Operationeel management Flashcards

1
Q

Verkoopplan

A

Rapport dat aangeeft welke verkoopkeuzes de onderneming maakt en hoe je de processen inricht om verkoop doelstellingen te halen.
Onderdelen:
- Ondernemingsstrategie
- Concurrentiepositie
- Verkooporganisatie
- Commerciële doelstellingen
- Levenscyclus product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

E-commerce

A

Gemakkelijk een product thuis bestellen. Dit zorgt voor steeds nieuwe uitdagingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Commercieel platform

A

Verkoopmedium waarbij de ene partij in een keten gebruik maakt van het verkoopapparaat van een andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

E-logistics

A

Logistiek achter alles wat met internetverkopen te maken heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

E-fulfilment

A

Je hebt een eigen webshop, maar laat de logistieke afhandeling uitbesteden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

E-commercestrategie

A

Je kijkt hierbij naar je product, de markt en de USP waarbij je kunt kiezen voor samenwerking. Als dit bekend is neem je beslissingen over:
- E-commercegrondvorm (bezorging of aflevering)
- E-commercebesturingssysteem (push/pull)
- E-commerceinformatiesysteem (gegevens)
- E-commerceorganisatie (KPI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veranderingen van e-business

A

Veranderingen van e-business hebben directe invloed op 3 deelsystemen:
- E-voorraadbeheer: er moet exact aan de merkvoorkeur en bestelde hoeveelheid worden voldaan.
- E-warehousing: KOOP wordt stroomopwaarts verschoven, waardoor er een groot aantal aan kleine orders zijn. Hierbij wordt veel gebruik gemaakt van hubs.
- E-transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hubs

A

Verzameling van consumenteneenheden, levering in kratten, doosjes of tasjes, dichtbij de consument en betrouwbare levering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uitbesteden

A

Sommige ondernemers leggen (een deel van) hun assortiment neer bij een logistieke specialist.
- Je bespaard op kosten
- Jouw bedrijf blijft ondanks jouw afwezigheid draaien
- Geen opslagruimte nodig
- Je kunt uitgebreide bezorgopties aanbieden
- Je houdt tijd vrij om te ondernemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sales & operations planning (S&OP)

A

Verkoop- en inkoopplanning en processen. De verkoopplanning wordt vergeleken met informatie over hoeveelheden voorraden en met de productieplanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Inkoopcombinatie

A

Bundeling van gelijksoortige organisaties die gezamenlijk producten of diensten inkopen. Door het grotere volume zijn de kosten lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nadelen uitbesteden

A
  • Gebruik van vertrouwelijke kennis door derden.
  • Overschrijding van de levertijden.
  • Minder bezetting van eigen fabriek.
  • Transport met risico op beschadiging, diefstal, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Programma van eisen en wensen (PVE/W)

A

Als je kiest voor zelf doen, moeten de onderdelen en grondstoffen worden ingekocht. Het programma van eisen en wensen maakt duidelijk van wat, waar en wanneer voor de leverancier. Je kunt hierbij op 6 gebieden eisen formuleren:
- Functionele eisen
- Technische eisen
- Logistieke eisen
- Kwaliteitseisen
- Juridische eisen
- Commerciële eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pareto analyse

A

Inkoopmethode met als doel het inzichtelijk maken van het relatieve belang van de verschillende producten die we verkopen. De belangrijkste producten worden hierbij bepaald. Voor deze producten zorg je voor een goede inkoopprijs, voorwaarden en een efficiënte manier van bestellen. Bij de andere producten is dit minder belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ABC-analyse

A

Inkoopmethode als kwantitatieve analyse waarbij het totale artikelenbestand wordt opgedeeld op basis van de omzet. Bij inkoop is dit inkoopomzet. Voor elke klasse wordt een bepaald aantal weken voorraad gehouden:
- A-artikelen (snellopers): vertegenwoordigen 80% van de omzet, maar een klein deel van het totale aantal producten.
- B-artikelen (gemiddelde omloopsnelheid): middengroep van het totaal aantal producten en klein deel van de omzet (15%)
- C-artikelen (langzaamlopers): grootste aantal producten, maar klein deel van de omzet (5%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kraljic-matrix

A

Inkoopmethode dat kijkt naar welk inkoopbeleid bij welk product past.
- Routineproducten: producten die een geringe bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat en die veel leveranciers kunnen leveren. De optimale strategie is inkopen met zo weinig mogelijk inspanning.
- Hefboomproducten: kennen ook nauwelijks problemen, maar vertegenwoordigen wel een aanzienlijke waarde. Je streeft naar een zo laag mogelijke inkoopwaarde.
- Knelpuntproducten: leveren een geringe bijdrage aan het bedrijfsresultaat, maar weinig leveranciers of betrouwbaarheid. Levering moet worden vastgesteld met een contract voor lange termijn.
- Strategische producten: leveren grote bijdrage aan het bedrijfsresultaat en hebben ook een beperkt aantal leveranciers. Inkoop streeft naar partnership met win-winsituatie.

17
Q

Activiteiten van een magazijn

A
  • Goederenontvangst
  • Plaatsen in opslag
  • Bulkopslag
  • Aanvullen
  • Pick
  • Orderpick
  • Expeditie
    Alle verbonden kosten noem je handlingskosten.
18
Q

Economic trade-off

A

De beste optie voor je transportmodaliteit:
- Per spoor
- Over de weg
- Over water
- Door de lucht
Wordt bepaald via de verbonden kosten.

19
Q

Voordelen uitbesteden

A
  • Concentratie op kernactiviteiten
  • Variabel maken van kosten
  • Lagere investeringen
  • Hogere kwaliteit
  • Verhoging aan flexibiliteit
20
Q

Distributieplan

A

In een distributieplan beschrijf je hoe je opslag en verzending organiseert. Elementen:
- Productkenmerken
- Distributiekanalen
- Welke producten op welke grootte in de voorraad
- Locatie magazijnen
- Transportmodaliteiten
- Opslag- en transportactiviteiten

21
Q

Distributiekosten

A
  • Transportkosten
  • Handlingskosten
  • Voorraadbeheerskosten
22
Q

Vlindermodel

A

Om afval te vermijden, kun je de levensduur van apparaten verlengen. 3 ontwikkelingen die de logistiek van hergebruik beïnvloeden:
- Denken op de lange termijn
- Afstemmen met meer partijen
- Meer onzekerheden

23
Q

Life cycle analysis (LCA)

A

Door reverse logistics (logistiek met hergebruik) te koppelen aan alle deeltrajecten van de heenlogistiek ontstaat een gesloten goederencirkel. Er wordt hierbij ook gekeken naar wat er voor en na het productieproces gebeurd.

24
Q

Cradle-to-cradle(C2C)

A

De keten van “zand tot klant” naar “van zand via klant tot zand” –> afval is de grondstof voor een volgende cyclus.

25
Q

Achterwaartse distributiestromen

A

Herbruikbaar materiaal moet weer worden ingezameld. Dit heeft de volgende ontwikkelingen:
- Professionalisering
- Specialisatie

26
Q

Kringloopcircuit

A

Meestal in stichtingsvorm georganiseerd en de opbrengsten zijn doorgaans bestemd voor een goed doel. Er is enige vorm van specialisatie.

27
Q

Tweedehandscircuit

A

Voorziet in behoefte aan het leveren van nog bruikbare spullen en het verwerven van goedkope tweedehandsartikelen. De consument kan dit zelf doen.

28
Q
A