Pathologie Flashcards

1
Q

Welke context kunnen we skelet/botten aantreffen?

A

moord/zelfdoden
archeologisch
massagraven
vliegtuigramp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat te onderzoeken bij botten?

A

menselijke oorsprong
aantal individuen
persoonskenmerken
PMI
Identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Forensische doeleinden

A

leeftijdsbepaling
geslachtsbepaling
afkomstbepalen
letsel
ante of post mortaal letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functies skelet

A

bescherming
aanhechting spieren
opslag calcium en fosfor
aanmaak bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel botten menselijk?

A

volwassene 206
baby rond 300

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lange botten

A

langer dan wijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kleine botten

A

even wijd als lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat een breuk

A
  1. ontstaan hematoma
  2. bindweefsel gevormd + kraakbeen
  3. osteoblast vormt sponsbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

osteoporose

A

afname van bot dichtheid, zwakke en broze botten.

rond 50e levensjaar –> vermindering calcium en hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ruggenmerg

A

loop tot L2 wervel
verlamming bij beschadiging (dwarsleasie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functies zenuwstelsel

A

ontvangen interne en externe stimuli
verwerken en reageren op stimuli
spieren en klieren aansturen
homeostase
behoud van mentale activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

soorten zenuwstelsel

A

centrale zenuwstelsel (CZS) - hersenen en ruggenmerg
perifere zenuwstelsel (PZS) - zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly