Partim Ontwikkeling Flashcards
1
Q
algemeen ontwikkeling
A
- soorten analyse van ontwikkeling
- kwalitatief = wat fout verloopt & waarom
- kwantitatief = opvolgen adhv mijlpalen - factoren die ontwikkeling beïnvloeden
- endogene factoren = genetische predispositie
–> bepaalde mate van gelijkheid in ontwikkeling
- omgevingsinvloeden = interindiviuuele verschillen
–> iedereen heeft zijn eigen tijdslijn van ontwikkeling - zelfregulatie = plasticiteit
- compensatie na een verstoring van groei
- vb: ziekte
- beperkte capaciteit
- ernst afh van deprivatie, leeftijd, potentieel & kwaliteit van condities nadien
- belang van ontwikkelingstimulaties vanuit omgeving
2
Q
ontwikkelingsprincipes
A
= rijpings modellen die hiërarchisch & 1 rijpend systeem volgen
- Gesell
- cefalo-caudale ontwikkeling = (vb) eerst controle van bovenste lidmaat over onderste -
- proximo-distale ontwikkeling = (vb) eerst controle van schouder over pols
- beide processen verlopen parallel - neurmotorische maturatie
- toenemende differentiatie & integratie van motorische & sensorische mechanismen
- differentiatie = van globale bewegingen naar verfijne & geïsoleerde patronen
- integratie = coördinatie tussen verschillende spieren - kwalitatieve analyse
- ontwikkeling: assymetrisch -> symmetrisch (naar middellijn toe) -> assymetrisch
- functioneel & gewichttransfer
3
Q
algemeen babyreacties
A
= primitieve reacties
- verschil met reflex
- grote variabiliteit stimulus & respons
–> inter- & intraindividueel
- niet altijd oproepbaar = afh van arousaltoestand
- leeftijdsgebonden reacties die verdwijnen - ontwikkeling
- bewegingen die ontstaan vanuit hersenstam zonder werking cortex
- belangerijke diagnostische factor voor ontwikkeling
- overleven van baby terwijl nog geen eigen bestuur - verdwijnen van reacties
- = ontwikkeling van CZS
- integeren van babyreacties in gewilde bewegingen
- houdingsreacties ontwikkelen pas na geboorte
4
Q
opsomming babyreacties
A
- namen
- Galant
- Babinsky
- Moro
- Landau - beweging
- hoofd-opricht reacties
- handvoetplaatsing
- loop reactie
- kruipreactie - functioneel
- zoek-zuig-slik reflex
- grijpreactie
- ATNR
- STNR
5
Q
babyreacties namen
A
- Galant-reactie = wervelkolom reactie
- stimulus = veertje langs rug
- reactie = gehele homolaterale lateroflexie van wervelkolom - Babinsky-reactie
- S = scherp voorwerp aan laterale voetrand
- R = abductie van tenen + dorsiflexie van grote teen
- verdwijnen = rond 12 maand net voor lopen, overgaan in voetzoolreflex - Moro-reactie
- S = abrupte veranderingen van hoofd, temperatuur of plotse geluiden
- R = volledige abductie van armen gevolgd door knuffel beweging - Landau-reactie
- S = horizontaal optillen
- R = vormspanning: strekken van hoofd, rug & ledemanten idpv in elkaar zakken
- 3-9maanden
6
Q
babyreacties bewegingen
A
- hoofdopricht reacties
- S = eigen wil
- R = hoofd ophouden
- afwezig bij geboorte -> na 5 dagen kan 50% voor 2 sec - hand & voet plaatsingsreactie
- S = kind over trapje zweven
- R = stap & kruip reactie - loop reactie
- S = kind over opp. zweven
- R = stapbewegingen maken - kruipreactie
- S = alternerend voeten indrukken
- R = kruipbeweging maken
- al vanaf foetaal
7
Q
babyreacties functioneel
A
- zoek-zuig-slik reflex
- ookwel rooting-reflex genoemd
- S = tactiele stimulatie rond mond
- R = hoofd zoeken & beginnen zuigen - grijpreactie = palmaire grijpreactie
- S = voorwerpen in hand & voetpalm
- R = sluiten van hand & voet
- zo sterk dat ze hiervan kunnen hangen
- geen duim want oppositie nog niet mogelijk
- fysiologisch versterkt bij zuigen - ATNR assymetric tonic neck reaction
- S = hoofd naar 1 kant draaien
- R = homolaterale strekking & contra laterale buiging
- langer aanwezig bij deviate ontwikkeling vb: prematuren
- bevordering van coördinatie & visuele prikkels
- door rekking van nekspieren - STNR
- S = hoofd naar achter kantelen
- R = strekken armen & buigen benen
- omgekeerd bij naar voor kantelen van hoofd
8
Q
oprichtreacties algemeen
A
- nut
