Orale Voeding Flashcards
Orale voeding
- Voedingssupplementen (Poeders)
- Drinkvoeding
- Indicatie-specifieke of ziekte specifieke drinkvoeding voor bijvoorbeeld mensen met nierziekten of decubitus
Parenterale voeding:
- Totaal Parenterale Voeding (TPV) is een hoogosmolaire vloeistof die dient ingebracht te worden in een bloedvat dat zorgt voor verdunning van de oplossing, omdat anders het bloedvat geïrriteerd kan raken.
- Parenterale voeding wordt alleen toegepast wanneer de patiënt 3 dagen of meer dit moet gebruiken.
- Parenteraal centraal
aders die in de aorta uitmonden
- In de vena subclavia (Ader onder het sleutelbeen) -> Heeft de voorkeur
- In de vena jugularis (Halsader) -> Lastig
- In de vena femoralis (Liesader) -> Infectiegevoelig
- Parenteraal perifeer
- In de aderen van extremiteiten (armen/benen)
- Alleen bij zeer kort durende TPV (Totale PV)
- Snel flebitis (Bloedvatontsteking) waardoor het infuus vaak vervangen moet worden
Een zak van 2L - parenterale voeding
- Bestaande uit 3 verschillende zakken die bij elkaar 2000 kcal bevatten
1) Vet; de kleinste zak. (Gelig van kleur)
100-200 gram vet per liter
Richtlijnen: 1 gram per kg lichaamsgewicht
Vet + in vet oplosbare vitamines zijn aanwezig in de vorm van een
emulsie
Emulsies van olijfolie, visolie en olie met korteketenvetzuren
2) Essentiële en niet- essentiële Aminozuren; de grootste zak
25-100 gram eiwit per liter
Richtlijnen: 1,2-1,5 gram per kg lichaamsgewicht
3) Glucose
50-700 gram glucose per liter
Richtlijnen: Maximaal 5 mg per kg (lichaamsgewicht) per minuut
4) Met of zonder elektrolyten (vb. Natrium of kalium)
Een zak van 1L - parenterale voeding
- Bevat 800 kcal
- Bestaande uit aminozuren en glucose (Beide doorzichtig)
Richtlijnen: 1,2-1,5 gram per kg lichaamsgewicht (eiwit)
Richtlijnen: Maximaal 5 mg per kg per minuut (glucose) - Met of zonder elektrolyten
Elektrolyten in TPV
Basishoeveelheden elektrolyten per liter TPV voor een volwassen persoon van 70 kg:
- Natrium: 40-50 mmol;
- Kalium: 30 mmol;
- Calcium: 3 mmol;
- Magnesium: 2 mmol;
- Fosfaat: 10-15 mmol (Nb: 500 ml 20% vetemulsie
bevat 7,5 mmol fosfaat uit fosfolipiden).
Complicaties die kunnen ontstaan:
- Osteoporose
- Leverfunctiestoornissen
- Elektrolytenstoornissen
- Hypo- of hyperglykemie
- Infecties of verstopte katheter
- IJzer- en/of vitamine deficiëntie
- Trombose
Enterale voeding/sondevoeding:
Vloeibare voeding die de nodige energie en voedingsstoffen bevat en per sonde of stomie rechtstreeks in de maag of het darmkanaal wordt gepompt.
(Aanvullende of volledige voeding)
Doelstelling sondevoeding:
- Handhaven en/of verbeteren van een goede
voedingstoestand door een optimale inname van
voedingsstoffen en vocht - En/of sneller herstel, genezing wond, verbetering
conditie, minder bijwerkingen chemotherapie, zelfstandiger wonen
Samenstelling Sondevoeding:
- Verschijningsvorm van macronutriënten in polymeren, oligomeren of monomeren.
- Energiedichtheid: 0,5 – 0,75 - 1- 1,5 – 2 kcal/ml
o Standaard1kcal/ml - Eiwitgehalte = 10 – 25 EN%
o Verrijking met specifieke aminozuren zoals glutamine, arginine en aromatische aminozuren - Vetgehalte = 0 – 60 EN%
- Vezels: Combinatie van fermenteerbaar of niet-fermenteerbaar
o 14 gram per 1000ml - Osmolariteit
o Isotonesondevoeding=<300-350mOsm/L
o Hypertone sondevoeding = >400 mOsm/L
Toedieningswegen
- Maag
a. Kortdurend voeden (4-6 weken) = neussonde
b. Langdurig voeden of contra-indicatie neussonde = PEG
(Percutane Endoscopische Gastrostomie) - Duodenum
a. neussonde die uitkomt in de duodenum - Jejunum
a. Wanneer er niet via de maag of het duodenum gevoed
kan worden
Toedieningswijze
- Continue voeden: 24 uur per dag druppelsgewijs
a. Minder kan op misselijkheid, braken, maagretentie en aspiratie
b. Groot volume kan worden toegediend - Intermitterend voeden: Gedurende een deel van de dag wordt
druppelsgewijs voeding toegediend
a. Vaak als aanvulling op orale voeding - Per portie/bolus voeden: In 24 uur wordt er 4 – 8 keer c.a. 200- 500 ml sondevoeding toegediend
Complicaties die kunnen optreden:
- Verstopte slang
- Geïrriteerde slijmvliezen van de keel-neusholte
- Maagontlediging problemen
- Diarree
- Aspiratie
- Dislocatie van de voedingssonde
- Mondproblemen
DEE/TEE
= Dagelijkse hoeveel energie dat verbruikt wordt
BMR
= Basaal metabolisme (Energieverbruik in rust
/voor minimale primaire levensprocessen) (50-60%)
TEF
= energie nodig om je voedsel te verteren (thermogenese) (5-10%)
PAL/Activity
= Energie die je verbruikt bij je activiteiten (30-50%)
RMR
= Rustmetabolisme (Energieverbruik om BMR te onderhouden)
RMR=BMR+TEF
TEE = RMR + PAL-waarde
Dagelijkse hoeveel energie dat verbruikt wordt formule (DEE)
DEE = BMR + TEF + PAL
Ambulant
= je bent mobiel.
Toeslagen ondervoeding en metabole stress
Er is altijd een extra toeslag bij ondervoeding en metabole stress. Metabole stress is bijvoorbeeld bij koorts, ontstekingen en ziekte. Hierdoor zal er een verhoogd metabolisme zijn in het lichaam. (Je verbrand dus meer) -> Je lichaam is in “stress”.
eiwit behoefte
> 65: 1,0g/kg
Acuut zieken: 1.5-1.7g/kg
Chronische zieken&ondervoeding: 1.2-1.5g/kg