Parameters Flashcards

1
Q

Hoe meten we de ademhaling, aandachtspunt?

A

Meten ademhaling is aantal ademhalingen per minuut
Ademhaling = één in en uitademing.

Ademfrequentie ongemerkt tellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbereiding van zorgvrager bij ademhaling?

A
  • rustig zijn.
  • geen inspannende activiteit achter de rug hebben.
  • Zeg haar dat je de polsfrequentie zal tellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Observatiepunten bij AH?

A
  • Frequentie
  • Ritme
  • Diepte
  • Symmetrie
  • Geluid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Materiaal Ademhaling?

A

= materiaal tellen pols
- uurwerk, pen & papier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitvoering ademhaling?

A
  • Leg wijs en middelvinger op pols, alsof je de pols gaat meten
  • Kijk naar borstkas/luister naar ademruis
  • Tel gedurende 1 minuut
  • Observeer ook andere bijzonderheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat te doen bij hoesten/opgeven van fluimen?

A

Tegendruk geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door wie kan tegendruk gegeven worden bij ophoesten, hoe?

A

Vroedvrouw of zorgvrager zelf

Vroedvrouw
bij zwakke zorgvragers/thoracale ingreep

  • Beide handen plaatsen t.h.v. linker en rechter thoraxflank.
    -Zorgvrager goed inademen en daarna uitademen + hoesten
  • Tijdens hoesten korte tegendruk

Na abdominale ingreep (sectio)
Zelfde als zwakke zorgvrager, handen plaatsen t.h.v. de buik.

Zorgvrager: aanleren
zwakke zorgvrager/thoracale ingreep
- Armen kruisen evt kussen tussen thorax en armen klemmen
- bij hoesten korte tegendruk

Na abdominale ingreep (sectio)
Zorgvrager tegendruk t.h.v. de buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe installeer je een zorgvrager die kortademig is?

A
  • géén vlakke rugligging
  • periode rugligging z.k.m. bij bedbad alleen intiem toilet en draaiing.
  • installeren in zittende houding/voorovergebogen houding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke factoren bepalen een nauwkeurig meetresultaat bij thermometrie?

A
  1. Technische (welk toestel)
  2. Gebruiksaanwijzingen (gebruiker kan meting beïnvloeden)
  3. Fysiologische (aftappuntgebonden)
  4. Kalibratie toestel
  5. Onderhoud toestel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het doel van thermometrie?

A

Kerntemperatuur vaststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn indicaties voor het nemen van T°?

A
  • Stellen diagnose
  • Complicaties opsporen
  • Verloop ziekte
  • Doelmatigheid behandeling
  • Pre-operatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken goede thermometer?

A
  • kwikvrij
  • minimaal invasief
  • snelwerkend
  • betrouwbaar
  • nauwkeurig
  • veilig
  • weinig afhankelijk van gebruiker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aandachtspunten gebruik thermometer?

A

*steeds beschermhoes of ontsmetten
* ‘clear’ thermometer na gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Observaties pols

A
  • Frequentie & regelmaat
  • Gelijkmatigheid
  • Spanning & vulling
  • Beeld doorbloeding achterliggend weefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Houding zv RR meting

A
  • Niet staand: cave orthostatische hypotensie
  • Liggen of zitten
    => zw: zitten, want RR lager bij ruglig cave VCS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aneroïde bloeddrukmeter?

A

= manuele bloeddrukmeter
Drukmeter + manchet

+ Stethoscoop = ausculatoire RR meting

17
Q

Wat hoor je bij de ausculatoire RR meting?

A
  1. Eerste zacht kloppend geluid = systolische RR
  2. Kortdurend geruis
  3. Geruis verdwijnt & tonen worden luider
  4. Tonen verdwijnen: laatste toon = diastolische RR
18
Q

Palpatoire RR meting?

A

= voelen golven veroorzaakt door stromend bloed in a. brachialis

Enkel systolische RR meten

Noodoplossing of extra controle bij twijfel

19
Q

Werkwijze palpatoire RR meting

A
  1. Manchet aanleggen (~hart)
  2. Ventiel sluiten
  3. Palpatie a. brachialis
  4. Oppompen
  5. Gestaag lossen
  6. Systolische druk waarnemen
20
Q

Zuurstofsaturatie meetinstrumenten

A
  • Continue meting via probe verbonden aan monitor
  • Intermittent via een mobiele saturatiemeter
21
Q

Aandachtspunten zuurstofsaturatiemeting

A

NIET gebruiken:
* natte vinger
* kleine kinderen of baby’s
* tijdens MRI- of CT-onderzoek
* tijdens RR meting aan arm manchet
* nagellak, kunstnagels, vuil of pleisters
* dikke vinger
* anatomische veranderingen, oedemen, littekens of brandwonden thv vinger

22
Q

Zorg bij duizeligheid?

A

Aandacht voor veiligheid!

  • platte ruglig, benen omhoog
  • Trendlenburg
  • zittend met hoofd tussen de knieën
23
Q
  1. Controle van zwelling
A

Omtrek van een lidmaat wordt gecontroleerd bij gevaar trombose, bloeding, oedeem

Alcoholstift, lintmeter, noteer

Dubbele lijn: daar vindt meting plaats > steeds dezelfde plaats

24
Q

Preventie thrombo-embolie?

A
  1. Controleren van zwelling
  2. Aangepaste houding & beweging stimuleren
  3. Anti-trombosekous lange rek
25
Q
  1. Aangepaste houding & beweging stimuleren
A

In rust: benen hoger > makkelijkere veneuze terugvloei

Spieractivatie (indien geen tegenindicatie):
actief of passie
vb. voeten draaien thv enkelgewricht;
voeten op en neergaan thv enkelgewricht;
tenen afwisselend strekken & buigen;
onderbenen afwisselend strekken richting voeteinde en optrekken richting thorax;
fietsende beweging

Beenmassage in de richting van het hart

Stimuleren mobilisatie: opstaan & wandelen

26
Q
  1. Anti-trombosekous lange rek
A

mag ‘s nachts verwijderd worden

juiste maat (lengte+breedte) = juiste compressie > regelmatig maat nemen, kan wijzigen (spieratrofie, vermageren)

Kniekous of lange kous