- eerste bewegingen van hoofd, romp & ledematen
- overwinnen van zwaartekracht
- aanpassen van lichaam aan veranderende omgeving
- basis van posturale controle & stabiliteit voor distale bewegignen - ontwikkeling van reacties
- pas na 3 maanden ontwikkeld
- besturing: hoofd op romp, romp op romp
+ labyrinthair & visueel
- later ontwikkeling van steunreacties, opvangreacties & evenwicht reacties
9
Q
oprichtreacties specifiek
A
onderverdeling van Flehmig
- hals opricht reactie = nekherstel reactie
- S = draaien van hoofd
- R = draaien van gehele lichaam - romp-op-romp reactie
- S = draaien van schoudergordel
- R = draaien van bekken
- werkt in beide richtingen - labryinth oprichtreactie
- S = alle standen
- R = hoofd oprichten tegen zwaartekracht
- onafh van stand lichaam & in alle richtingen - parachute reactie
- S = baby aan bekken vastpakken & snel naar tafel bringen
- R = strekken van armen & benen + spreiden van vingers
- belangerijk voor veiligheid
- nooit verdwijnen
10
Q
evenwichtreacties
A
- algemeen
- vanaf 5-6maand
- levenslang aanwezig - specifiek
- S = kanteling van matras
- R = proberen te blijven liggen door kanteling ruggengraad & bewegingen ledematen
- ook in andere houdingen
- vb: rechts kanteling & links verschuivingen
11
Q
spontane bewegingen
A
- algemeen
- alle bewegingen die niet onder babyreacties horen
- geen doelgerichte bewegingen
- general movements
- rompbewegingen, sidderingen & meer willekeurige beweginen - eerste fase
- jonge zuigeling = general movements
- 3-4 maand
- laatste 2 maand = stabiliseren van hoofd op de romp & richten van ogen & hoofd naar aandacht punten - tweede fase
- meer specifieke motorische functies
- doelgerichte bewegingen ledematen & volging van houding
12
Q
motorische mijlpalen
A
- foetale houding
- kin oprichten
- borstkast oprichten
- reiken zonder contact maken
- zitten met steun
- zitten op schoot & stil voorwerp pakken
- zitten op kinderstoel & bewegend voorwerp pakken
- zelfstandig zitten
- staan met steun
- staan & zelf ondersteunen
- kruipen
- lopen met steun
- zelf optrekken
- trapklimmen
- zelfstandig staan
- zelfstandiglopen
13
Q
omrollen
A
- eerste kregen
- leeftijd 4-5 maand
- toeval door visueel, reiken, grijpen & heffing hoofd
- en bloc - later
- craniale of caudale inzet
- rotatie tussen schouders & bekken
- leren omgaan met rotatie & dissociatie
14
Q
zitten
A
- weken na geboorte
- tractie test
- aan armen kind omhoog trekken
- armen blijven geboven & head lag
- in zit = hoofd wankelt heen & weer - maand 4
- goede hoofd balans & geen head lag
- nog geen stabiele romp = kyfose - maand 7-8
- zitten zonder hulp
- eerst steun naar voor
- progressief roteren - maand 15
- evenwicht reacties in alle richtingen
- variatie in zithoudigen
- gebogen heupen & gestrekte rug
- volledige vrijmaking van handen
15
Q
rechtkomen van uit zit
A
- vanuit buiklig
- symmetrisch = W-zit zonder rotatie
- assymatrische = via driepuntsteun - vanuit ruglig
- symmetrisch = sterke buikspieren
- via zijlig = lateroflexie & rotatie
16
Q
kruipen
A
- buikkruipen = tijgeren
- voorgegaan door pivoteren
- 6-9 maand
- eerst met armen dan pas benen = cranio-caudaal
- eerste locomotorische bewegingen - kruipen
- begin met pogingen tot kruiphouding te komen
- schommelen in kruipositie = schouder & bekken stabiliteit oefenen
- 10 maand = effectief kruipen
- gekruiste coördinatie ontwikkelen - variatie
- arm & been van 1 zijde tegelijk bewegen
- op handen & voeten kruipen
- poepschuivers = kan teken zijn van deviante ontwikkeling
- kan ook geheel overgeslagen worden
17
Q
staan & zelfstandig lopen
A
- staan
- 5 maand = niet meer door knieën zakken bij rechtop zetten
–> wippen = buigen & strekken van benen
- 9-12 maand = rechtop trekken aan voorwerpen & zijwaartse passen
- 12-18 maand = alleen rechtop staan - lopen
- begin 12-12 maand
- brede steunbasis
- armen in abductie = kandelaarshouding = kapstok armen
- evolutie naar stabiel march patroon
- gewichtsverplaatsing noodzakelijk voor stappen