Onderzoek Cervicaal & Thoracaal Flashcards
BFO thoracaal
in zit op tafel
bewegingen thoracaal uitvoeren
- flexie
- handen in nek
- druk tussen schouderbladen & op ellebogen - extensie
- handen in nek
- druk tussen schouderbladen & op ellebogen
- extensie met over druk = anterior verschuiving van gehele lichaam
–> druk van craniaal naar caudaal - lateroflexie
- handen gekruist op borst
- extra druk op beide schouders - rotatie
- handen gekruist op borst
- extra druk op achterkant beide schouders
objectieve metingen thoracaal
- simontest
- test van dorsale extensie, uitwendige vorm thoracale regio
- op handen & knieën op tafel
- actief handen zo ver naar voor & sternum zo dicht mogelijk tegen tafel - waardes
- 0 = concaaf
- 1 = vlak
- 1+ = normwaarde = licht convex
- 2 = convex
- 2 + = heel duidelijke ronding
SLT pectoralis major
- oriënterende spierlengte test
- in ruglig met gebogen benen
- abductie beweging tot volledige elevatie & exorotatie
- verkorting = kleinere ROM of lumbale lordose - specifieke SLT
- ruglig
- 90° abductie & exorotatie
- fixatie van sternum
- uitademen tijdens test
- mogelijke protractie beweing samen met verkorte minor - differentiatie
- pars sternocostalis = 90°
- pars abdomnialis = naar 135° abductie brengen
- pars claviculairs = naar 65°
SLT pectoralis minor
verkorting = mogelijke inklemming op A/V axillaris
- 1e oriënterende SLT
- ruglig met benen gebogen
- schouders in endorotatie anteflexie te laten uitvoeren
–> endorotatie door vingers in elkaar met handpalm naar buiten - 2e
- ruglig met armen naast lichaam
- kijken naar protractiestand - 3e
- ruglig
- ellebogen naast lichaam
–> bilaterale exorotatie - specifieke SLT
- op zij liggen
- achter & tegen patient staan voor stabilisatie
- 1 hand in oksel plaatsen met onderarm ondersteunen op arm
- andere hand dorsaal op scapula
- schouder naar elevatie & retractie brengen
- kijken naar compensaties wervel
SLT latissimus dorsi & teres major
- oritenterende SLT
- ruglig met benen gebogen
- bilaterale anteflexie vanuit exorotatie
- lumbale lordose - 1e specifieke SLT
- exorotatie vanuit 90° abductie
verkorting teres major
- exorotatie & abductie niet volledig mogelijk
- laterale verschuiving ban angulus inferior
–> margo lateralis fixeren
verkorting latissimus dorsi
- koppeling aan lateroflexie van romp
- afh van compensatie bekken fixeren
- ook letten op angulus inferior
SKT extensie thoracaal
m. iliocostalis thoracis, longissimus thoracis, multifidus, semispinalis thoracis & spinalis thoracis
- houding
- handen & knieënsteun
- hoek van 45° knie & heup
- handen van tafel halen
- therapeut houdt voeten tegen - waardes
- 5 = beweging met armen vooruit op elkaar ≈ duiken
- 4 = beweging met armen vooruit
- 3 = beweging met handen in nek
- 2 = beweging met exorotatie armen naast lichaam
- 1 = voelbare & zichtbare contractie
SKT m. trapezius pars transversa
- waarde 3
- buiklig in
- 90° abductie, 90° flexie elleboog & exorotatie = CPP
- hor. abductie uitvoeren = adductie scapula
- scapula moet van tafel bewegen anders compensatie pars spinalis deltoideus - waarde 4 & 5
- fixatie heterolaterale scapula
- weerstand lateraal deel spina scapulae - waarde 2
- zelfde houding maar in zit
- bovenarm net boven elleboog ondersteunen - waarde 1 & 0
- palpatie mediaal van scapula tussen C7-T4
SKT m. trapezius pars ascendens
- waarde 3
- buiklig met armen in 180° elevatie & exorotatie = duim naar plafond
- arm actief heffen, scapula naar WZ - waarde 4 & 5
- 145°elevatie + exorotatie
- weerstand lateraal spina
- fixatie heterolateraal lumbaal - waarde 2
- zelfde positie
- hand kan van tafel af - waarde 1 & 0
- palpatie laatste thoracale wervels & vertebrale rand scapula
SKT m. rhomboideus
- waarde 3
- buiklig
- arm achter rug lumbaal in endorotatie = handpalm naar lucht (functionele endorotatie)
- heffen arm & retractie scapule - waarde 4 & 5
- fixeer thorax
- weerstand vertebrale rand scapula - waarde 2
- in zit, armen afhangend, schouder ontspannen
- zuivere retractie - waarde 1 & 0
- palpatie tussen wervelzuil & scapula
SKT m. serratus anterior
- waarde 3
methode 1
- ruglig met arm in elevatie
- protractie beweging = arm naar boven
- scapula volgen met handmethode 2
- in zit met arm in 120° elevatie & elleboog in flexie
- weerstand aan elleboog & fixatie van scapula - waarde 4 & 5
methode 1
- weerstand aan weerstand aan onder & bovenarm - waarde 2
- zit met arm in 120° elevatie & gestrekte elleboog
- langs mediaal onder elleboog steunen = arm over schouder van P
- lateraal scapula fixeren - waarde 1 & 0
- palpatie margolateralis & laterale zijde ribben
neuromusculaire controle thoracaal
- houding
- buiklig met neutrale posities
- armen naast lichaam
- mogelijke ondersteuningen door kussen of handdoek - analyse van beweginsstrategie
- passief scapula naar retractie & posterior tilt brengen = ideale houding
- positie aanhouden a kijken naar spieractivatie voor dit te doen
- ontspannen & opnieuw houding proberen aannemen - bepalen uithoudingscapaciteit
- 10 x 10sec - foutieve uitvoering
- zie inspectie scapula
- adductie & extensie arm = substitutie m. latissimus dorsi
BFO cervicaal
patient in zit
bewegingen cervicaal
- flexie
- hoofd voorwaarts bewegen
- fixatie op trapezius & druk achter op hoofd
- 2/3 vingers tussen sternum & kin - extensie
- hoofd naar achter
- druk op voorhoofd & kin
- 15° met horizontale van aangezicht - lateroflexie
- oor naar ipsilaterale schouder
- geen beweging van de schouder
- fixatie van schouder & druk op hoofd
- 40° - rotatie
- geen beweging van romp
- druk op kin & fixatie craniaal op hoofd
- 80°
bijkomend onderzoek thoracaal & cervicaal
- thoracaal = ook schouder, lumbaal & cervicaal bekijken
- cervicaal = ook schouder & thoracaal bekijken
SLT m. trapeizus pars descendens
- oriënterende SLT
- in zit
- functionele endorotatie van schouder = hand rug tussen schouderbladen
- lateroflexie heterolateraal & rotatie homolateraal van hoofd
- lichte ventraal flexie
- normaal 45° - specifieke SLT
- in lig
- zelfde houding passief uitvoeren
- ipsilaterale schoudergordel naar depressie duwen
SLT m. levator scapulae
- oriënterende SLT
- in zit
- functionele exorotatie = handpalm tussen schouderbladen
- lateroflexie heterolateraal & rotatie heterolateraal van hoofd - specifieke SLT
- in lig
- zelfde houding passief uitvoeren: functionele exorotatie of depressie van schouder
- fixeer clavicula en sternum