Pathologie Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen hyperplasie en neoplasie?

A

Hyperplasie is reversibel en neoplasie niet, omdat neoplasie autonome groei is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor is de grens van bijniercortex naar bijniermerg pathologisch goed te onderscheiden?

A

De cellen van de bijniercortex hebben een andere embryonale oorsprong dan de cellen van het bijniermerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormstoornis gaat gepaard met de functiestoornis hypercortisolisme?

A

Nodulaire of diffuse hyperplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormstoornis gaat gepaard met de functiestoornis hyperaldosteronisme?

A

Bilaterale idiopathische hyperplasie (kan ook als carcinoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het belangrijkste kenmerk van een aldosteronproducerende tumor?

A

Spironolacton bodies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 2 erfelijke vormen van stille adenomen kennen we?

A

Ii-Fraumeni syndroom en Beckwith-Wiedemann syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de vuistregels voor grootte en gewicht van een bijnieradenoom of -carcinoom?

A

Carcinoom: > 100 g en > 5-6 cm
Adenoom: < 50 g en < 5 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is er pathologisch bijzonder aan een Hashimoto thyreoïditis?

A

Er is forse infiltratie van T- en B-lymfocyten en andere immuuncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er pathologisch te zien bij de ziekte van Graves?

A

Minimale infiltratie van T-lymfocyten
Beperkte schildklierschade
Diffuse hyperplasie
Laag TSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke antistoffen vindt je bij de ziekte van Graves?

A

Anti-Tg
Anti-TPO
Anti-TSH-receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke pathologische vormafwijking past bij een TSH-adenoom van de hypofyse?

A

Diffuse hyperplasie

Hoog TSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke pathologische vormafwijking past bij een toxisch struma?

A

Nodulaire hyperplasie

Laag TSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke pathologische vormafwijking past bij een toxisch adenoom?

A

Adenoom

Laag TSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een pathologisch kenmerk van hyperactiviteit van de schildklier?

A

Versterkte resorptie van de vacuoles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er pathologisch te zien bij M. Hashimoto?

A

Influx van lymfocyten
Zwelling
Fibrose
Atrofie van follikelepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaraan is papillair schildkliercarcinoom te herkennen?

A

Opheldering in de kern
Kerngroeven
Psammoom lichaampjes

17
Q

Waaraan is folliculair schildkliercarcinoom te herkennen?

A
Kapseldoorbraak
Vasoinvasie (hematogene metastasering)
18
Q

Waaraan is medullair schildkliercarcinoom pathologisch te herkennen?

A

C-cel hyperplasie

19
Q

Waaraan is anaplastisch schildkliercarcinoom pathologisch te herkennen?

A

Afwezigheid van een duidelijk celtype

20
Q

Hoe is hyperplasie van de bijschildklier te onderscheiden van carcinomen/adenomen?

A

Hyperplasie is meestal multiglandulair