Alle b’s Flashcards

1
Q

Waar worden meridianen voor gebruikt?

A

Om tijdzones te begrenzen.
Het is een verticale lijn over de wereldbol. Van zuid naar noordpool.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het maar op de helft van de aarde dag?

A

De zon verlicht maar de helft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt het dat er tijdsverschil is?

A

De aarde is rond en de zon schijnt maar vanuit 1 punt. De aarde draait in 24 uur rond. Het is dus niet overal tegelijk dag. En hier hebben we de tijdzones op afgepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel tijdzones zijn er

A

24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is zonnestand

A

Voorbeeld: als de zon midden op de dag hoog aan de hemel staat is het 12 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een tijdzone?

A

Een gebied op aarde met de dezelfde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly