paragraaf 3 Flashcards

1
Q

hoe deel je de aarde op in breedte en lengte cirkels

A

je deelt het op in horizontale en verticale lijnen van elk 30 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe gebruik je de inhoudsopgave in een atlas

A

ze zijn ingedeeld in gebieden eerst Nederland daarna Europa en daarna andere werelddelen of je zoekt op nummers en titels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe gebruik je de bladwijzer in een atlas

A

gebruik je als je al weet waar een plaats of gebied is je zoekt de juiste pagina die staat in het vak op de kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe gebruik je het register in een atlas

A
  • topografische register: alfabetische lijst (plaatsen rivieren en bergen) met de bladzijde van de kaart en kaart vak.
  • trefwoorden register: lijst met onderwerpen met alle kaartnummers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe gebruik je de legenda in een atlas

A

je gebruikt het bij de kaart of algemene legenda als de legenda er niet is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vul w10 en w13 in

A

en leer ze!!!!!!!!!!!!!!!!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in welk werelddeel ligt Iran

A

Azië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is absolute ligging

A

de coördinaten van een plaats (N.B./Z.B. EN W.L./O.L.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een breedtecirkel

A

een cirkel die plaatsen van gelijke breedte ligging verbind heet ook parallel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is breedteligging

A

de afstand van een plaats tot de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de evenaar

A

lijn die de aardbol in 2 helften verdeelt: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is hoge breedte

A

de ligging van een plaats ver van de evenaar (meer dan 60 graden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is lage breedte

A

de ligging van een plaats dicht bij de evenaar (minder dan 30 graden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is lengteligging

A

de afstand van een plaats tot de nulmeridiaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de meridiaan

A

de cirkel die plaatsen van gelijke lengteligging verbindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het noordelijk en zuidelijk halfrond

A

bovenste en onderste helft van de aardbol

17
Q

wat is de noorderbreedte en het zuiderbreedte

A

breedteligging op het noordelijk en zuidelijke halfrond (afkorting= N.B. en Z.B.)

18
Q

leg uit noordpool en zuidpool

A

noordelijkste en zuidelijkste plek op aarde

19
Q

wat is de nulmeridiaan

A

de lengtecirkel die over Greenwich, bij Londen loopt

20
Q

wat is oosterlengte en westerlengte

A

afstand tot de nulmeridiaan van een plaats ten oosten of westen ervan

21
Q

wat is parallel

A

ofwel breedtecirkel: cirkel die plaatsen van gelijke breedteligging verbindt

22
Q

wat is een tijdzone

A

een gebied op aarde met de zelfde tijd

23
Q

hoeveel tijdzones zijn er

A

24 van elke tijdzone 1 uur