p2 Flashcards
wat is spatiële resolutie?
het vermogen details los van elkaar weer te geven, en is de maat voor het kleinste detail dat nog herkend kan worden in een beeld.
waardoor wordt spatiële resolutie beïnvloed?
- het wordt gelimiteerd bij fosforplaten door de samenstelling en de dikte van de fosforlaag, de grootte van de laserpunt en de uitlees matrix.
- bij flat panel detectoren wordt het bepaald door pixelgrootte, en de ruimte tussen de fotoreceptoren
wat is contrast resolutie
het vermogen om absorptie verschillen weer te geven in verschillende grijswaarden.
waar is contrast in beeld afhankelijk van?
contrast in beeld is afhankelijk van de gevoeligheid en het bereik van de detector en de bitdiepte per pixel, oplossing; zelf de kV aanpassen
functie strooistralenrooster
Met behulp van zo’n rooster kan het contrastnivellerend effect van de verstrooide straling aanzienlijk worden gereduceerd.
wat is een cel en waar bestaat het uit
een cel is het kleinste functionele levende eenheid en bestaat uit
- celmembraan
- cytoplasma
- cel organellen
- celkern
wat doet de celmembraan?
bestaat uit een dubbele lipiden laag die bestaat uit een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. zorgt voor transport van
- kleine ongeladen moleculen
- lipiden oplosbare stoffen
- water oplosbare stoffen (niet zonder transport eiwitten)
- ionen
wat doet het ruw ER?
het ruw ER is betrokken bij eiwitsynthese
wat doet het gladde ER?
het gladde ER is betrokken bij de bouw van onderdelen van het celmembraan
wat doen de ribosomen?
de ribosomen zijn de eiwitfabriekjes. eiwit moleculen worden hier gemaakt op basis van genetische messenger RNA code
wat doet het golgi lichaam?
het golgi is een netwerk van membranen. eiwitten afkomstig uit ER worden hier verder ontwikkeld. ook wordt hier glycoproteïnen gevormd, en blaasjes voor transport de cel uit.
wat zijn lysomen?
lysomen zijn blaasjes die door het golgi lichaam worden gemaakt, en ze bevatten producten die opgenomen stoffen kunnen verteren: voedsel en kapotte organellen.
wat doen de mitochondriën?
zijn de energiefabriekjes van de cel, en hebben eigen dna afkomstig van de moeder, hier gebeurt de citroenzuurcyclus.
wat doen de centriolen?
zij hebben een rol in de celdeling bij uit elkaar halen van chromosomen, ze zijn gepaard in een hoek van 90 c
waar bestaat het celskelet uit? en wat is de functie hiervan?
- actine filamenten: kunnen samentrekken zodat de cel kan vervormen
- intermediate filamenten: buis voor transport
- microtubili: zorgt voor stevigheid
waar bestaat de nucleus uit?
nucleus (cruciaal in eiwitproductie):
- nucleolus; kernlichaam (bevat RNA)
- chromatine: bevat DNA
- kernmembraan; bevat poriën waardoor boodschappen naar binnen en buiten kunnen.
wat is transcriptie en wat is translatie?
transcriptie: DNA wordt overgeschreven in RNA
translatie: RNA wordt vertaald naar eiwitten ( via mRNA, ribosomen en tRNA)
wat zijn oorzaken van kanker?
- omgevingsfactoren (chemische carcinogenen, virussen en bacteriën) -> beschadiging van DNA
- erfelijke factoren (mutaties in genen betrokken in celdeling of remming)
- meestal combi van beide
wat is apoptose?
proces van geprogrameerde celdood
kenmerken tumor
- benigne(goedaardig)
- maligne(kwaadaardig)
morfologie –> bouw en vorm - metaplasie (proces van bepaalde type cellen naar andere type cellen)
- dysplasie (Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen)
- anaplasie (verminderde kwaliteit van celdeling en groei waardoor de structuur en functie van de cellen verloren gaat)
gezwellen van epitheel(dekweefsel)
maligne tumoren –> carcinoom
- plaveiselcelcarcinoom: kwaadaardig plekje op de huid
- adenocarcinoom: type kanker van epitheelcellen die lichaamssappen en slijm produceren. Vaak gaat het om klierweefsel.
gezwellen van steunweefsel
malgine tumoren –> sarcoom
- chondrosarcoom (kwaadaardige tumor waarvan de tumorcellen kraakbeen en geen bot vormen)
- osteosarcoom ( kwaadaardige vorm van botkanker)
wat is invasie
invasie –> de ontaarde cellen dringen de omliggende weefsels binnen
- losraken uit weefselverband
- proteolyse (eiwitsplitsing) van extracellulaire tussenstof (bindweefsel)
- migratie (beweging) van invasieve kankercel
wat is metastasering?
metastase –> uitzaaiingen van primaire kwaadaardige tumoren
- lymfogeen (via de lymfevaten, locoregionaal)
- hematogeen (via het bloed, afstandmetastasen)
klinische verschijnselen
lokaal * zwelling * obstructie (verstopping van bloedvat, hol orgaan) * ulceratie (verzwering van huid of slijmvlies) * bloedverlies systemisch * gewichtsverlies * onverklaarde koorts
primaire diagnostiek kanker
- anamnese en lichamelijk onderzoek
- bloed en beeldvormend onderzoek
- biopsie/cytologie
wat zijn de doelen van stagering?
- vergelijkbare groepen van patiënten
- vaststellen welke behandeling
- prognostische factoren
belangrijke moleculaire-genetsiche aspecten
- oncogenen: dominante eigenschappen, mutatie of overexpressie leidt tot ongecontroleerde celdelingen
- tumor suppresor genen : deze genen zijn normaal betrokken bij het remmen van celdelingen, recessief, wanneer deze genfunctie verliest betekent dat de celdelingen niet meer geremd worden.
wat is telomerase?
een enzym in een tumorcel dat het verlies van DNA tegengaat
waar metasteert baarmoeder kanker heen?
voornamelijk naar de lever en de pleura (een vochtafscheidende membraan om de longen)
waar metasteert darm kanker heen?
naar de lever
waar metasteert alvleesklier heen?
naar de lever en naar de longen
waar metasteert borst kanker naar?
naar de lever, naar de botten en naar huid melanoom
waar metasteert long kanker heen?
naar hersens, naar botten en bijnieren
bot weefsel matrix bestaat uit?
1/3 organisch materiaal
2/3 anorganische kalkzouten
indeling botweefsel
- compact bot = substantia compacta
* trabeculair/spongieus bot = substantia spongiosa
wat houdt compact botweefsel in?
- schacht van lang bot
- weerstand tegen buig- en rotatiekrachten
- bestaat uit osteonen (systemen van Havers)
- kanalen van Volkmann verbinden de kanalen van Havers
- aanvoer via bloedvaten
- vertakkingen via kanalen
- voeding verder getransporteerd via canaliculi
wat houdt trabeculair botweefsel in?
- uiteinden lange botten en wervellichamen
- vangt drukbelasting op
- vervormbaar
welke soorten beenmerg zijn er?
- rood beenmerg: hier vindt vorming en ontwikkeling van nieuwe bloedcellen plaats (hematopoëse). bevindt zich in ribben, wervels, sternum en bekken.
- geel beenmerg: hier worden vetcellen opgeslagen
indeling botten
- LANGE BOTTEN (pijpbeenderen)
- KORTE BOTTEN
- PLATTE BOTTEN
- ONREGELMATIG GEVORMDE BOTTEN
indeling van de lange botten
- epifyse
- metafyse
- epifysairschijf
- diafyse
indeling van groei van botweefsel
- kraakbeenceldeling
- interstitiële groei
- appositionele groei
wat is kraakbeen celdeling?
- geen groei als verbening voltooid is
* snellere verbening tijdens de puberteit
wat is interstitiële groei?
- lengtegroei in epifysair schijf
* kraakbeen cellen neergelegd in kolommen
wat is appositionele groei?
- kraakbeencellen aan de randen neergelegd
* diktegroei in alle richtingen
verdeling van bot verbening
DESMAAL
- bot onstaat uit bindweefsel
- platte botten
- diploë (sponsachtige poreuze bot dat de binnenste en buitenste lagen van het corticale bot van de schedel scheidt)
CHONDRAAL
- bot onstaat uit kraakbeen
- lange & korte botten
wat is desmale verbening?
ookwel intramembraneuze verbening genoemd
- bot bevat geen kraakbeen tijdens zijn ontwikkeling
- in mesenchym (embryonaal bindweefsel) ontstaan botkernen
- osteoblasten produceren de matrix (collageen)
- kalkzouten (calciumfosfaat) slaan neer
wat is chondrale verbening?
