Paragraaf 2 Inzoomen op Teheran Flashcards

1
Q

Wat zijn de moderne kenmerken van een woonwijk in Teheran?

A
  • hoogbouw
  • ruim op gezet
  • dure voorzieningen
  • druk
  • veel groen
  • jonge mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 elementen kun je niet afleiden uit een plattegrond!

A
  1. Hoog/laagbouw
  2. Goedkope en duurzame voorzieningen
  3. Oudere of jongere mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen noord en zuid Teheran?

A

Noord:
- rustig
- dure voorzieningen
- ruim opgezet
- meer groen
- hoogbouw

Zuid
- goedkope voorzieningen
- laagbouw
- dicht op elkaar
- minder groen
- drukker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je de 5 schaalniveaus van kaarten van klein naar groot?

A
  • lokale schaal: plaats
  • regionale schaal: streek, provincie, landsdeel
  • nationale schaal: land
  • continentale schaal: landen / werelddeel
  • mondiale schaal: wereld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een cartograaf?

A

Een kaartenmaker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is generaliseren bij een kaart?

A

Dat betekent dat je dingen weg laat uit de kaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een plattegrond?

A

Een kaart met alle straten en huizenblokken er op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen inzoomen en uitzoomen?

A

Inzoomen dan ga je gedetailleerder kijken en uitzoomen dan krijg je minder details en meer overzicht op een kaart. Het gebied wordt dan groter en bij inzoomen kleiner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oefenen met kijkrichtingen in het boek. Zie opdracht 3 paragraaf 2. Gedaan en ging het nadenken er over goed!

A

doe dat nuuuuu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat betekent bevolkingsspreiding

A

de verdeling van mensen in een land of gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat betekent ongelijke bevolkingsspreiding

A

een ongelijke verdeling van mensen in een land of gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is bevolkingsdichtheid

A

het gemiddelde aantal inwoners per vierkante km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

leg uit wat een schaal is

A

geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een schaalniveau

A

de schaal waarop je naar de wereld kijkt: lokaal, regionaal, nationaal, continentaal en mondiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly