HET OOG H13 Flashcards

1
Q
  1. Welk symptoom past bij myopie?
A
  • voorwerpen die verder weg zijn worden vaag waargenomen

- voorwerpen op korte afstand worden scherp waargenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat is er mis met het oog bij myopie (bijziendheid) en op welke leeftijd ontstaat myopie meestal?
A

De oogas (afstand tussen netvlies en voorkant van het hoornvlies) is te lang, zodat het brandpunt van het beeld voor het netvlies valt. De oorzaak van de lange oogas is de manier waarop het oog zich ontwikkelt tijdens de groei.

Myopie ontstaat tijdens de groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Als bij een bijziende persoon van 35 jaar het gezichtsvermogen verslechterd wat betekent dit dan?
A

Dit kan een aanwijzing zijn van een verborgen aandoening, dus de oogarts moet het bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Wat zijn de symptomen en wat is de pathofysiologie van presbyopie?
A
  • niet meer scherp kunnen zien op korte afstand
  • niet meer goed dichtbij kunnen lezen zonder leesbril

De cellen van de lens blijven doorgroeien waardoor de lens stijver wordt. Ook wordt de musculuc ciliare zwakker waardoor de lens niet meer goed bol kan worden. Hierdaar kan niet meer goed op dichtbij worden scherp gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Wat verstaan we onder entropion?
A

Bij ouderen kan door verslapte bindweefsels de rand van het onderste ooglid naar binnen klappen. De haren schuren dan over de conjunctiva en de cornea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat verstaan we onder ectropion?
A

Door verzwakking van bindweefsel en spier gaat het onderste ooglid naar voren hangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Wat is de P.A. van het hordeolum?
A

Abcederende ontsteking aan een ooglid. Ontsteking gaat uit van de klieren van Zeiss of van Meiboom. Een kliertje vult zich dus met pus, dat niet weg kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat is het symptoom van een hordeolum?
A
  • rood knobbeltje in/op ooglid

- knobbeltje is warm en soms wat pijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Noem de 4 meest voorkomende oorzaken van conjunctivitis
A

a. Griep
b. Hooikoorts
c. Irritatie van de conjunctiva
d. Vuiltje in het oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat is het verschil in roodheid bij conjunctivitis en iridocyclitis
A

Conjunctivitis: roodheid is onregelmatig verdeeld en de roodheid is duidelijker naar perifeer
Iridocyclitis: roodpaarse verkleuring, gerangschikt in een regelmatige uitstralende kring rond de iris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Noem 2 aandoeningen waarvan iridocyclitis een uiting kan zijn
A

a. M. Bechterew
b. Reumatoïde artritis
c. Acuut glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Noem 2 complicaties van niet medisch behandelde iridocyclitis
A

a. Acuut glaucoom

b. Cataract

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Wat is de pathofysiologie van seniel cataract?
A

De lens blijft het hele leven doorgroeien. Deze groei vindt plaats in de levende cellen binnen in de lens. Het lenskapsel groeit echter niet en de overtollige cellen maken de lens troebel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat is de pathofysiologie van traumatisch cataract?
A

Door een klap op het oog of door beschadiging van het lenskapsel kan er oogvocht in de lens komen. De lens wordt dan troebel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Waaraan kun je cataract herkennen?
A
  • achteruitgang van de visus
  • van buitenaf zichtbare troebeling van de lens
  • beeld dat gezien wordt door de patiënt is rood/bruiner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Wat is er mis bij glaucoom?
A

Aandoening waarbij de oogboldruk te groot is

17
Q
  1. Noem 4 fenomenen die bij acuut glaucoom kunnen optreden
A

a. Heftige pijn in ogen en hoofd
b. Misselijk, braken
c. Wazige visus met normaal gezichtsveld
d. Rood oog

18
Q
  1. Bij wie treedt acuut glaucoom het meest op en wanneer?
A
  • vaak bij oudere mensen, vaak met een kort oogas (hypermetroop)
  • vaak na periode van wijde iris
19
Q
  1. Hoe leidt acuut glaucoom tot verlies van gezichtsvermogen?
A

Door de hogedruk worden de vaten dichtgedrukt. Hierdoor kan het netvlies afsterven.

20
Q
  1. Hoe zijn de klachten tijdens de 1e jaren van chronisch glaucoom
A

Stadium 1: geen klachten, normaal oog, licht verhoogde oogboldruk
Stadium 2: geen klachten, excavatie van de papil
Stadium 3: verlies van gezichtsveld, abnormale blinde vlekken

21
Q
  1. Welk medisch onderzoek toont chronisch glaucoom in een vroeg stadium aan?
A

Tonometrie (oogdrukmeting)

22
Q
  1. Wat zijn de klachten als bij chronisch glaucoom de oogzenuw weggedrukt wordt?
A

Nog geen klachten

23
Q
  1. Wat is het eerste wat een patiënt zelf merkt van chronisch glaucoom en wanneer merkt de patiënt dat?
A

Pas wanneer grote delen van het gezichtsveld weggevallen zijn gaat de patient dit merken. Bijvoorbeeld door dat ze zich meer gaan stoten of vallen. Het kan ook gebeuren dat mensen noemen dat dingen er plotseling lijken te zijn, alsof ze er “plop” uit het niets zijn

24
Q
  1. Waarom kan een runderoog alleen voor het 3e levensjaar ontstaan?
A

Er blijft in de kamerhoek te veel embryonaal weefsel zitten waardoor het oogvocht niet weg kan en het oog zichzelf op blaast. Tot het 3e levensjaar is het oog nog rekbaar en dit geeft dan dus aanleiding tot een vergroting van het oog (buphthalmus = runderoog)

25
Q
  1. Waarom moeten bij plotselinge ingrijpende veranderingen in het gezichtsvermogen de huisarts of de SEH diezelfde dag bezocht worden?
A

Je moet zo snel mogelijk proberen om het gezichtsvermogen te herstellen omdat bijv. bij een netvliesloslating het proces ook aanwezig is in het andere oog. Wanneer er niet op tijd behandeld wordt kan als complicatie blindheid ontstaan