeit
c. Doofheid
d. Blindheid
e. Spasticiteit
f. Aantasting van de geestelijke vermogens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Welke 2 organen hebben speciaal te lijden bij CF (cystische fibrose)?
A

a. Pancreas

b. Longen

17
Q
  1. Noem 3 symptomen van juveniele chronische polyartritis
A

a. Aanvallen van ziek zijn, koorts
b. Bloedarmoede
c. Gewrichtsontsteking
d. Ontstekingen van bindweefsels elders

18
Q
  1. Noem 3 hoofdkenmerken van ADHD
A

a. Aandachts- en concentratieproblemen
b. Impulsiviteit
c. Hyperactiviteit

19
Q
  1. Hoe herken je een beginnende meningitis van een zuigeling?
A

Krijst bij het verschonen van de luier

20
Q
  1. Wat zijn de verschillen tussen kroep en pseudokroep?
A

Geen