Pedagogiek 1-5 Flashcards

1
Q

Benoem het denk niveau volgens Telling

  • De pedagoog gaat samen met de ouders een plan van aanpakmaken doormiddel van doelen en middelen in te zetten.*
  • A. Praktijk niveau*
  • B. praktijk Theorie*
  • C. Objecttheorie*
  • D. Metatheoretische niveau*
A

B. praktijk Theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem het denk niveau volgens Telling

  • Je wilt als pedagoog een beloningsysteen toepassen bij een kind wa een beetje angstig is. Je gaat onderzoek doen naar welke boleningssytemen het beste bij dit specifiek geval passen.*
  • A. Praktijk niveau*
  • B. praktijk Theorie*
  • C. Objecttheorie*
  • D. Metatheoretische niveau*
A

C. Objecttheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem het denk niveau volgens Telling

  • De medewerker op het kinderdagverblijf gaat met de kinderen een liedje zingen voor het eten.*
  • A. Praktijk niveau*
  • B. praktijk Theorie*
  • C. Objecttheorie*
  • D. Metatheoretische niveau*
A

A. Praktijk niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt methodisch werken in?

A. Planmatig, systmatisch en gestructureed werken

B. Normatie en waarde geladen handelen

C. Situationeel handelen en interventies moduleren

A

A. Planmatig, systmatisch en gestructureed werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het plancylus bestaat uit welke fasen?

A
  • oriënteren
  • diagnosticeren
  • plannen
  • uitvoeren
  • evalueren. Het is praktijk georiënteerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uit welke 3 taken bestaat de rol van de pedagoog:

A
  • Het versterken van de opvoed relatie
  • Het herstellen van de opvoedrelatie
  • Brengt samenhang in de opvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De volgende uitspraak is waar of niet waar:

Informele steun bestaat uit je eigen netwerk, de vragen die je stelt aan je buren of vrienden

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor type Opvoedsteun is hier spraken van?

In het buurthuis wordt er een voorlichtigsavond gegeven voor ouders die net zijn gescheiden

A. Informele opvoedsteun
B. Universele opvoedsteun

C. Selectieve opvoedsteun

D. Geindiceerde opvoedsteun

A

C. Selectieve opvoedsteun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Marion komt een gezin binnen waar multi problematiek afspeelt welke vorm van opvoedsteun wordt hierbij geboden?

A. Informele opvoedsteun
B. Universele opvoedsteun

C. Selectieve opvoedsteun

D. Geindiceerde opvoedsteun

A

D. Geindiceerde opvoedsteun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor type Opvoedsteun is hier spraken van?

In het buurthuis wordt er een voorlichtigsavond gegeven voor ouders over peuterpuberteit

A. Informele opvoedsteun
B. Universele opvoedsteun

C. Selectieve opvoedsteun

D. Geindiceerde opvoedsteun

A

B. Universele opvoedsteun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe komt gewongen hulp tot stand?

A

Gedwongen jeugdhulp: de gezinscoach doet een melding bij de raad voor de kinderbescherming en die doen onderzoek en vervolgens beslist de rechter of het kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt OTS in?

A
  • Onder Toezicht Stelling (OTS) komt te staan bij een gecertificeerde instelling → ouders moeten het gezag over het kind delen met de gezinsvoogd en zij kijken voortdurend met de ouders mee met beslissingen die ze maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een voorbeel van een situatie waarin een VOTS met Machtiging uithuisplaatsing wordt uitgesproken door een rechter?

A

Mishandeling of misbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 5 stappen van Oplossinggerichte benadering?

A
  1. Beschrijven probleem→ je probeert het doel zo helder mogelijk te krijgen en je gaat ook opzoek naar de context van het probleem (beschrijven van het hele probleem)
  2. Ontwikkelen doelen→je gaat opzoek naar de wens die onder het probleem ligt en een doel is alleen goed als het door de cliënt is gesteld en dit doe je door de wondervraag= stel je kan toveren hoe ziet het er dan uit
  3. Exploreren uitzondering→ je gaat opzoek naar welke uitzonderingen er zijn, zoals waar gaat het wel gaat
  4. Feedback geven→ complimenten geven om cliënten zelfvertrouwen te geven maar kan ook opbouwende kritiek zijn. Je bevestigt vooral aandacht op mogelijkheden die de cliënt heeft om het doel te bereiken
  5. Evalueren vooruitgang→ doe je door schaalvragen= op een schaal van 1 tot 10 hoe vind je dat het gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Benoem de 8 stappen binnen de 8 stappendans:

A
  1. Contactleggen
  2. Context verhelderen
  3. Schaal vragen
  4. SMART-doelen
  5. Toekomstprojecties
  6. Krachten, uitzonderingen zoeken
  7. complimenteren
  8. Schaalvragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

keppel de juiste letter aan het juiste Nummer:

A. Beschrijven probleem

B. Ontwikkelen doelen

C. Exploreren uitzonderingen

D. Feedbackgeven

E. evalueren

  1. Krachten, uitzonderingen zoeken
  2. complimenteren
  3. Context verhelderen
  4. Contactleggen
  5. Toekomstprojecties
  6. Schaalvragen
  7. SMART-doelen
  8. Schaal vragen
A
  1. Krachten, uitzonderingen zoeken C
  2. complimenteren D
  3. Context verhelderen A
  4. Contactleggen A
  5. ToekomstprojectiesB
  6. Schaalvragen E
  7. SMART-doelen B
  8. Schaal vragen A
17
Q

Wie zijn de grondleggers van capability aproach?

A

Sen en Nussbaum

18
Q

tot welke model behoort de volgende stelling.

Je komt als pedagoog binnen in een gezin als eerst brengen jullie het probleem in kaart en schrijven jullie de doelen op met hierbij een contract dat je het probleem samen gaan aanpakken.

A

Taak gerichte hulpverlening

19
Q

UIt welke fasen bestaat taak gerichte hulpverlening?

A
  1. Beginfase
  • Probleembepaling, doelen
  • Contracteringà je maakt een contract waarin je samenstelt dat je het probleem samen gaat aanpakken
  1. Middenfase
    * Kiezen, uitvoeren en evalueren taakà je kiest samen voor een taak wat behaal baar is (je helpt door het even te oefenen) maar uiteindelijk doet de cliënt het zelf en uiteindelijk evalueer je terug op de uitvoering
  2. Eindfase
  • Terug- en vooruitblik (evaluatie)
  • Afscheid
20
Q

Wat zegt Axioma watzlawick over communicatie?

A
  • Niet communiceren is onmogelijk
  • Communicatie is een gelaagd proces
  • Mensen zijn geneigd om een beginpunt aan te wijzen in de interactieketenà beginpunt wordt interpunctie genoemd
  • Communicatie verloopt zowel digitaal als analoog
  • Interacties verlopen symmetrisch om complementair
21
Q

wat is de functie van communicatie

A

Om de homeostase binnen een goet te behouden

22
Q

wat is het verschil tussen positieve en negatieve feedback

A
  • Positieve feedback zorgt ervoor dat homestase verandert.

Negatieve feedback zorg voor het behouden van homeostase

23
Q

Wat zijn de 5 kenmerken van de presentiebenadering?

A

Gardner en meervoudige intelligentieà Gardner erkende dat er verschillende soorten intelligentie zijn:

  • Verbaal-linguïstisch
  • Logisch-mathematisch
  • Visueel-ruimtelijk
  • Muzikaal-ritmisch
  • Lichamelijk kinesthetisch
  • Naturalistisch
  • Interpersoonlijk
  • Intrapersoonlijk
24
Q

Wat is de visie van Gardner op de Intelligentie?

A

Gardner en meervoudige intelligentieà Gardner erkende dat er verschillende soorten intelligentie zijn:

  • Verbaal-linguïstisch
  • Logisch-mathematisch
  • Visueel-ruimtelijk
  • Muzikaal-ritmisch
  • Lichamelijk kinesthetisch
  • Naturalistisch
  • Interpersoonlijk
  • Intrapersoonlijk
25
Q
A