oofdstuk 17 organisatieverandering en organisatieontwikkeling Flashcards

1
Q

Krachten die aanzetten tot verandering
Een voorbeeld van verandering in een organisatie is continue verbetering, een voorbeeld daarvan is ……
Redenen voor verandering kunnen zijn (4 stuks)

  • Kan erg stressvol zijn voor de werknemers.
  • Vaak worden er cross functionele en zelfsturende team in het leven geroepen.
  • Duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar.

Wanneer een verandering bewust en gepland is noemen we het een …….
Iemand die verantwoordelijk is voor het managen van de verandering noemen we een …..

A

Krachten die aanzetten tot verandering
Een voorbeeld van verandering in een organisatie is continue verbetering, een voorbeeld daarvan is re-engineering van processen; hierbij begint een organisatie met een schone lei door de processen binnen de organisatie te analyseren en herontwerpen. Redenen voor verandering kunnen zijn: economische schokken (zoals een recessie), concurrentie, trends en globalisering.

  • Kan erg stressvol zijn voor de werknemers.
  • Vaak worden er cross functionele en zelfsturende team in het leven geroepen.
  • Duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar.

Wanneer een verandering bewust en gepland is noemen we het een geplande verandering. Iemand die verantwoordelijk is voor het managen van de verandering noemen we een change agent, dit kan een huidige manager zijn of iemand van buitenaf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Weerstand tegen verandering
Verandering kan leiden tot weerstand (mensen houden nou eenmaal niet van verandering), dit kan in de vorm van openlijke/directe weerstand zijn (eenvoudig om mee om te gaan) of impliciet/uitgestelde weerstand (lastiger om mee om te gaan). Om de weerstand te verminderen kan men gebruik maken van veranderingsinstrumenten:

Niet alle weerstand is slecht. Soms kan het leiden tot goede discussies en daarmee nieuwe ideeën. Soms is de verandering ook gewoon niet goed en is de weerstand terecht.

A
  1. Educatie & communicatie overtuigen van nut van verandering
  2. Participatie – wanneer men mag meebeslissen over de verandering.
  3. Steun & betrokkenheid opbouwen.
  4. Positieve relaties opbouwen – het vertrouwen in de manager helpt tegen weerstand bijv.
  5. Veranderingen op een rechtvaardige manier doorvoeren.
  6. Manipulatie & coöptatie –
    Manipulatie; proberen het er beter uit te laten zien dan het is bijv.
    Coöptatie; de mensen die weerstand bieden “omkopen” door hen een grote rol in de verandering te geven, bijv. door advies te vragen. Kan averechts werken wanneer mensen door hebben dat ze worden gebruikt.
  7. Mensen selecteren die open staan voor verandering.
  8. Dwang.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke Rollen in het veranderingsproces zijn er?

Bij kleine veranderingen kunnen mensen meerdere rollen hebben, bij grote veranderingen is het verstandiger om rollen te scheiden

A

Sponsor: Degene die aanzet tot verandering, ook wel opdrachtgever.
Champion: Topman die openlijk support biedt voor de verandering.
Medestander: Een andere voorstander binnen de organisatie.
Regisseur: Degene die de verandering bedenkt en vormgeeft.
Trekker: De projectleider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benaderingen om geplande verandering te managen
Driestappenmodel: door Kurt Lewin.

1e deel kan op 3 verschillende manieren gebeuren:

A

Benaderingen om geplande verandering te managen
Driestappenmodel: door Kurt Lewin.
1. Unfreeze – de status quo moet ontdooid worden.
2. Move – de verandering wordt op gang gebracht.
3. Refreeze – de verandering wordt bevroren om het permanent te maken.