- bot bevat kraakbeen tijdens zijn ontwikkeling
ENDOCHONDRALE VERBENING - in kraakbeen ontstaan botkernen
- kraakbeen omgevormd naar botweefsel
PERIOSTALE VERBENING - periost legt botweefsel neer aan de omtrek van het bot
- desmaal van karakter
- periostale verbening heeft dikte groei tot gevolg
wat is het periosteum?
- membraan over gehele bot oppervlak
* 2 lagen ; binnenlaag bevat osteoblasten en de buitenlaag bevat collageen, bloedvaten en zenuwen
remodellering van de bot
BOTRESORPTIE
- binnenkant schacht
- buitenkant epifyse
PERIOSTALE VERBENING
- desmaal van karakter
- diktegroei
- appositionele groei
botdichtheid
gezond bot heeft meer mineralen dan matrix, bij osteoporose (bot ontkalking) zelfde verhouding maar minder, bij osteomalacie meer matrix
welke soorten van dekweefsels bestaan er?
DEKWEEFSEL
- epitheel ; oftewel dekweefsel
- plaveiselepitheel ; platte cellen
- endotheel ; eenlagig, binnen bekleding van bloedvaten
- mesotheel ; eenlagig, inwendige vliezen.
proces van verhoorning
het vormen van keratine terwijl de cellen aan het sterven zijn als ze naar boven schuiven en een dode verhoornde laag maken , bij de huid.
welke hoofdcategorieën van weefsels bestaan er?
- epitheel (dekweefsel)
- bindweefsel
- keaakbeen
welke soorten bindweefsel zijn er?
- straf bindweefsel ; zeer veel collagene vezels, sterk, in pezen etc
- losmazig bindweefsel ; weinig vezels, veel tussenstof, vulmateriaal
- elastisch bindweefsel ; veel elastische vezels, wand van grote bloedvaten
- reticulair bindweefsel ; veel reticulaire weefsels, bloedvormende en lymfatische organen, beenmerg & lymfeknopen
- vetweefsel ; opvulling, steun & geslachtsgebonden
hoe is bindweefsel samengesteld?
CELLEN * fibrocyten ; niet producerend * fibroblasten ; bouwen het bindweefsel * fibroclasten ; breken af en maken klaar voor. nieuwe vorming VEZELS * collagene ; trekvast * elastische * reticulaire ; vormt een netwerk TUSSENSTOF * mucopolysachariden ; slijmachtige suiker moleculen
hoe is kraakbeen samengesteld?
CELLEN * chondrocyten ; rustend * chondroblasten ; bouwen het kraakbeen * chondroclasten ; breken af VEZELS * collagene * elastisch TUSSENSTOF *kraakbeenlijm, hyaline
welke soorten kraakbeen zijn er?
- vezelig kraakbeen ; veel collagene vezels, tussenwervelschijf- symfyse
- elastisch kraakbeen ; oor
- hylalien kraakbeen ; glad en veerkrachtig, trachea & larynx, ribkraakbeen en gewichtskraakbeen
welke botcellen zijn er?
- osteoprogenitor cellen ; stamcellen die osteoblast kunnen worden
- osteoblasten ; produceren nieuw bot, zodra ingbed in matrix –> osteocyten
- osteocyten ; volwassen uitgerijpte botcellen
- osteoclastem, ontstaan niet uit osteoprogenitor, verwant met macrofagen, ontstaan uit meerdere cellen(multinucleair), botresorptie
genezing fractuur
- fractuurhematoom is belangrijk
- prikkeling periostale ‘osteoprogenitorcellen’ –> door aanwezig bloed
- ontstaan van jong onrijp bot in de fractuurspleet = callus
- verbening callus
- remodellering (callus verdwijnt)
- fractuurlijn
behandeling fractuur
- repositie en immobilisatie
- gips
- tractie
- operatief ; intern/externe fixatie
complicaties fractuur
- malunion ; de breuk van pols groeit verkeerd terug
- vaat - zenuwletstel
- CRPS ; complex regionaal pijn syndroom
algemene behandeling speciële fractuurleer
- weinig verplaatsing, geen weke delen letsel, geen zenuw of vaatletsel –> conservatief
- indien wel of risico –> operatief
volwassenen soorten letsel
- acuut letsel –> val, ongeluk etc
* chronisch letsel –> stress #, pathologische #
zygoma #
- CT, soms nog bucky
- geïsoleerde # arcus zygomaticus
- # margo inferior orbitae
- zygomaticomaxillair complex #
