Kwartaal 2 Basisboek Nummers Flashcards

1
Q

Waar ontstaat een orkaan

A

Boven warm zeewater van minimaal 27 celcius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe groot is de doorsnede van een orkaan

A

500 tot 1500 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar komen orkanen vooral voor

A

In de tropen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is de aardkorst in verdeeld

A

Platen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke bewegingsrichtingen zijn er

A
  • Divergent (de platen bewegen uit elkaar)
  • Convergent (de platen drijven naar elkaar toe)
  • transform (langs elkaar schuiven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan er vulkanisme ontstaan

A

Bij subductie en bij divergentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten vulkanen zijn er van hoog naar laag

A

-Stratovulkaan
-caldeira
-schildvulkaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel vulkanen zijn er ongeveer op aarde

A

1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer ontstaat er een stratovulkaan

A

Meestal bij subductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke andere vulkanische verschijnselen zijn er los van vulkanen

A

Geisers, heetwaterbronnen, fumarolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet het punt in de grond waar een aardbeving ontstaat

A

Hypocentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet het punt waar je de heftigste aardschokken voelt

A

Epicentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan de heftigste aardbevingen

A

Bij convergentie (als 2 platen naar elkaar toe bewegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heten wetenschappers die aardbevingen bestuderen

A

Seismologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet een aardbeving op de bodem van de zee

A

Een zeebeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de 6 schaalniveaus

A
  1. Lokale schaal= een stad of dorp
  2. Regionale schaal= landdeel, provincie of streek
  3. Nationale= een land
  4. Continentale= meer dan een land, een werelddeel
  5. Mondiale= de wereld
  6. Fluviale schaal= het schaalniveau van het stroomgebied van een rivier
17
Q

Wat is een orkaan

A

Een zware tropische storm

18
Q

Wat betekenen exogene krachten en endogene krachten

A

Exo= buiten
Endo=binnen

19
Q

Is magma onder of boven de grond?
(Doe hetzelfde met lava)

A

Magma= ondergronds
Lava= bovengronds

20
Q

Wat is een ander woord voor platen

21
Q

Hoe noem je barsten of scheuren tussen de platen

22
Q

Door wat komen er breuken in de korst

A

Convectiestromen

23
Q

Wat voor gebieden zijn voortdurend in beweging

A

Gebieden met vulkanisme

24
Q

Wat doet subductie

A

Het maakt troggen

25
Q

Wat is een trog

A

Een diep stuk zee door subductie

26
Q

Wat is een ander woord voor uitbarsting

27
Q

Hoe ontstaat een mid oceanische rug

A

Doordat als op zee platen uit elkaar drijven magma naar boven komt en stolt

28
Q

Wat is een tsunami

A

Een hoge vloedgolf

29
Q

Bij welke kracht op de schaal van Richter ontstaan vaak tsunami’s

30
Q

Tot hoe snel is een tsunami

A

Tot 1000 km per uur

31
Q

Waarom zijn tsunami’s hoog

A

Omdat als het ondiep wordt worden ze afgeremd en hoger