Unfreeze kan op 3 verschillende manieren gebeuren:

  1. Drijvende krachten voor verandering worden “overdreven”.
  2. Belemmerende krachten die tegen de verandering zouden zijn worden “afgezwakt”.
  3. 1 & 2 worden gecombineerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Actie onderzoek: de wetenschappelijke methode gebruiken om een verandering te managen. Gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Daarop wordt de verandering gebaseerd. Deze vorm bestaat uit 5 stappen:

-

A

Actie onderzoek: de wetenschappelijke methode gebruiken om een verandering te managen. Gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Daarop wordt de verandering gebaseerd. Deze vorm bestaat uit 5 stappen:

  1. Diagnose
  2. Analyse
  3. Feedback
  4. Actie
  5. Evaluatie

Voordelen:

  • Objectief onderzoek naar de problemen.
  • Weerstand neemt af doordat werknemers tijdens het onderzoek bij het proces betrokken worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verandering begeleiden via organisatieontwikkeling (OO)

Organisatieontwikkeling (OO): Organisational development – “een verzameling interventies voor verandering, geënt op bepaalde waarden, ter ontwikkeling van verandervermogen dat gericht is op het ontstaan van een lerende organisatie.” Het stimuleert werknemers om zelf ook op zoek te gaan naar verschillende manieren van werken. Een motto is dan ook “de weg is het doel” (uit het taoïsme). Leidt tot: lerende organisaties: zijn constant alert en bereid zich verder te ontwikkelen.

Interventies (6) die worden gebruikt OO:

A

Verandering begeleiden via organisatieontwikkeling (OO)

Organisatieontwikkeling (OO): Organisational development – “een verzameling interventies voor verandering, geënt op bepaalde waarden, ter ontwikkeling van verandervermogen dat gericht is op het ontstaan van een lerende organisatie.” Het stimuleert werknemers om zelf ook op zoek te gaan naar verschillende manieren van werken. Een motto is dan ook “de weg is het doel” (uit het taoïsme). Leidt tot: lerende organisaties: zijn constant alert en bereid zich verder te ontwikkelen.

Interventies (6) die worden gebruikt OO:

  1. Sensitiviteitstraining: gedrag veranderen d.m.v. ongestructureerde groepsinteractie.
  2. Enquête feedback methode: zitten managers en werknemers nog op een lijn?
  3. Procesconsultatie: een externe consultant gebruiken.
  4. Teambuilding: groepsactiviteiten zorgen voor onderling vertrouwen.
  5. Intergroepsontwikkeling: trainingen om gaan met diversiteit tussen bijv. afdelingen.
  6. Appreciative inquiry (AIN): onderzoek met focus op de successen, niet de problemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een veranderingsgezinde cultuur creëren

Er zijn drie benaderingen om een cultuur te creëren die openstaat voor veranderingen:

A
  1. Paradox managen.
  2. Innovatie stimuleren.
  3. Een lerende organisatie ontwikkelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Paradox managen

A

Gebaseerd op de paradox theorie; een organisatie is nooit in een definitieve optimale toestand. Alles veranderd, dus soms moet een organisatie ook veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een innovatie cultuur bevorderen

Innovatie staat simpel gezegd voor nieuwe ideeën. Innovatie kan worden gestimuleerd door:

A

Een innovatie cultuur bevorderen
Innovatie staat simpel gezegd voor nieuwe ideeën. Innovatie kan worden gestimuleerd door:
- Organische structuren.
- De lengte van het dienstverband.
- Voldoende middelen beschikbaar hebben.
- Intensieve communicatie tussen verschillende afdelingen.
Wanneer een nieuw idee ontwikkeld is wordt het gepromote door ideeën kampioenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een lerende organisatie ontwikkelen

Lerende organisaties kunnen continue veranderen. Kenmerken hiervan zijn:

A

Een lerende organisatie ontwikkelen
Lerende organisaties kunnen continue veranderen. Kenmerken hiervan zijn:
1. Er is een gemeenschappelijk doel.
2. Oude routines worden opzijgeschoven.
3. Werknemers zien processen, activiteiten, functies en interacties als onderdeel van een systeem van onderlinge relaties.
4. Er is geen angst voor open communicatie.
5. Eigen belang en organisatie belang staan gelijk, werken samen aan een toekomst voor de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan een organisatie een lerende organisatie worden?

