blz 26 opdr 5 Flashcards
1
Q
recente
A
nieuwe
2
Q
onuitputtelijk
A
eindeloze
3
Q
euforie
A
geluksgevoel
4
Q
teweegbrengt
A
veroorzaakt
5
Q
gegarandeerd
A
verzekerd
6
Q
individu
A
afzonderlijlk
7
Q
afwijzing
A
weigering
8
Q
loyaal
A
trouw
9
Q
integer
A
eerlijk
10
Q
vertederd
A
ontroerd
11
Q
kroost
A
kinderen
12
Q
gesteldheid
A
toestand
13
Q
saamhorigheid
A
een band
14
Q
perspectief
A
gezichtspunt
15
Q
hiërarchie
A
rangorde
16
Q
willekeur
A
grilligheid
17
Q
gecompliceerde
A
ingewikkelde
18
Q
interactie
A
wisselwerking
19
Q
constateert
A
vaststellen
20
Q
sowieso
A
in ieder geval
21
Q
tot de verbeelding spreekt
A
veel indruk maakt
22
Q
kwetsbaar
A
zwak
23
Q
verantwoordelijkheid
A
aansprakelijkheid
24
Q
in de bres springen voor
A
opkomen voor
25
Q
dimensie
A
hoever iets reikt