PD 4 - Een angstig kind Flashcards

1
Q

Definitie angst

A

Onplezierig gevoel van beklemming of spanning
Motorische en fysiologische verschijnselen
Dysfunctionele gedachten
Angst is een normaal verschijnsel en heeft een nuttige functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

angst 0-2 jaar

A

angst voor geluiden, vallen, vreemde voorwerpen en personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

angst 4-6 jaar

A

angst voor dieren, donker, monsters, spoken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

angst 6-10

A

angst lichamelijk letsel, dood, falen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

angst 10 - ….

A

angst mbt uiterlijk, kritiek van anderen, beoordeling, eigen gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Separatie angststoornis

A
  • Specifiek voor kinderleeftijd/adolescentie
  • Angst als reactie op scheiding van hechtingsfiguur
  • Niet passend bij ontwikkelingsfase
  • Kan leiden tot schoolweigeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gegeneraliseerde angststoornis

A
  • Piekerne over diverse aspecten die in het dagelijks leven kunnen voorkomen en er niet mee kunnen stoppen
  • Hoofdpijn, vermoeidheid, buikpijn, concentratie problemen
  • Belemmering in dagelijkse bezigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Specifieke fobie

A
  • Extreme irreële angst voor specifieke situatie/object resulterend in vermijding
  • Interfereert in dagelijks functioneren
  • Bijv. donker, dieren, bloed, hoogte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale angststoornis

A
  • Angst in sociale situaties
  • Irreële angst om bekritiseerd te worden
  • Zowel in contact met volwassenen als leeftijdsgenoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Paniekstoornis

A
  • Zonder enige oorzaak krijgen van paniekaanvallen
  • Met als gevolg vermijding van reizen of naar bepaalde plekken toegaan
  • Lichamelijke symptomen
  • Cognitieve symptomen
  • Anticipatieangst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Agorafobie

A
  • Angst voor situaties waaruit weggaan moeilijk/onmogelijk is
  • Situatie wordt vermeden
  • Zijn in de situatie gaat gepaard met heftige angst of paniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nadelige gevolgen angst

A
  • Schools functioneren
  • Zelfbeeld
  • Sociale relaties
  • Functioneren in familie
  • Depressie
  • Kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ouder begeleiding

A
  • psychoeducatie
  • uitleg van behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling kind

A
  • Cognitieve gedragstherapie
  • Behandeling eerste keus
  • Langdurig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Angststoornis

A

De angst is niet meer adaptief en interfereert met het dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Risicofactoren voor het ontwikkelen van een angststoornis

A
  • Genetisch
  • Geïnhibeerd temperament
  • Negatieve ervaringen
  • Sociaal vermijdende gezinnen
17
Q

Doel behandeling

A

Reduceren van angstsymptomen, versterken van vaardigheden, betrekken van omgeving en het in kaart brengen van onderliggende factoren en patronen

18
Q

Cognitieve gedragstherapie gevoel

A

Herkenning van lichaamssignalen bij angst en het leren van relaxatietechnieken als deze signalen opkomen

19
Q

Cognitieve gedragstherapie gedachten

A

cognitieve distorsies en disfunctionele gedachten uitdagen en vervangen door functionele, reële gedachten

20
Q

Cognitieve gedragstherapie gedrag

A
  • Behandel vermijdend gedrag door blootstelling en operante conditionering (jezelf belonen voor dapper gedrag)
  • Behandel een gebrek aan copingvaardigheden door het aanleren van probleemoplossende vaardigheden en modelling
21
Q

Medicatie

A

Het allerliefst niet en ander sertraline