A
  • Laat als manager zien dat je wilt veranderen, heb een strategie.
  • Zorg voor de juiste structuur.
  • Zorg voor de juiste cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Werkstress en stress management
Werk wordt gezien als een van de voornaamste redenen van stress; een situatie waar iemand weet dat de uitkomst onzeker en belangrijk is.

twee soorten stress binnen werkvloer

A

Werkstress en stress management
Werk wordt gezien als een van de voornaamste redenen van stress; een situatie waar iemand weet dat de uitkomst onzeker en belangrijk is.
- Uitdagingsstress: hangt samen met uitdagingen → kan prestaties verbeteren.
- Belemmeringsstress: houd je van je doelen af → vermindert prestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eisen middelen model: stress wordt vaak gezien als een onbalans tussen:

Het hebben van meerdere ….. of minder eisen werkt beiden even stress verminderend. Het cumulatieve effect van de stressfactoren op mensen, gegeven de beschikbare middelen, noemen we ……..
Mogelijke bronnen voor stress op werk & de gevolgen van stress

A

Eisen middelen model: stress wordt vaak gezien als een onbalans tussen:
- Eisen - verantwoordelijkheden, verplichtingen etc.
- En middelen; dingen waar je controle over hebt.
Het hebben van meerdere middelen of minder eisen werkt beiden even stress verminderend. Het cumulatieve effect van de stressfactoren op mensen, gegeven de beschikbare middelen, noemen we allostatische last.
Mogelijke bronnen voor stress op werk & de gevolgen van stress

Taakeisen: bijv. de functie en de werkomstandigheden. De grootste stressfactor op het werk blijkt de hoeveelheid werk te zijn, gevolgd door deadlines.

Roleisen: hebben betrekking op de =druk die op iemand wordt gelegd door de rol die hij heeft in de organisatie.

Interpersoonlijke eisen: hebben betrekking op de druk die andere werknemers veroorzaken.

Stress werkt cumulatief; het bouwt zich op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Taakeisen: .

Roleisen:

Interpersoonlijke eisen:

A

Taakeisen: bijv. de functie en de werkomstandigheden. De grootste stressfactor op het werk blijkt de hoeveelheid werk te zijn, gevolgd door deadlines.

Roleisen: hebben betrekking op de =druk die op iemand wordt gelegd door de rol die hij heeft in de organisatie.

Interpersoonlijke eisen: hebben betrekking op de druk die andere werknemers veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verschillende manieren om te leren omgaan met stress:

A

Verschillende manieren om te leren omgaan met stress:

  • Time management: minder uitstellen en heldere/overzichtelijke doelen hebben.
  • Lichaamsbeweging.
  • Ontspanningstechnieken.
  • Je sociale netwerk gebruiken (praten met vrienden bijv.).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drie stromingen voor het aanpakken van verandering:

A

Drie stromingen voor het aanpakken van verandering:

  1. Geplande verandering: bijv. reorganisaties en fusies. Vanuit de top, zorgt bijna altijd voor weerstand.
  2. Organisatieontwikkeling.
  3. Cultuurverandering: Bijv. het creëren van een innovatief werkklimaat, ook wel intrapeneurship
17
Q

Dingen die organisaties kunnen doen om stress te verminderen (bijv. bij het inkrimpen van een organisatie):

A

Dingen die organisaties kunnen doen om stress te verminderen (bijv. bij het inkrimpen van een organisatie):

  • Plaatsing en scholing.
  • Realistische doelen.
  • Functies herontwerpen: meer verantwoordelijkheid en zinvoller werk krijgen
  • De werknemers meer bij de organisatie betrekken.
  • Actieve formele communicatie.
  • Sabbatical (verlof).
  • Gezondheidsprogramma’s.
18
Q

Driestromenland van verandering

Reorganisatie en downsizen (4)

A

Driestromenland van verandering
• Geplande veranderingen
• Cultuurverandering
• Maatschappelijk verantwoord Ondernemen (MVO)

Reorganisatie en downsizen
•Radicaal afslanken als gevolg van veranderende vraag
•Lokatiessluiten
•Personeel afstoten
•Bedrijfsunits sluiten

Wendbaarheid en snelle aanpasbaarheid van hun onderneming te vergroten
Inkrimpen om te overleven
Op hun kerncompetenties te richten