mandibula #
- 50 % bilateraal
- dentale occlusie
- temporomandibulaire gewricht
tuberculum majus #
- vaak subtiel
* conservatief behandeld
clavicula #
- 35 % van # schouderregio
*
subcapitale humerus #
- fractuur langs de collum chirurgicum
- oude mensen (osteoporose)
- ongelukkige val
- blauw bovenarm
- hanging cast
humerusschacht #
- jonge volwassenen
- groot geweld, verkeer
- risico op letsel n. radialis & a. brachialis
radiuskop # (fatpad sign)
- hemarthros(bloeding in gewricht) duwt vet opzij
- fatpad sign
- grote kans op fractuur
olecranon #
- 10-20% van elleboog #
- soms subtiel
- soms forse verplaatsing door tractie van de triceps –> operatief
- zuggertung (metalen pinnetjes & metalen vlechtdraad)
antebrachii #
- two bone rule/ mebrana interossae
- verdraaien, vallen
- meestal operatief
monteggia & galeazzi
- 5 % van antebrachii #
- GRIMUS
G: Galeazzi
R: radius
I: inferior
M: Monteggia
U: ulna
S: superior
pols #
- klassiek ; colles
- omgkeerde colles ; smith
- FOOSH ; fall onto an outstretched hand
scaphoïd #
- vallen op de hand
- jonge volwassenen
- kans op avasculaire botnecrose ; Als door onderbreking van de bloedtoevoer een gedeelte van het scaphoid afsterft
- drie maanden gips
bokser #
- getrainde bokser, pols neutraal, 2e & 3e straal
* ongetrainde bokser, pols gebogen, 4e & 5e straal
bennet #
- intra articulaire # (fractuur lopend door het gewricht)
* instabiel operatieve behandeling
bekken #
- ringstructuur, altijd op min 2 plaatsen #
* zeer instabiel, grote kans op bloedingen
acetabulum #
- direct trauma ; auto ongeluk, protrusie heupkop
* dislocatie ; avulsie # (volledig verbreken van lichaamsweefsel)
os pubis #
- simpele val oudere patiënt
* kan qua symptomen lijken op geïnclaveerde collum #
heup #
- meest voorkomende reden tot opname oudere patiënt
- val of draaiing
*
heup #
- subcapitale # –> gecannuleerde schroeven
* transcervicale collum # –> DHS (dynamic hip screw) KHP (kop hals prothese)
femurschachtfracturen
- veel geweld
* mergpennen
tibiaplateau #
- verkeer
- 80 % valgus stress
- risico’s ; n. peroneus, a. poplitea, bandstructuren, kraakbeen/arthrose
- vrijwel altijd operatief
lisfranc letsel
- traumatische subluxaties (zenuwblokkades) basis MT (met of zonder)
- kunnen gemist worden
- grote gevolgen, bij twijfel CT/MRI
fracturen bij kinderen
- groeischijven, zwakker dan ligamenten –> eerder alvusie #
- dik en zeer sterk periost en voorkomt verplaatsing
- flexibelere botten, minder bros dus buigen eerder dsanbreken
wat zijn fibreuze verbindingen?
- geen gewrichtsholte
- meestal onbewegelijk, soms wel met voornaamste functie schokdemping
- 3 typen ; suturae, syndesmosen & gomphosen
wat is suturae?
- minimale hoeveelheid bindweefsel
- alleen bij platte beenderen van de schedel
- maakt verwijding van de schedel in kinderjaren mogelijk
wat zijn de syndesmosen ?
- botten verbonden door collageenweefsel ( ligamenten) of elastisch bindweefsel
- mate beweeglijkheid is afhankelijk van lengte vezels
wat zijn de gomphosen?
- tussen tand en tandkas bevindt zich collageenweefsel
* periodontale ligamenten
kraakbeen botverbindingen
- geen gewrichtsholte
* 2 typen ; sychondrosen & symphysen
wat zijn sychondrosen?
- hyalien kraakbeen verbindt de botten
wat zijn symphysen?
- vezelig kraakbeen verbindt de botten
- weerstand tegen druk en krachten
- enige beweging is mogelijk
wat zijn synoviale gewrichten?
- diarthrosen (twee botten aan elkaar)
- beweglijke botverbinding (articulatio)
- bevat gewrichtsholtye, zelfs als er weinig beweging mogelijk is
wat is gewrichtskraak been (cartilago articularis)
- uiteinden botten zijn bedekt met hyalien kraakbeem, veerkrachtig en glad