opdr 5 blz 16 Flashcards

1
Q

iemand de mond snoeren

A

zorgen dat iemand niets meer te zeggen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een kolfje naar de hand

A

ergens goed in zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

op eigen houtje

A

iets alleen doen zonder hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zwart-op-wit

A

het staat vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

met hangende pootjes

A

teleurgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

over de streep trekken

A

iemand overhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de les lezen

A

zeggen wat iemand moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly