overige hematologische problematiek Flashcards
wat zijn de functies van de onderdelen van bloed?
- erytrocyten: zuurstoftransport
- leukocyten: afweer
- trombocyten: stolling
- plasma: transport, water- en zouthuishouding, stolling, afweer
hoe gaat de ontwikkeling van een erytrocyt?
- wordt gemaakt in het beenmerg uit stamcellen
- hiervoor is ijzer, vit B12 en foliumzuur (vit B11) nodig
- en het groeihormoon erytropoeitine (EPO)
- de levensduur is ongeveer 120 dagen
hoe is hemoglobine opgebouwd?
- bestaat uit 4 eiwitketens: 2 alpha ketens en 2 bèta ketens
- in elke heemgroep bevindt zich een bindplaats voor zuurstof
welke soorten hemoglobineketens zijn er?
foetus/neonaat
- HbF: 2 alpha en 2 gamma ketens
volwassene
- HbA1: 2 alpha en 2 bèta ketens (>95%)
- HbA2: 2 alpha en 2 delta ketens (2-3,5%)
- HbF: (<1,5%)
welke afwijkingen aan het hemoglobine bestaan er?
kwantitatief: thalassemie
- a-thalassemie: tekort aan alpha ketens
- b-thalassemie: tekort aan bèta ketens
kwalitatief: sikkelcelziekte (HbSS)
- 2 alpha en twee gemuteerde bèta-ketens tgv puntmutatie in b-globine gen (HBB gen) op chromosoom 11
hoe erft sikkelcelziekte over?
autosomaal recessieve overerving
- geen mutatie = gezond
- heterozytgoot = 1 afwijkend allel = drager: HbAS
- homozygoot = 2 afwijkende allelen = ziekte: HbSS
- compound heterozygoot = HbSC, HbS B0, HbS B+
wat kun je allemaal uit de hielprikscreening halen?
- normaal patroon = 70% HbF en 30% HbA
afwijkend patroon -> kinderhematoloog
- sikkelcelziekte (HbSS, HbSB, HbSC)
- B thalassemie major (geen HbA)
- a thalassemie (4B of gamma ketens)
dragerschap sikkelcelziekte (HbAS) -> naar huisarts
wat zijn de kenmerken van sikkelcelziekte?
chronische hemolytische anemie
- Hb 4-6 mmol/L
- afbraak erytrocyten -> verhoogd bilirubine en LDH
- compensatoir veel aanmaak nieuwe bloedcellen, dus toename beenmergactiviteit en in het bloed meetbaar toename van reticulocyten
hierdoor vermoeidheid, bleek zien, geel zien en verminderd uithoudingsvermogen
hoe ontstaan de sikkelcelziekte?
- lage oxygenatie leidt tot vorming van polymeren, waardoor de ronde vorm van de erytrocyt veranderd in een sikkelvorm
- tevens: endotheel activatie, vrijkomen cytokines, versterkte intercellulaire adhesie, vasoconstrictie en stollingsactivatie
-> inflammatie en hypercoagulabiliteit
wat zijn de meest voorkomende klachten bij sikkelcelziekte?
vaso-occlusieve crisen
- botcrisen
- abdominale crisen
- hand-voet syndroom
- acute chest syndroom (longontsteking)
- herseninfarct
aplastische crise
- bijv. tgv Parvo B19 infectie
functionele asplenie tgv chronische miltinfarcering
- hierdoor verhoogde kans op infecties mn door gekapselde bacteriën
acute miltsequestratie (alleen bij kinderen)
- acute anemie tgv pooling van bloed in de milt, splenomegalie
wat zijn de uitlokkers van de symptomen van sikkelcelziekte?
- koorts
- pijn
- infectie
- inspanning
- vermoeidheid
- stress
- kou
- uitdroging
- hoogte
hoe behandel je de klachten van sikkelcelziekte?
vaso-occlusieve crisen
- hyperhydratatie
- pijnstilling: paracetemol, NSAID, morfine
- op indicatie antibiotica, zuurstoftoediening
- soms zelfs erytrocytentransfusie of wisseltransfusie
aplastische crise
- erytrocytentransfusie
infecties door functionele asplenie
- preventie door aanvullende vaccinaties
- tot 5 jaar antibiotica profylaxe
- levenslange indicatie tot laagdrempelig starten antibiotica in geval van koorts of dierenbeten
acute miltsequestratie
- erytrocytentransfusie
hoe gaat de diagnostiek van complicaties van sikkelcelziekte?
op indicatie van symptomatologie
- CVA/hoofdpijn, insult -> CT, MRI/MRA
- galstenen -> echo abdomen
- avasculaire botnecrose heupkop -> rontgenfoto
- osteomyelitis -> beeldvorming
hoe gaat de screening op orgaanschade bij sikkelcelziekte?
- retinopathie -> screening bij oogarts middels fundoscopie
- pulmonale hypertensie/hartfalen -> echo hart
- nefropathie -> urinescreening op proteinurie / microalbuminuria
wat gebeurd er met de stolling bij patienten met sikkelcelziekte?
- verhoogde stollingsneiging tgv endotheelactivatie, hemolyse, oxidatieve stress en veranderingen in stollingsfactoren
- afname anti-coagulante eiwitten (proteine C, S, antitrombine)
- toename trombine generatie/fibrine vorming